Direct naar artikelinhoud
WetenschapDie ene patiënt

‘Wie dit werk doet, moet onder hoogspanning goed presteren’

Medische experts over de patiënt die hun kijk op het vak veranderde. Deze week: ambulanceverpleegkundige Jan van den Berg (47).

‘Wie dit werk doet, moet onder hoogspanning goed presteren’
Beeld Tzenko Stoyanov

‘Het was midden in de nacht, er kwam een melding binnen over een zwangere vrouw met een uitgezakte navelstreng. Ik ging ervan uit dat we alleen het vervoer hoefden te regelen en haar zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moesten brengen. Een navelstreng die uitzakt, kan levensgevaarlijk zijn voor de baby omdat de aanvoer van bloed wordt belemmerd. De vrouw had weeën, ze lag op bed. Ik keek om me heen, nergens een verloskundige. De aanstaande vader vertelde dat hij het ziekenhuis had gebeld en dat ze daar meteen een ambulance hadden geregeld. Ik vroeg zijn vrouw hoe lang ze zwanger was. Negenentwintig weken, zei ze. Dat veranderde alles, ik moest razendsnel omschakelen. Ze was maanden te vroeg.

‘Het hoofdje was gelukkig nog niet zichtbaar. Als dat zou gebeuren, moest ik het opduwen, had ik geleerd, om de navelstreng ruimte te geven. We moesten de vrouw zo snel mogelijk op de brancard zien te krijgen, maar er was een probleem: ze woonde drie hoog in een portiekflat en de brancard stond beneden in de hal. Stap voor stap gingen we samen de trap af, terwijl ze onderweg steeds stopte om de weeën op te vangen. Op de laatste trede zei ze opeens: ik voel wat komen. Ik spoorde haar aan om door te lopen, anders zou de baby in het koude trapportaal ter wereld komen.

Die ene patiënt
Welke patiënten maken de meeste indruk en stimuleren een arts? Van neurochirurg tot kinderarts: in deze serie vertellen artsen en zorgwerkers over die ene patiënt die hun kijk op het vak ingrijpend veranderde..

‘Mijn collega had intussen de kachel in de ambulance flink opgestookt. Als het kind onderweg geboren zou worden, dan moesten we zorgen dat het warm bleef. Te vroeg geboren baby’s hebben zo’n dunne huid dat ze heel snel afkoelen. Zo reden we met zwaailicht en sirene richting het ziekenhuis. Ik besloot te controleren of het hoofdje al in zicht was. Tot mijn ontzetting zag ik geen hoofdje maar een voetje naar buiten komen. Het was een stuitbevalling. Achter in die snikhete ambulance liep het zweet me over de rug. Al snel kwam het tweede voetje. Ik hoopte dat de baby niet klem zou komen te zitten maar het kindje was zo klein dat het binnen een minuut werd geboren.

‘Het huilde niet, volkomen slap lag het op de buik van de moeder, die zich bezorgd afvroeg wat er aan de hand was. Ze kwam omhoog en keek mij aan. Leefde het wel? We waren twee minuten van het ziekenhuis vandaan. Ik besloot om te gaan beademen, heel voorzichtig, vanwege de longetjes die nog niet rijp waren. Bij het ziekenhuis stond een medisch team klaar, ik liep mee naar de verloskamers. En toen opeens, in de lift, zag ik het kindje bewegen en kort daarop klonk gehuil. Ik was zo opgelucht.

‘Ruim 24 jaar werk ik nu op de ambulance en nog nooit heb ik een bevalling in mijn eentje gedaan, laat staan in de ambulance, en dan ook nog eens een stuitligging. Kwestie van geluk dat het zo goed was afgelopen, dacht ik zelf. Totdat de kinderarts een compliment gaf en zei dat ik heel goed had opgetreden. Toen realiseerde ik me hoe groot de waarde is van al onze trainingen en onze ervaring. Wie dit werk doet, moet onder hoogspanning goed presteren, scherp zijn, en ook creatief. Situaties verlopen immers heel vaak niet volgens het boekje. Door deze uitzonderlijke bevalling ontdekte ik de kracht van ons vak: je komt ergens voor te staan en je handelt.

‘In de vroege ochtend heb ik de jonge moeder het allerbeste gewenst. De vader heb ik niet meer gezien. Hij was achter ons aan gereden en kwam pas veel later in het ziekenhuis aan. We zijn teruggegaan naar onze post, vol van wat er was gebeurd. Meestal weten we niet wat onze rol is geweest, of we mensen hebben gered, hoe het met ze afloopt. Maar een week later bracht de post een geboortekaartje, en een brief. De ouders bedankten ons. Het was een meisje, ze was gezond.’