Direct naar artikelinhoud
InterviewSilke Thorrez, Emilie De Roo en Isabelle Van Hecke

‘Toen die beruchte scènes gefilmd werden, vonden de mannen het veel vuiler dan ik’: de vrouwen uit ‘Nonkels’

Silke Thorrez, Emilie De Roo en Isabelle Van Hecke.Beeld Johan Jacobs

Geen Nonkels zonder tantes, en vooral: geen moeiteloos over de lat van z’n voorganger springend tweede seizoen zonder de klasse van Silke Thorrez (34), Emilie De Roo (43) en Isabelle Van Hecke (46). Een tripel van een interview, bruisend en schuimend. ‘Er zit eigenlijk te weinig tante Carine in mij.’

Net als in het eerste seizoen struinen de broers Luc (Jelle De Beule), Willy (Rik Verheye) en Pol Persyn (Wim Willaert) gemoedelijk rond op hun belendende West-Vlaamse percelen, zich aldoor stotend aan welke steen zich ook aandient. En net als in het eerste seizoen moeten Carine (Isabelle Van Hecke), Delphine (Emilie De Roo) en Anke (Silke Thorrez) de boel draaiende houden, óók als Luc plotsklaps begint te werken – hij is aan het sparen voor een vluchtsimulator – voor Willy’s onheilspellende concurrent Christian (Wim Opbrouck).

Mag ik zeggen dat ik een tikje zenuwachtig ben om me aan de nietsontziende frons van tante Carine te onderwerpen?

Isabelle Van Hecke (foetert de Carine-foeter) “Ma how wi! Schrik voor ik? Zwanst eki ni! (lacht) Nee, je mag gerust zijn: er zit weinig Carine in mij. Té weinig, eigenlijk. Ik had wat meer van haar kunnen gebruiken. Dan kon ik mijn gedacht zeggen, en terugsnauwen wanneer mensen onbeleefd tegen me zijn.

“Het overkomt me vaak dat vrouwen met samenzweerderige pretoogjes naar me toe komen: ‘Pst, ik ben ook een Carine! Zjuust dezèlste!’ Ze zijn daar altijd heel trots op, met hun hoogsteigen Luc aan hun zij die braaf staat te knikken: ‘Zekers, effenaf.’ Maar ik zie er toch niet echt een compliment in.”

Emilie De Roo: “Ik sta even ver af van de meisjesachtige trophy wife die Delphine is. Ik ben een halve jongen: met kort haar door de tuin springen vond ik altijd leuker dan op metershoge hakken balanceren.”

De maquillage helpt Jelle De Beule en Rik Verheye om in de huid van Luc en Willy te glijden. Geldt dat ook voor zelfbruiner, extensions en gelnagels?

De Roo: “Tuurlijk! Mieke, onze chef kostuums, gaat altijd voor Delphine shoppen in de chique boetiekjes van Knokke. Als ik die kleren aandoe, komt mijn innerlijke Delphine automatisch naar boven. Dan krijgt mijn loopje op slag iets parmantigs en tekent zich op mijn gezicht een poeslief glimlachje af.”

Je bent in volle Delphine-outfit naar het titelfeest van Club Brugge gegaan.

De Roo: “O, verschrikkelijk! Rik wandelt nogal snel op zulke events en ik moest de hele tijd achter hem aan tsjollen op mijn hoge hakken. Ik snap niet waarom vrouwen zichzelf zulke stelten aanmeten, geef mij maar sneakers.”

Lijk jij wél op Anke, Silke?

Silke Thorrez (lacht) “Anke ligt alleszins dichter bij mij dan Carine bij Isabelle of Delphine bij Emilie. Ze kijkt ietwat zuchtend naar haar familie – ‘Wat zeggen ze nu weer allemaal?’ – maar ze wéét dat ze niet zonder hen kan. Ook als de kelen op een familiefeest zodanig zijn gesmeerd dat er een ongezouten politieke uitspraak uit floept. Net zoals Anke heb ik me erbij neergelegd: ze zijn zo en ik zie ze graag.”

‘West-Vlaanderen ligt nog wat verwijderd van de rest van de wereld. Ik kijk ernaar met vrolijke verwondering.’
Beeld Play 4

Hebben jullie je voor Carine, Delphine en Anke laten inspireren door bestaande personen?

Van Hecke: “Niet door één iemand. Jelle wel. Dan zegt hij: ‘Dat personage is mijn moeder. En dát is mijn grootvader.’”

De Roo: “Weet je wat wel uit het leven gegrepen is? Carine die haar voeten laat likken door haar hond, de Duitse herder Kürt. Onze regisseur heeft een tante die elke avond thuiskomt, haar sokken uitdoet en zich bij de salontafel posteert.”

Thorrez: “Tante Betty!”

Van Hecke: “Nu ik er zo over nadenk: in de reeks doe ik Kürt vaker binnen dan mijn echtgenoot Luc. Toen de beruchte hondenkusscènes uit het eerste seizoen gefilmd moesten worden, vonden de mannen – die het script nota bene hadden geschreven – het veel vuiler dan ik. Om die hond op commando aan mijn gezicht of tenen te laten likken, smeerden ze me trouwens speciaal in met paté.”

BOERENBUITEN
Beeld Streamz/Play4

Thorrez: “Die paté vond ik een stuk viezer dan de hond.”

Van Hecke: “Met die spots van duizend graden erop gericht gaf het alleszins een, euh, interessant geurtje. (Denkt na) Dat is nog het vervelendste aan een hond: na verloop van tijd begin je zelf naar hond te ruiken. Ik ben meer een kattenmens.”

‘Toen die beruchte scènes gefilmd werden, vonden de mannen het veel vuiler dan ik’: de vrouwen uit ‘Nonkels’
Beeld Streamz/Play4

In dit seizoen krijgt Delphine een naaktkat.

De Roo: “Het klikte meteen tussen ons. Wel vervelend: die kat had werkelijk nérgens haar, ook niet in haar neus. Bij het minste stofje begon ze te niezen. Op zich niet erg, maar bij elke niesbui vuurde ze wel gigantische groene sledders van snottebellen door de kamer. Als haar neus begon te trillen...”

Van Hecke: “Toevallig: dat is bij Carine óók het teken om je uit de voeten te maken.”

‘Wie komt er nu nog zo laat langs?’ vraagt Carine zich af wanneer de bel gaat tijdens het omstreeks zevenen uitgezonden Blokken. Ze weet exact op welke avond ze spaghetti eet (maandag) en ze smeert altijd evenveel boterhammen voor haar man (vier). Wie van jullie is het ferventste gewoontedier?

Thorrez: “Ik zou er deugd van hebben om wat méér gewoontedier te zijn. Ik mis soms... Wat is het woord ook alweer? Structuur.”

Van Hecke: “Structuur maakt het leven van Carine makkelijker. Ze hoeft niet na te denken, ze wéét dat het ’s avonds kalfslapjes zijn. En toch staat haar cortisol veel te hoog.”

De Roo (droog) “Dát heb ik gemeen met Carine.”

Isabelle Van Hecke: ‘Mijn moeder heeft ooit in het klooster gezeten. Ik wilde zelf ook nonneke worden, dan kon ik in het buitenland mensen gaan helpen.’Beeld Johan Jacobs

Cortisol?

De Roo: “Stresshormoon bij de vrouw. (Hoofdschuddend) Ik was veel liever een man geweest, alleen al om daarvan af te zijn.”

Thorrez: “Ze zeggen dat iets is verankerd als je het veertig dagen na elkaar doet. Zo heb ik gewoontes in mijn leven ingebouwd. Als ik opsta, zet ik de waterkoker aan en drink ik een glas warm water met citroen en cayennepeper.”

Van Hecke: “Daar ben ik jaloers op. Citroen zuivert de afvalstoffen die je lever en je gal ’s nachts hebben opgebouwd. Kijk, ik wéét dat, maar ik doe er niks mee.”

Thorrez: “Als ik bij iemand ga slapen, pak ik niet enkel mijn tandenborstel mee, maar ook een flesje citroensap (lachje).”

De Roo: “Ik heb de structuur in mijn leven toegelaten toen de kinderen er kwamen.”

Want voorheen...

De Roo: “...was regelmaat iets zoals kernfysica: ik wist wel dat het bestond, maar ik was er nog nooit rechtstreeks mee in aanraking gekomen (lacht). Opstaan, eten en gaan slapen op een vast uur: voor kleine kinderen is die regelmaat het enige houvast. Zelf vind ik het intussen ook heel aangenaam om te weten dat ik precies om halfelf naar de supermarkt kan.”

Word je daar weleens aangeklampt door fans?

Thorrez: “Ik was eens met mijn lief op Batibouw – we stonden verlekkerd naar de jacuzzi’s te kijken – toen plots een kerel mijn lief vastpakte: ‘Ma how jong, ik dacht dat jij een zwarte was!’ Ik had eerst geen flauw idee dat hij het over ‘Nonkels’ had, dat hij zinspeelde op de romance die er nooit is geweest tussen Anke en Innocent. Die man vond dat de grap van de eeuw, maar wij stonden allebei aan de grond genageld. Tot zijn vrouw hem zachtjes bij de arm nam en naar me glimlachte: ‘Ge doet dat vree hoed, meistje!’”

View this post on Instagram

Een foto die is geplaatst door Silke Thorrez (@silke.thorrez) op

De Roo: “Ik word zelden herkend. Ik spreek geen West-Vlaams en in het echt zie ik er heel anders uit dan Delphine.”

Van Hecke: “Zó anders nu ook weer niet, toch?”

De Roo: “Jawel, dat is empirisch bewezen! Toen ik op Instagram foto’s begon te posten van mezelf in volle Delphine-glorie, trok ik opeens een bepaald type man aan. Die stuurden me berichten à la: ‘Wat een mooie vrouw ben jij!’ Tot ik ook foto’s begon te posten van mijn andere projecten, zónder kilo’s make-up. Mijn volgersaantal kelderde meteen, wellicht omdat die mannen dachten: ow fuck, tóch niet! (schatert)”

Dit bericht op Instagram bekijken

Een foto die is geplaatst door Emilie De Roo (@emiliederoo) op

In een Humo-interview had je het over dickpics.

De Roo: “Ik krijg ook berichten van voetenfetisjisten: ‘Wil je geen foto’s van je voeten nemen voor zoveel euro per week?’ Ook sugar daddies melden zich geregeld aan.”

Thorrez: “Bij mij is het beperkt gebleven tot één datevoorstel van een oudere lesbische dame.”

Van Hecke: “Bij mij is het minder spannend: ik krijg bij de vleet uitnodigingen van restaurants, veelal aan de kust, die willen dat ik eens een pannenkoek kom proeven.”

Thorrez (lacht)

Van Hecke: “Deelnemers van Temptation Island vragen ze om acte de présence te geven in een discotheek, mij willen ze in de brasserie!”

De legendarische pannenkoekenscène: word je daarop het vaakst aangesproken?

Van Hecke: “O, ja! Ik zie mijn zus weinig, maar als we afspreken, gaan we samen een wafel eten. Dat is al twintig jaar een gewoonte, maar nu gaat dat niet meer! Als ik een wafel bestel, zit de hele zaak me aan te staren. En altijd is er wel één iemand dapper genoeg om te vragen: ‘Awel, geen pannenkoeken vandaag?’ (lacht) Het is erg, eigenlijk heb ik sinds die scène geen pannenkoek meer geproefd.”

Video wordt geladen...

Je staat jarenlang te zwoegen op de planken, en wat bezorgt je eeuwige roem? Een pannenkoek.

Van Hecke: “Onlangs hoorde ik iemand over mij zeggen: ‘Zij is dé ontdekking van Nonkels!’ Maar effectief, ik sta al twintig jaar mijn botten af te draaien. En niet in de kleine theatertjes in de marge: ik heb fantastische projecten gedaan met Het Toneelhuis, Olympique Dramatique, Het Eenzame Westen, Bronks, Antigone, Froefroe... Ach, ten tijde van Van vlees en bloed zeiden ze hetzelfde over Reinhilde Decleir, de grande dame van het theater: ‘Waar komt díé ineens vandaan?!’»

Als je een personage mooi wilt kneden, moet je het op z’n minst een beetje graag zien. Zie je Carine graag, ook wanneer ze met haar vinger over de kast gaat waar de poetsvrouw net is gepasseerd?

Van Hecke: “Wel, euh... (mompelt)”

Thorrez (lacht) “Jij volgt óók met je vinger, hè?”

Van Hecke: “Nee, dat durf ik niet! Maar ik dénk wel zo. In mijn gedachten zit ik soms op dezelfde golflengte. Zo heb ik ook een fixatie op vuile ramen. Als ik in de trein of bus zit, kan ik alleen maar denken: laat me hier alsjeblíéft kuisen!

“Ik betrap mezelf erop dat ik Carine verdedig. Op de set zuchtten collega’s weleens: ‘Het is toch écht een kutwijf, hè.’ Dan vind ik dat oprecht erg. Ze is bazig en alles wat je wilt, maar ik snap waar dat allemaal vandaan komt. Soms heeft ze zelfs ronduit gelijk, ook al verwoordt ze het niet goed.”

De Roo: “Een vent zoals Luc, zo’n voetmat die nooit zegt wat hij denkt: da’s ook geen cadeau, hè? Hem wil je toch ook af en toe door elkaar rammelen? Als ze wil dat er iets bougeert, móét ze de koe wel bij de horens vatten. Om maar te zeggen: haar hoge cortisol komt niet uit het niets.”

GIE DWOAZ’N!

Worden Jelle De Beule en Rik Verheye nooit chagrijnig van al die kilo’s schmink op hun gezicht?

De Roo: “Voor het tweede seizoen hebben we op een bepaald moment gefilmd op een zwoele zomerdag bij 40 graden. Dan zag ik Rik soms een gaatje maken in zijn kaak, om het opgestapelde zweet er in één straal uit te laten gutsen. Vreselijk!”

‘‘Nonkels’ is niet politiek incorrect, het is een bolle spiegel die onze kleine kantjes uitvergroot. Onze serie gaat niet over diepgeworteld racisme, maar over onwetendheid.’ (Foto: Jelle De Beule, Rik Verheye en Wim Willaert)Beeld Play

Thorrez: “En toch bleven ze altijd goedlachs en galant!”

De Roo (sussend) “Ze hebben het ook alleen maar zichzelf aangedaan, natuurlijk.”

Klopt het dat De Beule en Verheye tijdens de opnames van het eerste seizoen ook in character bleven wanneer de camera’s niet draaiden?

Van Hecke: “Continu! Ik werd er soms gek van, ze bléven maar onnozel doen. Goed, dan bleef ik ook maar Carine: ik mompelde ‘Moh, gie dwoaz’n,’ en ik wandelde naar de catering. Maar ik snapte hen wel, hoor.”

Waren jullie desalniettemin snel te overtuigen voor een tweede seizoen?

Allemaal (in koor): “Meteen.”

Thorrez: “We hebben zoveel lol gehad!”

De Roo: “Iedereen stond met volle overgave op de set: Nonkels is een pure speeltuin.”

Thorrez: “In het tweede seizoen was ik rustiger, in het eerste voelde ik me wat klein. Ik zag iedereen wilde, uitgesproken personages vertolken, groot en breed acteren. En daartussen liep Anke doodgewoon te wezen. Tot ik de reeks effectief bekeek: plots snapte ik wat zij betekende voor het verhaal. The voice of reason te midden van alle gekte.”

Van Hecke: “Ik begrijp je gevoel. Je ziet hoe de rest van de personages met dikke klodders verf geschilderd worden, en dan moet jij met je meetlat secure lijntjes trekken. Maar het is wel nodig. Als de camera op jou of Blaise (Alfonso, die Innocent speelt, red.) is gericht, kan de reeks ademen: daar zitten de rust en de emotie, die ervoor zorgen dat je de rest van het circus kunt blijven verdragen.”

Thorrez: “Anke weet ook niet altijd wat ze moet doen, dat vind ik leuk aan haar. Tijdens een inburgeringscursus begint ze voor volwassen mensen te zingen terwijl ze ukelele speelt: ze wil doodgraag progressief en vooruitstrevend zijn, maar als je haar laat doen, komt ze toch telkens met zúlke ideeën af.

“Gelukkig mag Anke ook evolueren. In het tweede seizoen is ze gelukkiger dan in het eerste, toen ze meer kopzorgen had vanwege haar relatie met Fabienne.”

‘Deelnemers van ‘Temptation Island’ mogen actes de présence geven in discotheken, ik word uitgenodigd om een pannenkoek te gaan eten in een brasserie’Beeld Play 4

Zijn jullie personages mee geëvolueerd?

Van Hecke: “Ja, Carine maakt een serieuze relatietoestand mee met Luc, en moet voor zichzelf een aantal stappen leren te zetten: ze moet een beetje leren los te laten, begrip te tonen. Dat is ze niet gewend (lacht).”

De Roo: “En Delphine bijt feller van zich af, ze komt meer op voor de dingen waar ze voor staat. Je merkt meer dan ooit dat Willy haar nódig heeft.”

Het scenario van het eerste seizoen was van Jelle De Beule, Rik Verheye en Koen De Poorter. Dit tweede seizoen werd geschreven door De Beule en Floris Schillebeeckx, mét input van onder meer Elisabeth Lucie Baeten en Liesa Naert.

De Roo: “De vrouwelijke touch, en dat voel je! De vrouwelijke personages zijn op slag minder naïef, ze reageren... échter. Ook de mannelijke personages varen daar wel bij. Kerels als Jelle en Rik gaan mee met hun tijd. Da’s goed, hè?”

Emilie De Roo: ‘Ik heb pas structuur in mijn leven toegelaten toen de kinderen er kwamen. Daarvoor was regelmaat zoiets als kernfysica: ik wist dat het bestond, maar ik was er nog nooit mee in aanraking gekomen.’Beeld Johan Jacobs

Thorrez: “Ik heb daar eerlijk gezegd niet zo bij stilgestaan. Maar wat ik me wel plots realiseer: er wordt in het tweede seizoen totaal geen issue meer gemaakt van Ankes lesbisch-zijn. Er zit zelfs geen enkele pot-mop in!”

AFRIKAANS DANSEN

Hoe goed kennen jullie elkaar intussen?

Thorrez: “Isabelle is een soort moeder voor mij (lachje).”

De Roo: “Er is liefde!”

Van Hecke: “Emilie heeft zelfs opgetreden op mijn trouwfeest.”

Aha?

De Roo: “Speciaal voor Isabelle hebben Sarah Vandeursen en ik een eenmalige reünie gehouden van Kenji Minogue.”

Van Hecke: “Daar ben ik je zo dankbaar voor! De eerste keer dat ik Emilie zag, brabbelde ik meteen: ‘Ik vind Kenji Minogue zó goed, maar ik heb jullie nooit live gezien!’ Toen ik daarna op jouw verjaardagsfeest Sarah tegen het lief liep, flapte ik eruit: ‘Kom je niet op mijn trouwfeest spelen?’ Tot mijn immense verbazing zei ze ja. Ik dacht dat het een mopje was.”

De Roo: “Neenee. Al waren de omstandigheden niet optimaal: we moesten spelen in een ruimte waar de muziek uitviel als de decibels te fel in het rood gingen. Als je ons een beetje kent, weet je dat we ons daar geen fluit van hebben aangetrokken, waardoor het een soort stoelendans is geworden die voortdurend werd onderbroken.”

Kenji MinogueBeeld Nick Proot

Van Hecke: “Even heb ik het in mijn broek gedaan. Emilie werd, in de gedaante van haar Kenji Minogue-alter ego Fanny Willen, wóést.”

De Roo (lacht)

Van Hecke: “Ik dacht dat je die decibelmeter uit de muur zou trekken!”

De Roo: “Dat heb ik effectief overwogen – soms zijn we niet voor rede vatbaar – maar uiteindelijk heb ik besloten dat het ietwat nefast zou zijn voor de feestvreugde.

“Wist je dat er tijdens een optreden van Kenji Minogue ooit een plafond naar beneden is gedonderd? Dat gebeurde, ja. Tijdens zo’n optreden komen Sarah en ik in een baldadige trance terecht. Dan maken we alles kapot. Ik ben vaak wakker geworden met rare verwondingen aan mijn handen. Een halve ruit die erdoor stak, maar die ik door de adrenaline niet had voelen zitten – dat soort dingen.”

Mis je die baldadigheid?

De Roo: “O, jazeker! Elke keer als Sarah en ik naar een optreden gaan, krijgen we opnieuw goesting. (Denkt na) Kenji Minogue lijkt me een ideaal project om weer op te pikken in de menopauze.”

Van Hecke: “Kenji Minogue op rollators kan ook.”

De Roo: “Dan zal ons gehoor achteruitgegaan zijn, dus moet het volume nóg hoger.”

Na dat bewuste trouwfeest ben je op huwelijksreis gegaan, Isabelle. Met je beste vriend dan wel: je kersverse echtgenoot liet je thuis. Mag ik dat een heel Carineske move noemen?

Van Hecke (lacht) “Ik denk dat Carine nooit vertrokken was zonder haar Lucsje. Hij alleen thuis, zeker? Tarara! Bij mij was het simpel: na onze trouwdag had mijn man het extreem druk op zijn werk, dus heb ik mijn beste vriend opgetrommeld. Om mijn man te plagen noemde ik dat de huwelijksreis. Maar onze échte huwelijksreis hebben we achteraf netjes samen ingehaald, hoor.”

BOERENBUITEN

Nog een fun fact: je zou op hoog niveau Afrikaanse dans hebben beoefend.

De Roo (opgetogen) “Maar Isabelle!”

Van Hecke: “Ik danste sabar, een heel harde, strijdende, stampende Senegalese dans. Dat is begonnen door een uurtje mee te oefenen met de huisvrouwen in Wevelgem, maar al snel ging ik er helemaal in op. In het weekend ging ik naar Nederland om van acht uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds te trainen. Ik heb nog met Youssou N’Dour op het podium gestaan en ik heb ooit zelfs stage kunnen doen bij het Koninklijk Ballet van Senegal. Alleen: ik zat in het laatste middelbaar en ik mocht niet van mijn ouders. Nu snap ik dat, maar toen... (lacht)

“Ik vind het jammer dat er geen beeldmateriaal van mijn danscarrière overblijft. Ik had ’t graag eens aan mijn man laten zien. Want ik heb het gemerkt bij mijn moeder: pas toen ik foto’s zag van haar jonge, frêle lijf, geloofde ik écht dat zij vroeger nog ballet had gedaan.”

Klopt het dat zij nog non is geweest?

Thorrez: “Wááát? Isabelle, we leren je hier kennen!”

Silke Thorrez: ‘In het eerste seizoen mocht iedereen wilde personages spelen, terwijl Anke doodgewoon liep te wezen. Pas achteraf besefte ik dat zij the voice of reason is te midden van alle gekte.’Beeld Johan Jacobs

Van Hecke: “Ja, al weten we dat niet van haarzelf. Ik heb na haar overlijden – ze is gestorven toen ik 24 was – een stapel brieven en foto’s gevonden die ze bij leven en welzijn had verstopt. Ze had nog tegen vriendinnen gezegd: ‘Zorg dat mijn kinderen die nooit te zien krijgen!’ Terwijl ik het haar niet aanwrijf dat ze nog non is geweest. Integendeel: ik vind het moedig dat ze, in die tijd, zélf de beslissing heeft genomen om haar habijt aan de haak te hangen. Moeder overste had nog geprobeerd haar op andere gedachten te brengen: ze zei dat de duivel haar zou komen halen. Maar mijn moeder heeft zich niet laten kennen. Ze was nochtans een heel angstige vrouw. Als we de bus namen van Wevelgem naar Kortrijk, klampte ze zich de hele rit lang met witte knokkels vast.”

Thorrez: “Lijk je op haar?”

Van Hecke (denkt na) “Emotioneel wel, ik ben conflictmijdend en vaak té empathisch. En ook: éérst werken, pas daarna sta ik mezelf toe om te rusten.

“Mijn moeder had de kuisziekte. Als ze vrijdagavond thuiskwam van het internaat, schrobde ze meteen haar kamer, en als ze zondagavond weer vertrok nóg eens.”

Thorrez: “Niet moeilijk dat jij de kuisvrouw overal met de vinger volgt.”

BOERENBUITEN
Beeld Streamz/Play4

Van Hecke: “Als kind wilde ik ook nonneke worden, dan kon ik in het buitenland mensen gaan helpen.”

De Roo: “Vroeger hoorde dat zo in West-Vlaanderen: in elke familie ging er iemand naar het klooster.”

Van Hecke: “Mijn moeder bracht soms homeopathische spullen naar het slotklooster van de Karmelietessen in Kortrijk, die geen contact mochten hebben met de buitenwereld. Twee oude nonnekes, zussen van in de 90, slopen elke zondag – wanneer moeder-overste sliep – naar het zolderkamertje, waar de enige telefoon stond. Dan belden ze naar mijn moeder, wel twee uur aan een stuk, om ouderwets te keuvelen. Dat was hun eigen kleine rebellie. Prachtig, toch?”

In Nonkels wordt la Flandre profonde liefdevol gefileerd. Voelen jullie een afkeer voor die typische, lichtjes bekrompen dorpsmentaliteit, of net liefde?

Van Hecke: “Ik kom uit een dorp. Toen ik ging studeren in de stad, werd ik bekeken alsof ik een exotische vogel was. En ik had dan ook nog eens voor een artistieke richting gekozen: héél merkwaardig.”

Thorrez: “Idem hier: ik was ‘de alternatieve’, zo hoorde ik de mensen fluisteren, gewoon omdat ik een salopette droeg.”

Van Hecke: “West-Vlaanderen ligt nog wat verwijderd van de rest van de wereld. Omdat ik in Hoboken woon, hoor ik vaak de opmerking: ‘En moet je nu nog helegans naar Antwerpen?’ Als mijn zus op bezoek komt, maakt ze er graag een weekend van, want ‘als ik dan toch zo ver kom...'

“Maar afkeer? Néé. Ik kijk ernaar met vrolijke verwondering.”

Thorrez: “Een halfjaar geleden heb ik een theatervoorstelling gemaakt met vijf mensen van Tielt en vijf mensen van Gent. Het verschil tussen die groepen was immens, maar er gebeurde iets magisch: gaandeweg begonnen die van Tielt alternatievere kleren te dragen én voelde je die van Gent zoetjesaan volkser worden. Ik woon in de stad, maar ik blijf dat volkse nodig hebben: als ik alléén maar een stadsmens mocht zijn, zou ik finaal verzuipen.”

De Roo: “Ik ben op m’n 18de gevlucht uit Lotenhulle. Maar toen ik kinderen kreeg, begon ik opnieuw naar de boerenbuiten te hunkeren. Want ik weet nog hoe open en vrij mijn wereld was als kind. Ik nam mijn fiets en reed naar het Poekebos, zonder dat mijn moeder wist waar ik zat. Iedereen kende mij, ik kende iedereen. Als kind geeft dat je zelfvertrouwen.”

In een klein dorp ligt politieke correctheid dan weer moeilijker. Als er kritiek wordt geleverd op Nonkels, gaat het daarover.

Van Hecke (denkt na) “Ik vind Nonkels niet politiek incorrect. Het is wel een bolle spiegel die onze kleine kantjes uitvergroot. De serie gaat niet over diepgeworteld racisme, hè. Wel over onwetendheid. Zeker in de eerste reeks is Innocent de slimste van de hoop. Hij is nooit het mikpunt.”

‘West-Vlaanderen ligt nog wat verwijderd van de rest van de wereld. Ik kijk ernaar met vrolijke verwondering.’Beeld Play 4

In het tweede seizoen imiteert Willy een Chinees, compleet met spleetogen en l-mopjes. Willy staat voor paal, maar de mopjes worden wel gemaakt.

Van Hecke: “En Delphine pakt Willy erover aan! We gaan niet snel-snel naar de volgende scène. Het doelwit van de mop zijn niet de Chinezen, maar Willy en zijn onbeholpenheid.”

De Roo: “Het draait om de onkunde van mensen die niet kunnen omgaan met de veranderende tijdgeest. Over het begrip ‘woke’ wordt zoveel poeha gemaakt, het wordt opgeklopt door de politiek en de pers. Maar eigenlijk is het poepsimpel: hou rekening met elkaars gevoeligheden. Wees attent voor elkaar. Sta open. Nonkels toont de knulligheid die de vraag ‘Wat mag er nog?’ met zich meebrengt, terwijl het allemaal zo simpel is.”

In het eerste seizoen viel het n-woord. Zouden jullie het oké vinden als dat in één van jullie dialogen stond?

Thorrez: “Daar zou ik het dan toch eerst over willen hebben.”

Van Hecke: “Voor mij hangt het af van de context.”

De Roo (denkt na) “Wat mij dwarszit... Racisten bestáán. Zou je dan in fictie oogkleppen moeten opzetten? Moet je doen alsof die er niet zijn? Ontken je zo de werkelijkheid niet? Ik vind: als je als acteur een racist moet spelen, dan spéél je die.”

Thorrez: “Zelfs mensen die niet racistisch zijn, zeker van een oudere generatie, gebruiken in West-Vlaanderen soms nog het n-woord. Ik ken mensen die écht niet doorhebben dat het woord zo’n zware lading heeft. Pas op, als ik iemand het hoor zeggen, voel ik het trillen in m’n hele lijf, en dan zég ik er iets van. Maar als ik er geen kwaadheid achter voel, vind ik het niet zo gek om mildheid te tonen.”

De Roo: “Die mildheid moeten we bewaren. Op een school zijn eens rellen ontstaan omdat tijdens de les de term ‘negro spiritual’ (religieuze volksliederen afkomstig uit de slavernij, red.) werd gebruikt. Dan denk ik: jongens toch, de slinger slaat vollédig door.”

Kennen jullie veel mensen die zeggen dat ze ‘geen racist zijn, máár...’?

Van Hecke: “Ik kom ze weleens tegen in de winkel, maar ik weet nooit hoe ermee om te gaan. Ik ben snel bouche bée, om dan drie uur later de perfecte repliek te bedenken. Zou iemand voor mij eens een perfect weerwoord willen uitschrijven voor wanneer iemand zoiets zegt?”

Thorrez: “Het is soms vermoeiend. Moet je je écht bij elk kleinste detail afvragen wat je ervan moet vinden? Hoe kun je met die kritische bril nog zorgeloos genieten? Natúúrlijk moet je rekening houden met bepaalde dingen. Maar laat Nonkels in de eerste plaats toch gewoon binnenkomen? Duik mee in dat verhaal van drie onbeholpen kwieten die ook maar wat aan het ploeteren zijn, en hou je lach niet krampachtig in.”

Neem ik Nonkels té au sérieux door al die vragen te stellen?

De Roo: “Ja! Er moet gelachen worden (lacht).”

Thorrez: “Humor zoeken, dáár gaat het om. En die vind je in de hoekjes waar het piept en kraakt, in de hengsels die wat olie kunnen gebruiken.”

Van Hecke: “En als de olie niet werkt, kan ik altijd een schel paté aanraden.”

‘Nonkels’, seizoen 2; donderdag om 21.20 uur op Play4. En op Streamz.

© Humo