In tegenstelling tot Mattias Skjelmose, die woensdag tijdens de Waalse Pijl nog onderkoeld raakte en weggedragen moest worden, trekt Van der Poel er vrijdag dus niet op uit in de Ardense bossen. De wereldkampioen trok na de Amstel Gold Race onmiddellijk weer naar Spanje om zich voor te bereiden op Luik-Bastenaken-Luik. Ook medetopfavoriet Tadej Pogacar genoot van de Franse zon in uitvalsbasis Monaco en zal zich zondag net als Van der Poel moeten aanpassen aan de aprilse grillen. Het kwik belooft namelijk op te lopen tot maximaal negen graden en ook regen is absoluut niet uitgesloten.

De Sloveen wil echter niets aan het toeval overlaten en vertrekt vrijdagochtend omstreeks 11.00 uur wel op verkenning. De tweevoudige winnaar begint tussen Trois-Ponts en Vielsalm aan zijn tochtje en zal de laatste negentig kilometer van de laatste voorjaarsklassieker van het seizoen voor de kiezen krijgen.

“Als je de hele week in België traint, heb je wel de gewenning aan de koude, maar het kost ook veel energie om in die omstandigheden te trainen”, zei bondsdokter Kris Van der Mieren daarover. “Je recupereert er minder goed van. Een renner moet voor zichzelf bepalen waar hij het best op reageert. Maar voor hen is dit geen nieuwe situatie. Élke renner heeft dit al meegemaakt. De lichamen van Van der Poel en Pogacar hebben die koudeslag alleszins niet gehad woensdag. En hoe meer je met een uitgerust lichaam aan de start komt, hoe weerbaarder je bent tegen barre omstandigheden.”