Nieuw Mestactieplan dat waterkwaliteit in Vlaanderen moet verbeteren (maar niet zal volstaan) is goedgekeurd
Het nieuwe Mestactieplan is goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Het nieuwe plan moet duidelijkheid scheppen en rust brengen in de verhoudingen tussen de milieu- en landbouwverenigingen. Toch is het nu al duidelijk dat de maatregelen niet zullen volstaan om de waterkwaliteit voldoende te verbeteren.
Eerst deze vaststelling: de kwaliteit van de Vlaamse waterlopen kan beter. Veel beter. Slechts van 1 van de 195 gemonitorde waterlichamen voldoet momenteel al aan de lat die Europa vastgelegd heeft in de Kaderrichtlijn Water. Daardoor riskeert Vlaanderen vanaf 2027 boetes.
PFAS en pesticiden zijn grote boosdoeners, maar ook nitraat. En Vlaanderen krijgt dat nitraatgehalte, onder andere uit bemesting, niet voldoende naar beneden. Het nitraatgehalte in het ondiepe grondwater schommelt al een tiental jaar rond hetzelfde niveau, waarschuwde de Vlaamse Milieumaatschappij vorige week nog.
Het probleem is het grootst in regio's zoals de Westhoek en de Noorderkempen, gebieden met veel intensieve veeteelt en nitraatgevoelige gewassen zoals aardappelen of maïs.
Verschillende partijen trokken al naar de rechter omdat het Vlaams Gewest volgens hen niet genoeg doet tegen die nitraatvervuiling. Vlaanderen werd in juni 2023 en maart 2024 2 keer veroordeeld door de Brusselse rechtbank van Eerste Aanleg. En de Europese Commissie daagde Vlaanderen in juli voor het Europees Hof van Justitie omdat het niet genoeg doet om de Europese Nitraatrichtlijn na te leven.
Daarom wilde de Vlaamse regering versneld werk maken van een nieuw Mestactieplan, intussen het zevende al (MAP7). Dat plan is vandaag ter stemming voorgelegd in het Vlaams Parlement, waar het vanavond werd goedgekeurd.
"We nemen de extra maatregelen die nodig zijn om de waterkwaliteit te bewaken, we geven de boeren de zekerheid die ze nodig hebben, en we stoppen de dwangsommen van milieuverenigingen", zo vat Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (CD&V) het plan samen.
Voor Brouns is het nieuwe Mestactieplan een tweede trofee binnen de eerste 80 dagen sinds zijn aanstelling. Op 7 december voerde hij ook al een nieuw Actieplan Pesticiden in.
Bredere teeltvrije stroken
Het nieuwe Mestactieplan moet op 1 januari in voege treden. Die timing is niet toevallig. "Het vorige mestdecreet werd middenin het mestseizoen ingevoerd, toen iedereen zijn teeltplan al had opgemaakt", zegt Brouns. "Dat zal nu niet het geval zijn. Tegen dat het seizoen begint, eind februari, weet iedereen waar hij aan toe is."
Het bevat een resem maatregelen die moeten vermijden dat er nitraatoverschotten uitspoelen in de bodem of in het oppervlakte- en grondwater.
Zo worden de teeltvrije stroken verbreed van 1 naar 3 meter. Dat zijn stroken akkergrond naast waterlopen die landbouwers moeten vrijhouden. Ze mogen er dus ook niet bemesten en geen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Standaard krijgen de boeren daar de tijd voor tot 1 januari 2026. Ze krijgen er een vergoeding voor.
Maar in nitraatgevoelige regio's waar de waterkwaliteit nu al slecht is, zoals de Westhoek of de Noorderkempen, worden de nieuwe maatregelen al begin volgend jaar van kracht. Daar wordt de teeltvrije strook ook nog verder uitgebreid, tot 5 meter.
In diezelfde gevoelige regio's zullen boeren ook minder mogen bemesten. Afhankelijk van het gebied en de gewassen die ze verbouwen, zullen ze dat 10 tot 30 procent minder mogen doen.
Maar het nieuwe Mestactieplan bevat ook enkele versoepelingen voor de boeren. Zo wordt het principe van kalenderlandbouw iets minder strikt toegepast. Dat legt de uiterste data vast waarop boeren nog gewassen mogen inzaaien, oogsten of bemesten. Zij zullen nu tot 14 dagen respijt krijgen als dat bijvoorbeeld door zware regenval niet kan.
Oorlogjes beu
Het nieuwe Mestactieplan is het resultaat van lange onderhandelingen tussen de verschillende betrokken partijen, waaronder de landbouworganisaties en de milieubewegingen. Dat leidde in maart 2023 tot een voorlopig akkoord. De hoofdlijnen van dat akkoord vormden volgens de Vlaamse regering de basis voor dit voorstel.
Het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) hoopt dat het Mestactieplan eindelijk voor rust kan zorgen, na jaren waarin de milieubewegingen en de boeren tegenover elkaar stonden. "Is niet iedereen die oorlogjes beu? Het is tijd om samen te werken, zodat we open en transparant met elkaar kunnen praten en de problemen kunnen oplossen."
Probleem: de milieubewegingen staan niet meer achter het voorstel dat nu op tafel ligt. Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt en de West-Vlaamse Milieufederatie verlieten in de herfst van 2023 de onderhandelingstafel.
"We willen wel mee aan tafel, maar dan wel met wetenschappelijk onderbouwde argumenten. Schattingen van de VMM en de Vlaamse Landmaatschappij toonden aan dat we met deze maatregelen slechts half en twee derde zover raakten als nodig in de gebiedstypes 2 en 3 (de hoogrisicozones, red.)", zegt Ineke Maes van BBL.
"Telkens opnieuw wordt er een Mestactieplan opgesteld dat niet volstaat. Hoe lang gaan we nog aanmodderen?"
Voorzitter van de Boerenbond, Lode Ceyssens, verwacht dat er nu "voldoende tijd genomen wordt om deze maatregelen hun werk te laten doen". Volgens Ceyssens vraagt het plan heel wat inspanningen van onze land- en tuinbouwers.
"Daarom is het belangrijk dat daartegenover ook een flankerend beleid en correcte vergoedingen staan en dat landbouwers die het goed doen, beloond worden. We engageren ons om op een haalbare manier ervoor te zorgen dat mest bij de plant terechtkomt en er zo weinig mogelijk nitraat wegspoelt."
Weinig zekerheid
Niet alleen de milieubewegingen vrezen dat het plan onder de lat door gaat. Het Departement Omgeving stipte in november nog aan dat "uit berekeningen voor het aanvankelijk voorziene pakket aan maatregelen voor MAP7 is gebleken dat deze doelstellingen (van de Europese Nitraatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water, red.) niet worden gehaald."
Een van de pijnpunten is het ontbreken van een milieu-effectenrapport (MER). Zo'n MER moet de precieze impact van de maatregelen op bijvoorbeeld de waterkwaliteit in kaart brengen. Minister Brouns hoopt dat op te vangen door alvast van start te gaan met dit Mestactieplan, en het vervolgens in de loop van de volgende jaren bij te sturen. Een MER zou dan deel kunnen uitmaken van dat evaluatieproces.
Alleen geeft dat weinig zekerheid voor de boeren én voor de natuurverenigingen. Het zou immers betekenen dat de maatregelen de volgende jaren kunnen verscherpt of afgezwakt worden als uit het opvolgproces blijkt dat ze onvoldoende effect hebben.
Maar de boeren hebben weinig oren naar verdere verscherpingen. Het Algemeen Boerensyndicaat stelt "een heel duidelijk neen, in heel grote hoofdletters, tegenover extra maatregelen door zo'n MER", zegt Mark Wulfrancke van het ABS. Hij pleit ervoor om de huidige maatregelen alvast zeker 2 winters lang toe te passen.
Ook voor Bond Beter Leefmilieu ligt het "wat moeilijk" om achteraf nog te sleutelen aan het Mestactieplan. "De milieubeweging moet er dan maar vertrouwen in hebben dat er echt bijgestuurd zal worden. En voor de landbouwers dreigt de schroef telkens weer wat verder te worden aangedraaid. Dat is toch niet wat wij hebben gevraagd, en zij ook niet?"
Boeren willen van start gaan, maar hoe lang blijft rust duren?
Ook het ABS erkent trouwens dat dit Mestactieplan niet volstaat om de waterkwaliteit te verbeteren tot het niveau dat Europa vraagt. "Laat ons eerlijk zijn. We weten allemaal dat we daar vóór 2027 niet in zullen slagen." De uitdaging in het dichtbebouwde Vlaanderen, met niet alleen veel landbouw maar ook industrie, bewoning en verkeer in de beperkte open ruimte, is dan ook immens.
Toch willen de boeren eindelijk aan de slag, zegt Wulfrancke. "Er was en is een duidelijk draagvlak voor MAP7, hoe streng en moeilijk het ook is."
"Maar hoe langer je wacht, hoe meer dat draagvlak afbrokkelt. We hadden al 1 of 2 jaar lang aan een betere waterkwaliteit kunnen werken", zo verwijst hij naar de lente van 2023, toen de landbouworganisaties en de milieubewegingen een voorlopig akkoord sloten. De vorige Vlaamse regering slaagde er echter niet meer in om dat akkoord te betonneren in een afgewerkt actieplan.
Intussen staat 2025 voor de deur. Volgens Wulfrancke geven recente ontwikkelingen zoals het Mercosur-vrijhandelsakkoord (tussen Europa en enkele Zuid-Amerikaanse landen) landbouwers "nog maar eens het gevoel dat de regels er wel voor hen zijn, maar niet voor anderen."
Dat er eindelijk een nieuw Mestactieplan ligt, na jaren van onderhandelen, is op zich een opsteker. Maar de vraag is hoe lang de relatieve rust tussen de milieubewegingen en de landbouwsector zal blijven duren. Het staat in de sterren geschreven dat het plan vroeg of laat opnieuw opengebroken zal moeten worden, of dat Vlaanderen anders (nog meer) boetes wachten, vanuit Europa of eigen land.