Direct naar artikelinhoud
wetenschap

Eindelijk weten wetenschappers welk dier er achter de dodelijke longziekte sars zat

Een groep hoefijzerneuzen.Beeld Thinkstock

Het waren dus toch weer die vleermuizen. Eindelijk hebben wetenschappers ontrafeld welk beest er zat achter sars, de dodelijke longziekte die vijftien jaar geleden wereldwijd voor veel tumult zorgde. Het was de hoefijzerneus: in een grot in de Zuid-Chinese provincie Yunnan vonden de virologen een populatie van deze vleermuizen, die het virus onder de leden heeft.

Sars dook in november 2002 op en eiste vervolgens 774 mensenlevens onder in totaal zo'n achtduizend patiënten, van wie veruit de meeste in Azië. Na een halfjaar kreeg men de ziekte onder controle en doofde de uitbraak uit, vooral door strenge controles en quarantaines.

Aanvankelijk verdachten experts een civetkat met de wonderlijke soortnaam 'gemaskerde larvenroller' (Paguma larvata) van de besmetting, een dier dat immers ook op Zuid-Chinese dierenmarkten werd verkocht. Die had het virus waarschijnlijk weer opgelopen van vleermuizen. Welke precies, bleef echter een raadsel: het menselijke sars-virus heeft immers een iets ander genetisch recept dan de variant bij vleermuizen.

Een uitgebreide, jarenlange zoektocht onder duizenden vleermuispopulaties verspreid over Zuid-China wijst nu eindelijk naar de juiste groep: die uit Yunnan, aldus het Chinese onderzoeksteam in vakblad Plos Pathogens. Raadselachtig is nog wel hoe het virus vervolgens bij een civetkat in Guangdong kon terechtkomen, zo'n duizend kilometer verderop. Wellicht heeft sars onderweg een spoor van besmette 'tussendieren' achtergelaten.

Raadselachtig is nog wel hoe het virus vervolgens bij een civetkat in Guangdong kon terechtkomen, zo'n duizend kilometer verderop

Vleermuizen zijn beruchte overbrengers van virusziekten: van ebola tot hondsdolheid, en van sars tot de Arabische longziekte mers. Afgelopen zomer bracht een Amerikaanse analyse aan het licht dat vleermuizen letterlijk meer virussen onder de leden hebben. Misschien wel omdat hun immuunsysteem anders werkt.

Het team sluit herhaling van de sars-uitbraak niet uit. De grot ligt immers amper een kilometer verwijderd van het dichtstbijzijnde dorp, en het sars-virus behoort tot een groep dat zich razendsnel kan aanpassen, zodat het 'geschikt' wordt voor de mens. "Dit onderzoek sterkt de gedachte dat we de leefomgevingen van in het wild levende dieren niet moeten verstoren en nooit zomaar wilde dieren op de markt moeten verkopen", zegt viroloog Kwok-Yung Yuen van de Universiteit van Hongkong tegen vakblad Nature.