Direct naar artikelinhoud
Buitenland

“Turkije organiseerde ontvoeringen in andere landen”

Studenten van het Mehmet Akif College in Kosovo protesteren tegen de ‘ontvoering’ van hun leraar door Turkije.Beeld AP

Turkije heeft in een reeks landen aanhangers van de Gülenbeweging opgepakt of laten oppakken, op een wijze die neerkomt op ontvoering. Slachtoffers worden van straat geplukt of uit hun huis gehaald en zonder juridische plichtplegingen op het vliegtuig gezet naar Turkije, om te worden vervolgd wegens ‘terrorisme’ en betrokkenheid bij de couppoging van juli 2016.

Dit melden negen internationale media, die samenwerken in de onderzoeksgroep Correctiv. Human Rights Watch bevestigt dat dergelijke praktijken hebben plaatsgevonden. “Rechterlijke beslissingen, het recht van beroep en wettelijke uitleveringsprocedures worden veronachtzaamd”, aldus een HRW-woordvoerder. “In die zin is er sprake van ontvoering.”

Correctiv beschrijft diverse gevallen waarbij leden van de Turkse veiligheidsdienst NIO betrokken waren bij het uitzetten van Turkse burgers. “In de meeste gevallen wordt Turkije goed geholpen door de landen waar de arrestaties plaatsvinden”, aldus Haaretz, naast Le Monde en El Pais een van de aangesloten kranten. De manier waarop dat gebeurt, is echter veelal schimmig.

Verkeerscontrole

Op 29 maart dit jaar bijvoorbeeld werd in Kosovo een Turkse leraar bij wat leek op een verkeerscontrole uit zijn auto gesleurd door twee mannen in politieuniform. Gehandboeid werd hij meegenomen en op een Turks vliegtuig naar Ankara gezet, samen met vijf andere Turkse leraren. Veel van de ‘ontvoeringen’ betreffen docenten van scholen die banden hebben met de beweging van de geestelijke Fethullah Gülen, het vermeende brein achter de couppoging.

Volgens Correctiv hebben dergelijke arrestaties plaatsgevonden in onder meer Afghanistan, Angola, Gabon, Saudi-Arabië, Georgië, Irak, Azerbeidzjan, Kazachstan, Marokko, Soedan en Oekraïne. Ook in de drie andere door Correctiv beschreven incidenten (in Moldavië, Maleisië en Mongolië) lijken lokale autoriteiten op een of andere manier een rol te hebben gespeeld.

Studenten van het Mehmet Akif College in Kosovo protesteren tegen de ‘ontvoering’ van hun leraar door Turkije.Beeld AP

“Turkse officials moeten wel in zekere mate samenwerken met veiligheidsdiensten van het betrokken land, om mensen op het vliegtuig te krijgen”, aldus de HRW-woordvoerder. “Maar vaak gaat het om landen met een zwakke rechtsstaat, waar delen van het overheidsapparaat de Turken hun gang laten gaan.”

Zo werd vorig jaar september Mesut Kaçmaz, directeur van Turkse scholen in Pakistan, samen met zijn gezin door onbekenden uit zijn woning in Lahore gehaald en op het vliegtuig naar Turkije gezet. De Pakistaanse rechterlijke macht was woedend: Kaçmaz had asiel aangevraagd en zijn zaak liep nog bij de rechtbank. In Mongolië en Zwitserland werden Turkse pogingen Gülen-aanhangers het land uit te krijgen op het laatste nippertje verijdeld.

Triomfantelijk

De Turkse regering heeft nooit een geheim gemaakt van haar streven Turkse ‘terreurverdachten’ in het buitenland te willen terughalen voor berechting. “We zullen alle gevluchte Gülen-lui terughalen, een voor een, op plaatsen waar ze denken veilig te zijn”, aldus president Recep Tayyip Erdogan. De onderminister van Binnenlandse Zaken zei in april dat tot dan tachtig Gülen-aanhangers waren overgebracht uit achttien landen. Soms worden ze na aankomst in Ankara triomfantelijk gepresenteerd voor tv-camera’s.

De praktijk lijkt op het Amerikaanse programma van ‘rendition’, zo’n vijftien jaar geleden. Verdachten in de ‘war on terror’ van president George Bush werden buiten de rechtsgang om opgepakt in andere landen en overgebracht naar onbekende ‘black sites’, plekken waar ze konden verhoord en zo nodig gemarteld. Het verschil is dat Turkije meestal geen gebruik maakt van geheime locaties; de verdachten worden gewoon gedetineerd.

Marteling

Er zijn echter uitzonderingen. Het onderzoek van Correctiv verslaat ook een tweede fenomeen: dat van verdwijningen en martelingen in Turkije zelf. ‘Black sites’, is dan ook de titel van het rapport. Mensen worden opgepakt, vaak door mannen in verduisterde busjes, zonder dat de autoriteiten melding maken van hun arrestatie. Sindsdien wordt niets meer van ze vernomen, of ze duiken na weken of maanden opeens weer op. Al die tijd zaten ze op een onbekende plek gevangen, werden verhoord en veelal gemarteld.

In oktober vorig jaar beschreef HRW in het rapport Marteling en ontvoering door de politie in Turkije al zes gevallen van verdwijning van vermeende Gülen-aanhangers. Öztürk Türkdogan, hoofd van mensenrechtenorganisatie IHD, zegt tegen Correctiv te weten van vijftien gevallen van verdwijning. Het Stockholm Center for Freedom, opgericht door Turkse journalisten, komt op twintig.

In Le Monde van woensdag doen twee slachtoffers van marteling uitgebreid hun verhaal. Onder het pseudoniem Tolga vertelt een aanhanger van de Gülenbeweging dat hij stelselmatig werd geslagen en vernederd, stroomstoten kreeg toegediend en van slaap beroofd. In 92 dagen detentie verloor hij 21 kilo aan lichaamsgewicht. Na zijn vrijlating vluchtte hij naar Europa.

Human Rights Watch en Amnesty International maakten al eerder melding van marteling in Turkse detentiecentra.