Direct naar artikelinhoud
Column

De Pakistaanse vrouw stopt met werken vanwege de grootfamilie

Naema TahirBeeld Maartje Geels

Een Pakistaanse vrouw vertelde me dat ze een nachtbraker is en daarom moeite heeft met opstaan in de ochtend. Ze was dus maar gestopt met werken, zei ze. Dat ging er bij mij niet in.

In Pakistan, waar ik was, vertelde een jonge vrouw me dat ze was gestopt met werken als docente aan een goede hogeschool in het kosmopolitische Lahore. Als reden gaf ze aanvankelijk aan dat ze het o zo moeilijk vond om 's ochtends wakker te worden. Ze was een nachtmens, zei ze, zoals zovelen van haar generatie van ongetrouwde twintigers en dertigers. Ze nuttigde haar avondmaal rond tien uur, kon maar geen genoeg krijgen van het kletsen met haar broers en zussen elke avond en ging pas rond middernacht naar bed. Maar dat verhaal ging er bij mij niet in. Ze staat namelijk voor zonsopgang op om haar eerste gebeden te verrichten, en hoewel ze daarna inderdaad soms weer in bed kruipt, slaapt ze zeker niet dagelijks een gat in de dag, want als oudste dochter in een gezin van tien kinderen geeft dat weinig sier: er is altijd wel een helpende hand nodig in een druk huishouden.

Veel vrouwen in Pakistan willen graag werken, zeker zij die in een moderne stad als Lahore wonen.

Ik vroeg dus door: waarom was ze nou echt gestopt met werken? Ze had toch een goed salaris van omgerekend 300 euro, drie keer modaal? Ze had haar baan met veel moeite veroverd, via een streng examen, waarbij ze het had moeten opnemen tegen honderden anderen? Want een ongekend aantal vrouwen in Pakistan wil graag werken en mag dat tegenwoordig ook. Intussen druist niet werken zelfs in tegen de cultuur van een stad die langzaam maar zeker een moderne wereldstad aan het worden is.

Grootfamilie

Ze wilde rekening houden met de opvattingen in haar grootfamilie, kwam toen het antwoord.

De grootfamilie bestaat al lang niet meer in Nederland, maar in vele delen van de wereld nog wel. Die omvat naast de ouders en kinderen - het kerngezin - ook de broers en zussen van de ouders, ooms en tantes en hun kinderen, alsmede de kinderen van alle genoemden, allen met elkaar verbonden door de gemeenschappelijke grootouders. Het is die grootfamilie die telt en niet het kerngezin.

De jonge vrouw in kwestie vertrouwde me toe dat haar eigen ouders modern waren en graag wilden dat zowel hun zonen en dochters een opleiding volgden en gingen werken. Zo had zij van haar ouders aan een gemengde universiteit mogen studeren, terwijl al haar neven en nichten gescheiden onderwijs hadden gevolgd.

Maar toen zij eenmaal een baan had, begon het in de grootfamilie te wringen. De traditionelere leden ervan vonden het niet passen dat een vrouw buitenshuis werkte.

Maar toen zij eenmaal een baan had, begon het in de grootfamilie te wringen. De traditionelere leden ervan, vooral sommige van de oudere ooms en tantes, vonden het niet passen dat een vrouw buitenshuis werkte. Dat was toch niet nodig? De familie was toch welgesteld genoeg? Als ze zou blijven werken, zouden de mensen praten. Waarom werkt zij? Is de familie soms arm? Of werkt zij om de een of andere onoorbare reden? Die vragen alleen al zouden haar reputatie schaden en daarmee haar huwelijkskansen. En dat zou weer de huwelijkskansen van haar zusjes en broers schaden.

Voor dat alles wilde deze jongedame niet verantwoordelijk zijn.

Individu of familie?

Waar in het Westen het individu vooral verantwoordelijk is voor zichzelf, heeft een lid van een Grossfamilie een 'ketenverantwoordelijkheid' voor vele anderen. Misschien moeten we daar eens langer bij stilstaan, daar eens inzicht in verwerven, voordat we hen erop aanspreken dat ze niet zijn geëmancipeerd.

Lees hier meer bijdragen van columniste Naema Tahir.