Direct naar artikelinhoud
De gedachteAnn Van den Broek

Op zich heeft het Nederlandse idee wel zijn charmes, maar er hoort wel een fikse kanttekening bij

Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgoz (VVD), Caroline van der Plas (BBB) en Pieter Omtzigt (NSC).Beeld Eva Beeusaert - ANP

Journaliste Ann Van den Broek buigt zich in dit editoriaal over de nieuwe Nederlandse regering. ‘Is het PVV, BBB, NSC en VVD echt te doen om die democratische boost? Of is het vooral een manier om de verantwoordelijkheid op een ander te kunnen schuiven wanneer het mislukt?’

Democratische vernieuwing. Iedere politieke generatie heeft zo zijn buzzwords en deze twee staan toch wel met stip op het lijstje van de huidige. Het klinkt dan ook goed, in tijden dat niks nog goed lijkt te lopen in de Wetstraat. Laat ons nieuwe meubels kopen, verfpotten aanrukken en het huis kan er weer een jaar of twintig tegen!

Aan initiatieven ook geen gebrek. Er was de G1000, er zijn de burgerbegrotingen op lokaal vlak, er was de grote geflopte burgerbevraging van de federale regering. De afgelopen vijf jaar is er in de Senaat zelfs tweewekelijks een commissie samengekomen om te contempleren over manieren waarop we onze democratie kunnen verbouwen.

Het is allemaal klein bier in vergelijking met wat er zich vandaag ten noorden van de lijn Knokke - Kinrooi afspeelt. Een extraparlementaire regering krijgt daar momenteel vorm. Wat dat dan precies moet zijn, weten ze in Nederland zelf ook nog niet. Het basisprincipe is wel dit: er is een meerderheid in het parlement die de krijtlijnen van het regeerakkoord vastlegt, maar de partijen die behoren tot die meerderheid zullen niet d’office samen die regering vormen. Die zal hoofdzakelijk bemand worden door mensen van buiten de politiek, behalve de premier dan. Die zou van een partij komen die géén deel uitmaakt van de meerderheid.

Bent u nog mee?

Out of the box is wel het minste wat je kan zeggen van dit plan. En al helemaal vanuit Belgische blik, waar de politieke klasse al hyperventileert bij het idee aan een eenvoudige minderheidsregering. Dat punt zijn ze in Nederland al lang voorbij. Daar sloten de CDA en VVD in 2010 zelfs al een regeerakkoord met gedoogsteun van de radicaal-rechtse PVV van Geert Wilders.

En op zich heeft het idee wel zijn charmes. Het breekt met de dwangbuis van de particratie en herwaardeert de functie van het parlement van louter stemvee naar een echte waakhond van de regering. Precies wat ze zou moeten zijn.

Lees ook

‘Het strengste asielbeleid ooit’: hoe rechts en extreem is het nieuwe Nederlandse kabinet?

Handige truc

Alleen moeten we daar wel een fikse kanttekening bij maken. Want is het PVV, BBB, NSC en VVD - de vier partijen die het meest rechtse akkoord uit de Nederlandse geschiedenis samen vormgeven - echt te doen om die democratische boost en de macht weer aan het volk en haar vertegenwoordigers te geven? Of is het vooral een manier om de verantwoordelijkheid op een ander te kunnen schuiven wanneer het straks mislukt, goed wetende hoe moeizaam dit akkoord tot stand kwam?

Met andere woorden: is het echt nobel van Geert Wilders dat hij als grote overwinnaar van de verkiezingen het premierschap aan zich voorbij laat gaan, of is het vooral een handige truc om een kind te krijgen en tegelijk maagd te blijven? Het zullen de leden van het kabinet zijn die de kastanjes uit het vuur moeten halen, terwijl hij van aan de zijlijn met brandversnellers kan spelen. Comfortabel voor Wilders, absoluut. Constructief voor het beleid, niet bepaald.

Ieder nieuw concept verdient het voordeel van de twijfel. Maar of dit experiment van Nederland weer een politiek gidsland maakt? We zouden er niet te veel geld op inzetten. We weten allemaal hoe dat afliep met die gedoogregering.