Na vierhonderd (400!) jaar opent deze vereniging voor het eerst de deuren voor het grote publiek

© ema

Een Ravelse vereniging die al meer dan 400 jaar bestaat, zet zaterdag voor de allereerste keer de deuren open voor het publiek. “Wij nodigen alle inwoners uit op de feestelijke opening van ons gildelokaal”, zegt Marc Van Hoof van de Sint-Sebastiaansgilde Poppel.

EDDY MEULEMANS

Hoe oud de Sint-Sebastiaansgilde Poppel juist is, weet niemand. “Maar wat we wél zeker weten, is dat onze gilde al minstens vierhonderd jaar bestaat”, zegt Marc Van Hoof. “Want ons oudste koningsschild dateert van 1612. Het is een klein zilveren schild van vijf centimeter”

De gilde werd destijds opgericht door plaatselijke boeren om zich te verdedigen tegen roversbendes. Vandaag, vier eeuwen later, doen de leden nog altijd hetzelfde als vroeger: schieten met pijl en boog. Alleen zijn de trainingen nu niet meer bedoeld om inbrekers te bekampen, wel als sport en ontspanning.

Tot voor kort trainden de handboogschutters van de Sint-Sebastiaansgilde altijd bij bevriende clubs in Poppel en Alphen, net over de grens in Nederland. Maar nu hebben ze eindelijk een eigen lokaal: een hal aan de Krommendijk. Zaterdag wordt de nieuwe accommodatie feestelijk geopend met drank, hapjes en demonstraties. Alle inwoners van het dorp zijn welkom vanaf 13.30 uur.

Oubollig imago

De gildebroeders hopen tijdens de opendeurdag ook nieuw jong bloed warm te maken om lid te worden. “Onze gilde telt vandaag nog zestig leden. Ikzelf ben 55 jaar, de op een na jongste van de groep”, zegt Marc. “Maar de oudste is al 90.” Waarom de jeugd niet warmloopt voor het gildeleven? Omdat de vereniging een nogal oubollig imago heeft, geeft Marc toe. Ook de traditionele gilde­kleding doet daar geen goed aan: de klassieke blauwe kiel met zwarte pet en rode zakdoek is niet meteen een coole outfit. “Over onze klederdracht is de laatste jaren al veel gediscussieerd, maar het grote voordeel van ons uniform is dat het traditie en verbondenheid uitstraalt.”

Broeder- en zusterschap is een belangrijke waarde binnen de vereniging. “Als iemand van onze leden sterft, zijn we altijd allemaal aanwezig op de begrafenis: in uniform, met vlaggen en trommels. Onze onderlinge verbondenheid is heel intens.”

Jeugdidool

Handboogschieten is ook een officiële olympische sport. “Of we na de Olympische Spelen in Rio ineens meer ledenaanvragen hebben gekregen? Nee, helaas niet”, bekent Marc. “Kim Clijsters was destijds een voorbeeld voor de jeugd. Dankzij haar begonnen kinderen en jongeren in heel Vlaanderen plots massaal te tennissen. In onze sport is er helaas geen groot idool dat jongeren aantrekt. Boogschutter Paul Vermeiren heeft destijds een bronzen medaille gewonnen op de Spelen van Atlanta in 1996, maar dat is ook al 22 jaar geleden.”