Direct naar artikelinhoud
Syriëstrijders

Moeder van Syriëstrijders klaagt Belgische staat aan voor vertrek van haar zonen

Ghita B. met foto’s van haar twee zonen in Syrië.Beeld Eric de Mildt

Zes jaar na het vertrek van haar twee zonen naar Syrië klaagt hun moeder, zelf verdacht van het financieren van terrorisme, de Belgische staat aan. Ze eist een schadevergoeding. ‘Wij hebben alles gedaan om hen tegen te houden, maar politie en politici hebben hen laten vertrekken.’

De kinderen van Ghita B. waren bij de eerste golf van vertrekkers naar Syrië begin 2013, toen IS nog niet bestond. De eerste was haar zoon Zacharia, toen 23 jaar en in Vilvoorde verstrengeld in de kringen van Sharia4Belgium en ronselaar Jean-Louis Denis. 

In december konden zijn ouders hem nog tegenhouden door op hem in te praten. Ze brachten naar eigen zeggen de politie op de hoogte, maar die antwoordde dat hij meerderjarig was, geen strafblad had en dat ze hem niet kon tegenhouden als hij zou gaan. Halverwege januari was hij weg. Zijn moeder reisde hem achterna om hem terug te halen, maar hij was de grens met Syrië al over.

Drie maanden later volgde zijn kleine broer Ismaïl, 16 jaar oud. De avond voor zijn vertrek ondervroeg de politie zijn moeder uitgebreid. ‘s Anderendaags vertrok hij samen met een schoolkameraadje, beiden minderjarig, niet naar school, maar naar Turkije. Noch op Zaventem, noch in Turkije hielden de veiligheidsdiensten hen tegen. De moeder meldde onmiddellijk zijn verdwijning, maar kreeg opnieuw nul op het rekest.

‘Een telefoontje volstond’

Drie dagen lang zou Ismaïl in Turkije traceerbaar zijn geweest via zijn Belgische gsm, want zijn moeder kon hem daarop bereiken. “Een eenvoudig telefoontje of een fax van de Belgische autoriteiten naar hun Turkse tegenhangers had zijn oversteek naar Syrië kunnen tegenhouden”, zo staat in de aanklacht tegen de Belgische overheid. 

In die beginjaren van de strijd in Syrië deden wel meer ouders hun beklag over het gebrek aan ingrijpen door de Belgische overheid, maar voor het eerst trekt een van hen ook naar de rechtbank. De zaak wordt donderdag ingeleid voor de rechtbank van eerste aanleg in Brussel. 

Alexis Deswaef, de advocaat van Ghita B., richt de klacht tegen de overheidsdiensten van de ministers van Justitie, Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken. “Zodat niemand de hete aardappel naar de ander kan doorschuiven”, zegt Deswaef. Hij eist 10.000 euro morele en 50.000 euro materiële schadevergoeding.

Zacharia (links) en Ismaïl (rechts). De moeder denkt dat beiden ondertussen overleden zijn.Beeld Eric de Mildt

Bij verstek veroordeeld 

De enige minister die toen op dezelfde stoel zat, onder de regering-Di Rupo, was Didier Reynders (MR). “Die zei twee weken na het vertrek van Ismaïl in een interview dat wie ging vechten tegen Assad ooit een standbeeld zou moeten krijgen”, zegt Ghita B. “Nu zegt hij dat ze ginder berecht moeten worden.”

In een radio-interview bij Matin Première op de RTBF in april 2013 zei Reynders inderdaad dat wie met het Vrije Syrische Leger vocht, “misschien over enkele jaren een monument krijgt”, maar hij zei ook dat jihadisten vervolgd moesten worden. Zowel Zacharia als Ismaïl Iddoub zijn bij verstek veroordeeld: de oudste tot in totaal vijftien jaar celstraf, de jongste kreeg vijf jaar.

Hun moeder had zich burgerlijke partij gesteld tijdens het proces tegen de Brusselse ronselaar Jean-Louis Denis, die ondertussen weer op vrije voeten is. Daardoor had ze inzage in het strafdossier en leerde ze dat haar jongste zoon voor zijn vertrek werd afgeluisterd door de onderzoekers. In haar aanklacht eist ze nu dat de Belgische staat de inhoud van die telefoontaps aan haar overmaakt.

“Ik wil dat bekend is wat de Belgische overheid op dat moment wist en hoe ze mijn zoon lieten verdwijnen”, zegt Ghita B. 

Financiering van terrorisme

De moeder gaat ervan uit dat haar zonen, haar enige kinderen, intussen dood zijn. Haar jongste zoon meldde haar in 2017 dat Zacharia in januari dat jaar sneuvelde bij een drone-aanval van de internationale coalitie. “En van Ismaïl heb ik niets meer gehoord sinds juni 2017.” 

Intussen is zijzelf in verdenking gesteld voor het financieren van terrorisme. Ghita B. zou gedurende enkele jaren verschillende keren geld hebben overgemaakt aan haar zonen, in totaal enkele duizenden euro’s.

“In het begin stuurde ik gewoon om de zoveel tijd hun zakgeld, zodat ze konden overleven. Maar toen ze zeiden dat ze wilden terugkeren, heb ik meer geld overgemaakt”, zegt Ghita B. “Ik had geen enkele intentie om IS te steunen, maar ik heb er net alles voor gedaan om mijn kinderen terug te hebben. Hoe kan men mij dat kwalijk nemen, terwijl politie en politici hen lieten vertrekken?”

Ze speelde al langer met het idee om de Belgische staat te dagvaarden. Dat een onderzoeksrechter haar nu zelf in verdenking stelt, terwijl ze altijd actief samenwerking met de overheid heeft gezocht, is de spreekwoordelijke druppel. “Het lijkt alsof de wetten enkel van toepassing zijn voor burgers en niet voor de overheid. Het gerecht gaat wel achter gewone burgers zoals ik die kleine bedragen hebben overgemaakt aan familie, maar de grote geldstromen naar het terrorisme blijven ongemoeid.”

Actie aan het station Brussel-Centraal voor een snelle terugkeer van kinderen uit de Koerdische kampen.Beeld Wouter Van Vooren

Beide zonen kregen kinderen in Syrië. Ghita B. heeft drie kleinzonen, maar weet niet waar zij of hun moeders zich bevinden. Gisteravond voerde ze actie aan het station Brussel-Centraal, samen met het collectief Moeders van Europa, dat al weken betoogt voor de terugkeer van de kinderen uit de Koerdische kampen. 

“Ook als het over die kinderen gaat, blinkt de Belgische overheid uit in wegkijken. Dit is gewoon een lange opeenvolging van nietsdoen.”

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) wenste niet te reageren.