© Photo News

Refs eisen compensatie voor Play-off 1: onduidelijkheid en onrust troef

Nieuw in Play-off 1: daags voor de match gaan de refs al op afzondering in Tubeke. Dat geldt ook voor de lijnrechters. Die moeten nu massaal vrijaf pakken op hun werk en weten nog niet wat daar financieel tegenover staat. Onduidelijkheid en onrust troef.

david van den broeck, jürgen geril

Over een week is het weer zover. Play-off 1. Money time. En dan wordt er niet alleen op de voetballers gefocust, maar ook op de arbitrage. Bij de Belgische voetbalbond en het Referee Office zijn ze zich ervan bewust dat de prestaties van de scheidsrechters opnieuw onder een vergrootglas zullen worden bekeken, en dus proberen ze hen optimaal klaar te stomen.

Een gloednieuwe maatregel is dat de refs één dag voor elke Play-off 1-wedstrijd al op afzondering moeten in Tubeke. Het gaat niet alleen om de hoofdscheidsrechter, maar ook om beide lijnrechters én de videoref die voor de match zijn aangeduid. Concreet betekent dat: wie vrijdagavond match heeft, wordt al op donderdagochtend om 9.30u in het oefencentrum in Tubeke verwacht. Daar zal het vierkoppige team ontbijten, waarna de leden zich grondig voorbereiden. Ze krijgen dan technische sessies, nemen de twee ploegen tactisch onder de loep – om tijdens de match makkelijker te kunnen anticiperen – en trainen ook nog op het veld. Dat laatste geldt uiteraard niet voor de VAR. Overnachten doen ze ter plaatse in het Martin’s Red Hotel, waar ook de Rode Duivels steevast verblijven.

Twaalf lijnrechters

Het idee van de afzonderingen kwam er op aangeven van de Engelsman David Elleray (65) en de Fransman Bertrand Layec (53), twee gewezen internationale toprefs, die op vraag van de KBVB en CEO Peter Bossaert de Belgische arbitrage uit het slop proberen te halen. Het was Layec die twee weken geleden aan alle refs de Powerpoint-presentatie over de afzonderingen gaf. Het idee op zich werd positief onthaald, niemand is tegen verdere professionalisering. Maar over de praktische uitvoering bestaat bij de refs nog veel onduidelijkheid én onrust. Omdat ze enkel nog maar de grote lijnen te horen kregen en tot op vandaag niets over een financiële compensatie.

Gisteren kregen zeven scheidsrechters – de zeven internationals – te horen dat ze in Play-off 1 mogen fluiten, en twaalf lijnrechters dat ze in Play-off 1 mogen vlaggen. En het zijn vooral die assistenten die met veel vraagtekens zitten. Tijdens de reguliere competitie worden zij slechts één keer per maand in Tubeke verwacht en nu moeten ze plots meerdere (week)dagen aanwezig zijn. Wie vrijdagavond een match heeft, moet op maandag – als scheidsrechtersbaas Johan Verbist de aanduidingen doet – in allerijl twee dagen vrij vragen/nemen op zijn werk. Allen hebben ze immers een fulltime job. Uiteraard moet daar op financieel vlak iets tegenover staan. Maar een voorstel of onderhandelingen waren er nog niet.

Komend weekend wordt cruciaal. Van vrijdag tot zondag trekt het hele korps, behalve zij die internationale plichten hebben, op stage naar Waterloo en Tubeke. Daar staan individuele gesprekken, trainingen en nog wat technische sessies gepland. Maar daar zal het Referee Office ook de concrete invulling van de afzonderingen bekendmaken en zal het vooral met een deftig financieel voorstel moeten komen. Anders dreigt chaos.

80 euro per match

De mensen in het busje mogen ze zeker niet uit het oog verliezen. Drie van de zeven refs kunnen in Play-off 1 optreden als VAR, maar aangezien dat te weinig is, zullen ook pure videorefs worden ingeschakeld. Als dat om pakweg Tim Pots en Christophe Virant gaat, zullen ook zij vrij moeten vragen op hun werk en opslag eisen. Tot slot zijn er nog de assistenten van de VAR. Zij moeten níét op afzondering, maar krijgen er in de Play-off 1 een nieuwe taak bij: het hanteren van de buitenspellijn. Nu krijgen ze amper 80 euro per match en dat vinden ze een peulschil, gezien de enorme verantwoordelijkheid die met hun werk gepaard gaat, én zeker in vergelijking met de miljoenen die straks op het spel staan.