Volgens de jury heeft Van Essen het boek "vernuftig in elkaar gezet". "Het is zo'n roman die je na lezing opnieuw en nog eens minutieus wilt lezen, omdat alles een betekenis heeft, alles in elkaar grijpt. Het is een krankzinnige fantasie met een fikse diepgang, een verhaal dat gaandeweg handen en voeten krijgt en een onverwachte ontknoping heeft", is te lezen in het juryrapport.
Het is de tweede keer dat de 60-jarige Van Essen de prestigieuze onderscheiding krijgt. Hij won hem ook in 2019 voor zijn roman De goede zoon.
Naast Van Essen waren ook Cobi van Baars, Sacha Bronwasser, Esther Gerritsen, Frank Nellen en Maud Vanhauwaert voor de prijs genomineerd. De zes schrijvers kregen allemaal een bedrag van 2.500 euro. De winnaar ontving daarnaast de hoofdprijs van 50.000 euro en een bronzen legpenning.
De jury bestond dit jaar uit Putters, cultuurjournalist Joep van Ruiten, auteur en columniste Dalilla Hermans, schrijver, essayist, film- en boekrecensent Vamba Sherif en UvA-hoogleraar boekwetenschap Lisa Kuitert.
De Libris Literatuur Prijs wordt sinds 1994 elk jaar uitgereikt. Frida Vogels was de eerste winnaar. Sindsdien hebben onder anderen Harry Mulisch, Abdelkader Benali, Arthur Japin, Arnon Grunberg, Connie Palmen en Adriaan van Dis de prijs al eens gewonnen.