Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Voor De Munck is zilver op EK turnen mooi meegenomen op weg naar de Spelen

De EK turnen in Rimini vormen een tussenstap op weg naar de Olympische Spelen. Voor sommigen een toernooi om over te slaan. Loran de Munck was er wel, pakte zilver op voltige en tankte zelfvertrouwen.

Loran De Munck tijdens zijn oefening.Beeld AFP

De ene zilveren medaille is de andere niet. Toen turner Loran de Munck twee jaar geleden bij de EK in München als tweede eindigde op voltige, het paard, was dat een grote verrassing. Toen hij afgelopen vrijdag het opnieuw deed, en met een score van 14.933 enkel regerend wereldkampioen Rhys McClenaghan (15.300) moest voorlaten, was dat de bevestiging van zijn status als internationale topper.

‘Nu heb ik er zo hard voor getraind en dan zit toch in je hoofd ‘het zit erin’. Als het er dan uitkomt geeft dat toch extra voldoening. Dan voelt deze toch het vetst’, meldde hij na de finale via de Nederlandse turnbond. ‘En dit is ook een mooie bevestiging in een olympisch jaar’,

De wedstrijden in Rimini vormden sowieso een tussenstap op weg naar een hoger podium. ‘Een EK is en blijft een EK’, zei bondscoach Dirk Van Meldert een week voor de kampioenschappen. ‘Maar dit jaar gaat natuurlijk om de Spelen.’ De ploeg is al zeker van deelname, dankzij hun elfde plaats bij de WK van afgelopen jaar in Antwerpen.

Over de auteur

Erik van Lakerveld is sportverslaggever van de Volkskrant en schrijft met name over olympische sporten als schaatsen, atletiek en roeien.

De EK in Rimini vormden voor het gros van Van Melderts pupillen vooral een mooi moment van actie in maanden van opbouw en uitzien naar Parijs. ‘Voor de jongens is zo’n EK een prima en concreet doel, anders is de periode tot de Spelen zo lang.’

Niet op volle sterkte

Met De Munck, Amine Abaidi, Jermain Grünberg, Rick Jacobs en Casimir Schmidt trad Nederland niet in de sterkste samenstelling aan. Afwezig was Bart Deurloo, die vorig jaar zijn afscheid van het wedstrijdturnen ongedaan maakte om nog eenmaal olympisch teamsucces na te jagen. Voor de 33-jarige was EK-deelname een risico. Van Meldert: ‘Hij heeft een wat ouder lichaam en is minder belastbaar.’

Ook nationaal meerkampkampioen Jordi Hagenaar, die vorig jaar wel deel uitmaakte van de WK-ploeg, ontbrak. Hij kampt met een blessure. De verwachtingen voor de EK hingen daarom vooral af van de ervaren De Munck en Schmidt, die als enige Nederlanders tot toestelfinales doordrongen. Schmidt kwam zaterdag in de sprongfinale tot de zevende plaats.

Zondag, de slotdag van de mannen-EK, arriveerde de Nederlandse vrouwenploeg in Rimini. Hun EK beginnen aanstaande donderdag en net als bij de mannen treden ook zij niet in hun sterkste samenstelling aan. Bondscoach Jeroen Jacobs is er met Elze Geurts, Vera van Pol, Floor Slooff, Tisha Volleman en Lieke Wevers.

Zelfde toestel, andere fabrikant

De vrouwen kregen van Jacobs vrije keuze of ze de Europese kampioenschappen wel of niet wilden aandoen in hun olympische campagne. Niet uit het oogpunt van fysieke belastbaarheid, zoals bij Deurloo het geval is, maar omdat de turners in Rimini hun kunsten op andere toestellen moeten vertonen dan straks in Parijs.

Een brug blijft een brug, een balk een balk. Dat is het niet. Het gaat om de producent en leverancier van de spullen. In Italië zijn alle toestellen van Spieth, straks op de Spelen is alles van Gymnova. En dat verschilt nogal, legt Jacobs uit. De spanning op de leggers bij de brug verschilt, maar ook bijvoorbeeld de kleur van de vloer. Spieth is blauw met witte belijning, Gymnova rood met beige. ‘Dat heeft invloed op de coördinatie.’

Lieke Wevers, die een jaar na haar zus haar rentree maakt, vult bij de persbijeenkomst voorafgaand aan de EK aan wat het op balk betekent. ‘Het huidje van de balk is anders’, zegt ze. De Spieth-bekleding is harder, Gymnova zachter en ruwer. ‘Het is op Gymnova moeilijker pirouettes draaien, vraag maar aan Sanne.’

Kansen in Parijs?

De oud-olympisch kampioen koos ervoor om de EK over te slaan. Zij kwam eerder dit jaar bij wedstrijden in Antalya in actie, net als Naomi Visser. Daar stonden ook toestellen van Gymnova, net als bij de wereldbekerwedstrijden in Caïro waar Sanna Veerman en Eythora Thorsdottir aanwezig waren.

Van de ploeg in Rimini mag wat anders worden verwacht dan van de ploeg die vorig jaar in Antwerpen als zevende eindigde. De enige uit die groep die naar Italië is afgereisd is Vera van Pol. In deze samenstelling moet de ploeg tot zo’n 155-157 punten kunnen komen, denkt Jacobs. Dat moet genoeg zijn voor een plek in de top-8 en de bondscoach hoopt ook nog op enkele individuele finaleplaatsen.

Voor de Spelen zijn de ambities groter. Na de WK, waar de ploeg iets meer dan 161 punten scoorde, heeft Jacobs de resultaten geanalyseerd. Met een paar puntjes extra hier en daar moet Nederland naar 165 punten kunnen en meedoen om de medailles in Parijs.

Hoewel de ploegen al geplaatst zijn, is het voor de individuele turners nog niet zeker wie er straks in Parijs zal staan. De olympische selectie vindt na de EK plaats, in juni. Ook een uitblinker as De Munck moet zich dan weer bewijzen.

Volgens mannenbondscoach Van Meldert is dat de moeilijkste kant van topsport. ‘Je kunt als sporter niet echt ergens op terugvallen. Het kan zijn dat er een heel andere selectie zal gaan dan nu. Maar dat is bijvoorbeeld in een voetbalteam niet anders.’