Kajsa Ollongren wil af van raadgevend referendum

Welke indruk maakt zij?

Ze heeft een pittige uitstraling. Dat is ook niet raar voor iemand die bijna een kwarteeuw als hoge ambtenaar in de politieke keuken heeft gekeken. Met armgebaren onderstreept ze haar betoog, af en toe schrijft ze met de linkerhand iets op, als Kamerleden haar bevragen. Toch lijkt ze een beetje nerveus voor haar eerste grote optreden in het parlement. In plaats van democratische ‘vernieuwing’ heeft ze het over ‘vernieling’. Ze corrigeert zichzelf direct en gaat snel verder met haar betoog.

Overtuigt zij?

Ja, vooral wanneer ze op besliste wijze afstand neemt van de persoonlijke aanval op haar van Martin Bosma (PVV). ‘Ik vind dat jammer, uw fantasie ging met u aan de haal’, voegt ze de PVV’er toe. Nadat die kwestie is afgehandeld, gaat ze soepel over op de inhoudelijke onderwerpen van haar ministerie, zoals het openbaar bestuur en de betrokkenheid van burgers daarbij.

Nog in de problemen?

Nee, dat is niet gebeurd. Wel botste het even flink tussen de minister en de SP en de PvdD. Ze werd vooral aangesproken als D66’er die een einde moet maken aan het raadgevend referendum, terwijl haar partij er altijd een hartstochtelijk voorstander van was. ­Ollongren verdedigde met zo veel verve dit voornemen uit het regeerakkoord, dat SP-Kamerlid Ronald van Raak boos werd. Het kostte haar geen moeite een reeks bezwaren tegen het referendum op te sommen. De minister begreep dan ook ‘heel goed’ dat de onderhandelaars van dat ‘verwarring stichtende instrument’ af willen. Ondanks aandringen van enkele oppositiepartijen wilde ze nog niet zeggen of er ook een referendum komt over de wet die het raadgevend referendum afschaft.

Uitgestoken hand?

Als politica met haar lange ervaring als topambtenaar strooide Ollongren met toezeggingen die weinig kosten. ‘Daar kom ik op terug’ of ‘zo spoedig mogelijk zal ik de Kamer daarvan op de hoogte stellen’ zijn dan de gebruikelijke frasen.

Ze deed een beroep op alle fracties het fenomeen van nepnieuws serieus te nemen. Het is haar menens op dat onderwerp, liet ze blijken. Staten als Rusland zijn uit op het zaaien van verdeeldheid, en dat doen ze met nepnieuws.

dossierkennis?

Dat zit bij deze minister wel goed. Haar dossiers bewegen zich van het in toom houden van topinkomens in de publieke sector tot het beschermen en weerbaar maken van raadsleden en burgemeesters die worden bedreigd door criminelen. Verder kondigde ze alvast aan van harte te zullen meedoen aan het komende debat over het referendum over de Wet inlichtingen- en veiligheidsdiensten (de zogenoemde ‘sleepwet’).