Direct naar artikelinhoud
InterviewDe vragen van Proust

Anemone Valcke: ‘Meer dan ooit voel ik: ik heb een stem, ik heb iets te zeggen, en ik ga het zeggen ook’

Anemone Valcke: ‘Ik ben een kind van de jaren 90. Er was toen nog geen sprake van #MeToo. Ik werd als een jong persoon in een wereld gegooid die heel hard kon zijn.’Beeld Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Achttien directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: actrice Anemone Valcke (33). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

1. Hoe oud voelt u zich?

‘Dat verschilt van dag tot dag. Al moet ik zeggen dat ik me over het algemeen mijn leeftijd voel, 33 dus. Ik heb het gevoel dat ik in een nieuw elan zit in mijn leven. Tot enkele jaren geleden kon ik me soms nog heel onzeker voelen, over mijn werk bijvoorbeeld, en vergeleek ik me vaak met vakgenoten. Dit jaar heb ik stappen ondernomen, zoals in therapie gaan, waardoor ik me vandaag veel zelfverzekerder voel. Ik heb tegenwoordig op een gezonde manier lak aan de dingen. Ik besef dat mijn carrière belangrijk is voor mij, maar dat het leven toch vooral draait om de mooie mensen die me omringen. Mijn geweldige vrienden en mijn familie, van wie ik weet dat hun liefde forever and ever is. Bewijsdrang zit nog steeds in mij, maar in mindere mate dan vroeger.

“Veel dertigers hebben het gevoel dat hun leven op een bepaald moment te serieus wordt, of dat ze vast komen te zitten in een beklemmende routine. Daar heb ik totaal geen last van. Ik maak zelfs het omgekeerde mee, ik voel me vandaag speelser, jonger en lichter dan als twintiger. Door de scheiding van mijn ouders kwam er al vroeg een soort zwaarte in mijn leven. Ik moest op jonge leeftijd al veel verantwoordelijkheid dragen, want ik was degene waarop geleund kon worden. Die zwaarte was er ook nog in mijn twintiger jaren, maar is nu − onder andere door in therapie te gaan − grotendeels verdwenen. Er is een grote vrijheid in de plaats gekomen. Ik heb nog geen kinderen, er ligt een groot deel van mijn leven voor mij, het kan nog alle kanten op.

“Ik durf vandaag dingen te doen waar ik vroeger alleen maar van kon dromen. Ik heb bijvoorbeeld net een ontwikkelingsbeurs ingediend én gekregen voor mijn eerste eigen project dat ik zelf zal maken en regisseren. Daarvoor trek ik binnenkort naar Spanje. Meer dan ooit voel ik: ik heb een stem, ik heb iets te zeggen, en ik ga het zeggen ook. Vroeger hield ik me nog vaak in, of dacht ik dat deuren gesloten zouden blijven voor mij. Dat heb ik vandaag niet meer.”

2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Ik ben een echte denker. Het is nooit stil in mijn hoofd, er is altijd een interne monoloog gaande. Nadenken levert me veel goeds op, maar bij momenten is het ook heel vermoeiend. De hele tijd denk ik: wat moet er nog gebeuren? Wat is het volgende? Dat denken durft weleens over te slaan in overdenken, of in getwijfel. Ik zeg bijvoorbeeld al jaren dat ik heel graag een yogacursus van een maand zou volgen in India. Maar het komt er maar niet van, ik blijf het uitstellen, en vind altijd wel argumenten om het niet te doen.

“Daarom doet sporten me ook zoveel deugd. Sport haalt me uit mijn hoofd en plaatst me opnieuw in mijn lichaam. Tegenwoordig is dat vooral yoga, maar in het verleden heb ik ook nog intensief gebokst. Bij die yoga hoort ook een stuk meditatie, waardoor ik me bewuster ben geworden van mijn gedachtestroom. Ik kan nu sneller denken: het zijn ook maar gedachten, ik hoef er niks mee te doen. Ik bén mijn gedachten niet.”

BIO

Geboren op 27 september 1990 in Gent • Studeerde drama aan het KASK in Gent • Speelde in films als Aanrijding in Moscou (2008), Bo (2010), Adem (2010) en Cool Abdoul (2021) • Had televisierollen in o.a. Aspe, Witse, Bevergem, De bende van Jan de Lichte en De twaalf • Staat ook in het theater, o.a. bij Compagnie Cecilia en met eigen werk

3. Wat is uw passie?

“Mijn allergrootste passie is acteren, en ik heb het grote geluk dat ik van die passie mijn job heb kunnen maken. Spelen is echt een vorm van therapie voor mij. Als ik aan het acteren ben, voel ik letterlijk hoe de endorfines worden aangemaakt, en mijn cortisolniveaus dalen.

“Een vriendin van mijn huisgenoot is orthomoleculair therapeut, met een holistische benadering van voeding. Zij vertelde me onlangs dat artiesten en mensen die in het verleden een traumatische gebeurtenis meemaakten, gevoeliger zijn voor prikkels van buitenaf. Hun brein zit neurologisch echt anders in elkaar, waardoor ze veel baat hebben bij een platform om zich te uiten. Dat ervaar ik ook zo. Als ik lange tijd niet kan spelen, dan gaat het langs alle kanten wringen. Dan voel ik me niet goed in mijn vel.”

4. Is het leven voor u een cadeau?

(denkt diep na) “Ik leef graag, maar ik vind het leven geen cadeau, want het is bij momenten verdorie niet gemakkelijk. Met de jaren heb ik wel geleerd om ook de moeilijke momenten als onderdeel te zien van het leven, in plaats van een belemmering ervan. Verlies kan bijvoorbeeld mooi zijn, of pijn, of confrontatie. Als je die moeilijke gevoelens niet schuwt, kom je altijd wel heelhuids aan de overkant.

“Ik ben ook best wel gevoelig voor de ups-and-downs in het leven, en toch ben ik positief ingesteld. Dat positivisme heb ik altijd gehad. Ik heb al heftige shit meegemaakt, en ben absoluut geen zondagskind, maar zelfs op de moeilijke momenten kan ik nog steeds schoonheid zien in het leven. Ik heb als twintiger periodes meegemaakt waarin ik me echt depressief voelde, en met die neerwaartse spiraal worstel ik soms nog altijd. Ik heb bijvoorbeeld enorme last van PMS: elke maand ga ik in de dagen voordat ik mijn regels krijg door een soort minidepressie en worden mijn gedachten donker. Maar zelfs dan is er altijd wel iets wat me kan raken. Een mooie zonsondergang bijvoorbeeld, daar kan ik dan tot tranen toe door geroerd zijn.

“Ik ben best wel een melancholisch persoon − dat heb ik van mijn moeder − en dat vind ik niet verkeerd. Ik kan zo overmand zijn door de schoonheid die ik rondom mij zie. Het gebeurt dat ik in de trein zit met een boek, maar geen pagina gelezen krijg omdat ik zo ontzet ben door het landschap dat voorbijglijdt. Met mijn moeder en zus heb ik ook een groepje op WhatsApp waarin we die schoonheid met elkaar delen. Een mooi nummer, een foto van de maan, dat sturen we allemaal naar elkaar door.”

5. Wat was de moeilijkste periode in uw leven?

“Ik denk met name aan twee periodes. De scheiding van mijn ouders rond mijn elfde was toch het startschot van een behoorlijk ellendige tijd, die ook best lang geduurd heeft. Er zijn in die periode psychologische overlevingsmechanismen ontstaan die ik heb meegenomen in mijn volwassen leven en in intieme relaties. De verlatingsangst waarmee ik lang geworsteld heb, heeft daar zijn wortels, denk ik. Mijn ouders zijn er natuurlijk nog steeds, maar het beeld van hen samen is verdwenen. Van mijn jeugd herinner ik me verder niet zoveel, gek genoeg.

“Ook mijn twintiger jaren waren geen al te glorieuze tijd. Wat ik lang heb onderschat, en de mensen rondom mij ook, is het feit dat ik al op mijn dertiende met deze job ben begonnen. Ik ben vroeg volwassen moeten worden, en leidde een leven dat eigenlijk niet paste bij mijn leeftijd. Ik ging bijvoorbeeld al heel vroeg uit. Toen ik op mijn zeventiende aan het KASK ging studeren, had ik al een curriculum opgebouwd en omringde ik me met mensen die minimaal tien jaar ouder waren dan ik. Pas nu besef ik hoe piepjong ik eigenlijk was, en hoe fragiel ook.

“Ik ben een kind van de jaren 90, hè. Er was toen nog geen sprake van #MeToo. Ik werd als een jong persoon in een wereld gegooid die heel hard kon zijn. Als je dan niet de juiste begeleiders hebt, beland je snel bij de verkeerde vrienden. Dat heeft voor een zwaarte in mijn twintiger jaren gezorgd die er eigenlijk niet moest zijn.

“Die jaren waren bij momenten ook leuk, hoor. Maar ik ben blij dat die periode nu achter mij ligt.”

6. Welke kleine alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?

“O, er zijn er zoveel! De eerste koffie van de dag. ’s Ochtends een lauw watertje met citroen en saffraan drinken en rustig wakker worden. De afwas doen, zelf koken: ik vind dat allemaal niet erg, ik kan juist genieten van die burgerlijke taakjes. Ik heb niet zo’n routineus leven, dus ik kan er enorm van genieten als mijn leven per toeval eens wél in de plooi valt.”

7. Wat biedt u troost?

“Een bad pakken. Zingen. Knuffels geven en krijgen. Ook schoonheid in al haar vormen: bloemen, maar ook een mooie film kan me ontroeren.

“Ook Beyoncé biedt me al mijn hele leven troost. Ik heb onlangs ontdekt hoe dat komt. Mijn gezinsleven was destijds niet zo stabiel, en ik heb als twintiger best wel geworsteld met depressieve periodes. Mijn leven voelde lang spannend en gevaarlijk aan. Beyoncé en Destiny’s Child waren in die tijd een baken van vertrouwen. Ik voelde me veilig als ik naar die muziek luisterde. Ik wist hoe die nummers ineen staken, de voorspelbaarheid van popmuziek gaf houvast. Als ik een moeilijke PMS-dag heb, zet ik soms nog steeds de legendarische performance van Beyoncé op Coachella op. Ik blijf teruggrijpen naar die muziek.”

‘Ik heb lange tijd veel last gehad van verlatingsangst. Ik had weinig vertrouwen in mensen. Dat is nu voorbij, dat voel ik echt. Ik kan nu liefde en vriendschap toelaten, en dat doet me enorm deugd.’Beeld Stefaan Temmerman

8. Wat is uw zwakte?

“Ik heb lange tijd veel last gehad van verlatingsangst. Ik had weinig vertrouwen in mensen. Lange tijd was er daardoor een soort emotionele afstandelijkheid ten opzichte van de mensen die het dichtst bij me stonden. Ik hield hen in zekere zin op een afstand, zodat ik hen ook niet echt kón verliezen. Terwijl mijn vrienden ondertussen al ontzettend lang in mijn leven zijn. Dat kun je ook weer herleiden tot de scheiding van mijn ouders. Dat is nu voorbij, dat voel ik echt. Ik kan nu liefde en vriendschap toelaten, en dat doet me enorm deugd.”

9. Waar hebt u spijt van?

“Ik vind spijt een moeilijke emotie, want het impliceert een schaamte voor dingen die ik in het verleden heb gedaan. Ik probeer niet zo hard te zijn voor de beslissingen die mijn jongere ik genomen heeft.

“Tegelijkertijd zijn er wel keuzes die ik liever anders had gemaakt. De relatie met mijn tweede serieuze lief, met wie ik tijdens mijn hele periode aan het KASK samen was, had nooit zo lang mogen duren. Dat was echt een toxische relatie, wat er mee voor gezorgd heeft dat ik me tijdens mijn studententijd niet zo hard op mijn passie voor acteren heb gesmeten als ik misschien had kunnen doen.

“Ik was in die periode op zoek naar stabiliteit, en was verliefd geworden op een wat oudere man, die al een eigen huis had en daardoor in mijn ogen volwassenheid uitstraalde. Maar op emotioneel vlak was die persoon allesbehalve matuur. Ik wist toen nog niet wat grenzen waren of hoe ik die kon aangeven, en die heeft hij dus ook vaak overschreden. Ik besefte snel dat die relatie niet gezond was, en toch ben ik er tweeënhalf jaar in blijven hangen. Ik heb er spijt van dat ik me toen niet sterk genoeg voelde om daar vroeger een punt achter te zetten. En tegelijkertijd ook niet. Ik was jong, ik wist niet beter. Ik heb mezelf dat ook vergeven.”

10. Wat is uw grootste angst?

“Lange tijd was ik heel bang om dood te gaan. Ik ben opgevoed door ouders die snel angstig waren. ‘O nee, klim maar niet in die boom, want je gaat eruit vallen.’ Als dat de boodschap is die je als kind keer op keer hoort, is het logisch dat je daarna zelf angstig in het leven staat. Dat is helemaal geen verwijt naar mijn moeder, want zij is ook maar een mens. Ze heeft bovendien op jonge leeftijd haar beide ouders verloren, dus natuurlijk was ze bang dat er iets met mij zou gebeuren.

“Die angst werd ook al bij het begin van mijn leven heel reëel. Tijdens mijn geboorte slikte ik vruchtwater in, waardoor ik bijna dood was en twee weken in de couveuse lag. Mijn moeder had dus al van in het begin een enorme angst om me te verliezen. Maar haar angst kwam uit liefde voort.

“Nu ben ik vooral bang om ernstig ziek te worden. Als ik even met een kwaaltje sukkel , zoals een blaasontsteking die wat langer blijft duren, denk ik ook heel snel dat ik doodga. Dan bel ik naar mijn zus, die me dan geruststelt: het is weer de Valcke-hypochondrie.”

11. Wanneer hebt u voor het laatst gehuild?

“Eergisteren. Ik had net mijn regels gekregen, en dan ben ik sowieso veel aan het wenen. Ook tijdens de yogales huil ik vaak. Mijn lievelingsleraar Monica zingt aan het einde van elke sessie een mantra, en dat is zó mooi! Dan begin ik vaak te huilen. Ik heb daar ook deugd van, dus ik laat de tranen stromen.”

12. Hoe was uw kindertijd?

“Dubbel. Voor mijn ouders uit elkaar gingen was het in ons gezin leuk, maar ook vaak moeilijk. Er was thuis veel ruzie. Na de scheiding kwamen mijn zus en ik in een week-om-weekregeling tussen mama en papa terecht. Bij papa ging het er verrassend laks aan toe, mama voedde ons in vergelijking heel streng op. Voortdurend wisselen tussen die twee opvoedingsstijlen, dat was niet gemakkelijk.

“Cultuur nam bij ons een prominente plek in thuis. Mijn papa was curator en directeur bij het Design Museum en heeft nu samen met mijn plusmama de living omgetoverd tot een galerie gespecialiseerd in keramiek. Mijn mama is costumière voor film en televisie. Ik herinner me nog het moment waarop ik haar vertelde dat ik geslaagd was voor het ingangsexamen van het KASK, en ze zei: ‘Zou je toch geen psychologie studeren?’ Ze kende de onzekerheid van het leven als acteur natuurlijk ook.

“Eigenlijk wilde ik al in het middelbaar naar de kunstschool, maar toen stond mijn vader erop dat ik in het aso Latijn ging studeren. Van de Griekse mythologie heb ik enorm genoten en ook mijn talenknobbel heb ik aan die studierichting te danken. Maar ik was er niet gelukkig, want ik ging echt wel gebukt onder prestatiedruk. Ik had veel last van paniekaanvallen, kampte met slapeloosheid en had in die periode enorme faalangsten. Ik heb toen veel geblowd om met die druk om te gaan. Dat heeft, zeker aan het einde, niet geholpen. Uiteindelijk ben ik met dat blowen gestopt na een paniekaanval die twee dagen heeft geduurd. Nu raak ik geen wiet meer aan. Als ik aan een joint trek, signaleert mijn brein meteen dat er iets niet klopt.

“Verder heb ik trouwens nooit drugs aangeraakt. Het enige wat ik doe is af en toe eens drinken. Ik heb ervaren hoe ongelooflijk akelig het is als je de teugels écht verliest. Ik kan me gelukkig op andere manieren loslaten. In de yogales, maar ook als ik speel. Acteren is mijn drug.”

13. Hoe kijkt u naar uw lichaam?

“Met steeds meer liefde. Ik ben heel lang streng geweest voor mijn lichaam. Ik groeide op in de tijd waarin heroin chic in de mode was, met graatmagere modellen als Naomi Campbell en Kate Moss op magazinecovers. Dat was het schoonheidsideaal en ik voelde meteen dat ik er niet aan voldeed. Zeker aan het begin van mijn carrière heb ik daarmee gewrongen gezeten. Ik dacht: shit, ik moet tien kilo vermageren om in deze sector mee te draaien. Kleine dingen konden me dan enorm raken. Bij de kleedster binnenwandelen en me doodschamen omdat de broek die voor mij klaarlag me niet paste. Ik zag soms ook rollen naar vriendinnen gaan die slanker waren dan ik.

“Tegelijkertijd voelde ik een grote weerstand tegen die focus op afvallen, want ik haalde ook veel troost uit voeding. Soms ging ik daar wat te ver in, en vond ik die troost vooral in de vorm van junkfood en koolhydraten. Dat hielp me dan een beetje. Een eetstoornis was dat niet, maar ik heb wel lang een moeilijke relatie met eten gehad. Ik at om een leegte binnenin te vullen. Dat is nu wel veranderd. Als ik vandaag tijdens mijn PMS-periode nood heb aan vetten, dan kies ik ofwel zonder schuldgevoel voor frieten, of ik eet vette vis of avocado, wat me ook een vol gevoel geeft. Het is allemaal wat meer in balans.

“Dat ik vandaag met meer liefde naar mijn lichaam kijk, komt vooral doordat de maatschappij aan het veranderen is. We zien vandaag in dat verschillende lichamen mooi kunnen zijn. Murielle Scherre heeft daar voor mij een sleutelrol in gespeeld. Doordat ik al een paar keer voor La fille d’O mocht poseren, gaf ze me het gevoel dat ik gezien mocht worden. Dat deed zoveel deugd.”

14. Wat vindt u erotisch?

“Intimiteit in haar hele spectrum. Een moment waarop je je echt met iemand verbonden voelt, dat vind ik erotisch. Een goed gesprek waarbij je elkaar lang in de ogen kijkt. In iemands oor fluisteren. Ook humor vind ik erotisch, net als speelsheid en zelfrelativering.”

15. Hoe definieert u de liefde?

“Ik geloof niet dat liefde van één persoon moet komen. Het leven is gevuld met kleine en grote daden van liefde. Als ik over straat loop en bonjour zeg tegen een wildvreemde, die me teruggroet, dan is dat óók liefde.

“Ik ben echt omringd door liefde. Er zijn zoveel mensen die mij graag zien. Ik heb ook zelf veel liefde te geef. Gisteren was een van mijn beste vrienden bij me op bezoek. De hele namiddag is hij in mijn appartement blijven plakken, en ’s avonds hebben we samen verse noedels gemaakt. Op de achtergrond stond Frank Ocean op en opeens overviel me de gedachte: dit is het, meer hoeft het voor mij niet te zijn. En dan heb ik dat benoemd. Samen eten maken met iemand die ik ongelooflijk graag zie: wat een cadeau.

“Ik heb vrij recent een relatiebreuk meegemaakt, maar ik ben er mijn geloof in de liefde niet door kwijtgespeeld. Ik weet intussen dat liefde soms ook loslaten is. Dat het niet werkt, ligt niet aan de ene of aan de andere persoon, het komt toch vaak door een dynamiek die je met twee creëert. En zelfs uit stukgelopen relaties neem je altijd wel iets mee wat je dan, misschien, een beetje helpt in de volgende relatie.”

‘Uiteindelijk ben ik met dat blowen gestopt na een paniekaanval die twee dagen heeft geduurd. Nu raak ik geen wiet meer aan.’Beeld Stefaan Temmerman

16. Hoe zou u willen sterven?

“Het liefst abrupt, en al zeker niet aan een slopende ziekte. Of ik heel oud wil worden, weet ik niet, simpelweg omdat ik me geen beeld kan vormen bij het idee dat ik op een dag 80 jaar zal zijn. Ik zal het wel zien als het zover is. In de tussentijd ga ik zeker niet zelfdestructief leven. Ik wil gezond zijn, met de nodige uitspattingen af en toe, want ik wil ook niet al het plezier uit mijn leven bannen. En sowieso wil ik blijven acteren tot ik erbij neerval, zoals Reinhilde Decleir heeft gedaan. Dat lijkt me geweldig.”

17. Wat wenst u als laatste avondmaal?

“De macaroni van mijn mama, omdát hij van mijn mama is. Ze doet ook altijd heel gewichtig over macaroni maken. Het kost haar veel tijd, terwijl ik dat gerecht zelf in tien minuten in elkaar flans. Maar het resultaat is zo lekker.”

18. Welke droom hebt u nog?

“Ik denk dat ik zelf graag mama wil worden. Dat is een dagelijkse bron van twijfel, want soms denk ik: de wereld is al zo fucked up, geef ik dat kind dan wel een toekomst? En in zekere zin ben ik nu ook al een soort moeder, bijvoorbeeld voor mijn vrienden. Ik ben zorgend ingesteld, en kan dat nu ook al kwijt in die relaties. Ook voor mijn twee metekindjes ben ik een soort mama. En toch denk ik dat ik ooit in de letterlijke zin van het woord moeder wil worden.

“Ik wil in de toekomst graag blijven spelen én zelf dingen maken. Het acteren zelf zou ik enorm missen als het uit mijn leven verdwijnt, maar ik voel dat ik naarmate dat ik ouder word meer zal willen regisseren. Dat zit echt in mij en is zich aan het ontwikkelen. Ik regisseer nu al kinderen op de acteerschool, en ik merk dat dat me ligt. Dat wil ik in de toekomst nog vaker doen.

“Ik heb het gevoel dat ik me op een scharnierpunt in mijn leven bevind. Ik vertrek op residentie naar Spanje om aan mijn eerste eigen project te werken. Als ik terugkom, repeteer ik voort op Het ego, een voorstelling over grensoverschrijdend gedrag die op Theater Aan Zee in première gaat, en werk ik voort aan mijn eigen project. Ik heb er geen idee van hoe de komende jaren er zullen uitzien. Dat is spannend, maar ik heb er wel veel zin in.”