Direct naar artikelinhoud
Opinie

Afscheid van accordeonist Marcel Azzola: “Virtuoos, teder, ontroerend en buitengewoon helder”

Gwen Cresens.Beeld rv - Johan Jacobs

Gwen Cresens is accordeonist. Hij speelde met o.m. Kommil Foo, Raymond, Arno, Brussels Philharmonic, Les Ballets C de la B, Orquesta Tanguedia. Gwen Cresens Quartet speelt dit voorjaar try-outs ter voorbereiding van de cd-opname deze zomer.

“Bonsoir, monsieur Azzola. Merci pour le magnifique concert, c’était vraiment formidable.”
“Ah, merci, mon cher. Ça vous a plu? Vous jouez aussi l’accordeon?”

En we waren vertrokken voor een fijne babbel na het prachtige concert van Marcel Azzola met zijn vrouw Lina Bossati aan de piano. Het was ergens in de loop van de jaren negentig, op het accordeonfestival van Zwevegem.

Virtuoos, teder, ontroerend en buitengewoon helder: zo speelde de  Franse accordeonist Marcel Azzola, die maandag stierf op 91-jarige leeftijd. Hij was de grote held van vele accordeonisten, hij speelde met Piaf, Brassens, Barbara en natuurlijk Brel.

Het grote publiek kent hem wellicht van het legendarische ‘Vesoul’. “Chauffe, Marcel, chauffe!”, riep Brel hem daarin toe, helemaal onder de indruk van Azzola’s spel tijdens de opname. Als ik met mijn kameraad, collega-accordeonist Rony Verbiest, eens aan de toog hang en ze draaien ‘Vesoul’, dan krijgen we het ook altijd koud en warm tegelijk. 

Het grote publiek kent hem wellicht van het legendarische ‘Vesoul’. “Chauffe, Marcel, chauffe!”, riep Brel hem daarin toe

‘Vesoul’ werd in mei 1968 opgenomen, in roemruchte, turbulente tijden. Ronduit geniaal hoe Azzola rond Brels woordenstroom zwemt. Het is echt een dialoog. Magnifique.

Impact

Zeggen dat ik accordeon ben gaan spelen door Marcel Azzola is overdreven. Maar hij heeft wel een buitengewone impact gehad op mijn muzikale vorming.

Door zijn benadering van de musette, zeg maar de Parijse blues in de driekwartsmaat, ben ik verliefd geworden op het genre. Hij speelde op een Cavagnolo, ooit Frankrijks grootste accordeonmerk. Die moest ik natuurlijk ook hebben.

Marcel Azzola speelde met Toots Thielemans, Stéphane Grappelli en met die andere accordeonlegende, Richard Galliano.

Azzola had een grote voorbeeldfunctie, zeker voor de Franse accordeonisten. Hij was betrokken bij de Trophée Mondial – lees: de Olympische Spelen van het accordeon – als speler, als pedagoog, als inspirator. Hij was bovendien een fervent verzamelaar van oude instrumenten (ga maar eens kijken op zijn website www.marcelazzola.com). Of geniet nog eens van de muziek van Jacques Tati’s magische films. Ook dat is Azzola.

Hij was ook een heel erg charmante en innemende man, zoals vele accordeonisten.

Slecht daglicht 

In de jaren 40-50 waren er drie grote accordeonisten die er voor mij uitsprongen: de Belg Gus Viseur, de Franse zigeuner Jo Privat en de Italiaan Tony Murena. Zij legden de basis van de swing musette. Muziek die beïnvloed werd door de jazz van onder meer Django Reinhardt en later ook Charlie Parker. Bij de komst van de jukebox werd de muziek veel commerciëler.

De kwaliteit vervaagde en het accordeon kwam in een slecht daglicht te staan, met een dieptepunt in de jaren 80. Maar er werden miljoenen platen verkocht. Vele goede spelers waren beschaamd voor hun instrument en gingen iets anders doen.

Een eerste lichtpunt kwam er wanneer accordeon werd opgenomen in het muziekonderwijs. Begin jaren 90 ontstond er een revival van het instrument. Groepen als Les Négresses Vertes en Arno trokken het uit zijn comfortzone. Richard Galliano begon zijn solocarrière en speelt tot op vandaag de pannen van het dak.

Er werd in Parijs een legendarische opname gemaakt die de grote Franse spelers op één plaat verenigde. De knapste composities vertolkt door de beste spelers, onder wie Jo Privat, Armand Lassange, Marc Peronne, Daniel Colin, Raul Barboza, Richard Galliano, Marcel Azzola en Jean Corti.

Straffe generatie

Met Corti heb ik een fijne vriendschap opgebouwd, we speelden ook vaak samen, namen een cd op met mijn toenmalig gezelschap Papillon, en schreven samen een valse musette, ‘Indécise’.

Het was trouwens in de Franse gemeente Vesoul dat ik Jean Corti leerde kennen, de ‘eerste’ accordeonist van Brel. Hij schreef de muziek van Les Bourgeois, Madeleine, Les Toros, Les vieux en Titine. Het was me toch een enorm straffe generatie.

Wat een metier, goede smaak, finesse, virtuositeit en muzikaliteit. Present op zoveel belangrijke momenten in de muziekgeschiedenis en toch voor het grote publiek bijna onzichtbaar.

Echte helden.

Merci, Marcel Azzola.

Wat een metier, goede smaak, finesse, virtuositeit en muzikaliteit