LEES OOK. ANALYSE WAALSE PIJL. De erelijst zegt voldoende: de Muur van Hoei is voor specialisten en zo zijn er niet veel

Na de knappe zesde plaats van Bjorg Lambrecht zondag in de Amstel Gold Race reed de 22-jarige Meetjeslander in de Waalse Pïjl naar een mooie vierde plaats. “Het is ongelooflijk”, noemde de pocket-klimmer zijn prestatie. “Vijfde in de Brabantse Pijl, vorige zondag zesde in de Amstel, nu dit resultaat, het is iets waar ik enkel maar van kon dromen deze winter. Ik heb alles uit mezelf geperst op de slotklim. Nu sta ik misschien recht en oog ik fris, maar daarnet lag ik toch tegen de balustrade! Als ik nu nog het podium zou halen in Luik zondag dan zou mijn jaar geslaagd zijn”.

Jelle Vanendert (9e): “Als ploeg reden we een goede koers”

Jelle Vanendert toonde zich net als vorig jaar opnieuw op de Muur van Hoei maar klom deze keer minder onbesuisd. Wat uiteindelijk resulteerde in een negende plek. “Op zich reed ik weer op kop bij de eerste hectometers van de Muur van Hoei, maar in tegenstelling tot vorig jaar was er wel meer tegenwind. Niet ideaal om zo vroeg op kop te zitten”, aldus de 34-jarige Limburger. “Langs de andere kant zaten we dan wel meteen goed geplaatst met Bjorg Lambrecht. Die wordt vierde en ik rijd top tien, dus da’s zeker niet slecht.”

“We waren op zich alle drie (Vanendert, Lambrecht en Tim Wellens, red.) wel goed en zaten met twee man mee in die groep van vijfentwintig. Als ploeg reden we een goede koers, maar aan de voet van zo’n helling beginnen met Julian Alaphilippe in de groep... Dan weet je dat hij moeilijk te kloppen is. Er is serieus gekoerst, voor die groep van 25 waren we ook al eens weg met 15 man. Lambrecht knap vierde? Ik hoop dat hij iets van me kan leren.” (lacht)

Dylan Teuns (14e): “Geen superdag, maar vormpeil stijgt wel”

Dylan Teuns werd veertiende nadat hij in 2017 nog derde werd en vorig jaar teleurstelde met een dertigste stek. Na de finish reageerde de 27-jarige Limburger echterniet echt teleurgesteld. “Ik had geen superdag en kon op het einde niet meer versnellen.”

“Ik begon net iets te vroeg aan mijn versnelling bergop”, gaf hij na afloop tekst en uitleg. “Op zo’n 250 à 300 meter ging ik aan, maar ik verloor mijn snelheid op 100 à 150 meter en nadien passeerden er me nog vier of vijf renners waardoor ik uiteindelijk geen top tien haal. Ik had geen superdag. Heb ik die wel, dan kan ik misschien nog versnellen op het eind. Maar nu lukte me dat niet.”

“Ik ben al tevreden dat het beter loopt dan de voorbije twee wedstrijden (64ste in de Amstel Gold Race, 66ste in de Brabantse Pijl, red)”, besloot hij. “Dit is ook gewoon een parcours dat me heel goed ligt. Zondag werd er heel agressief gekoerst en dat was heel lastig. De Waalse Pijl ligt me beter. Het gaat stilaan de goede kant uit, maar ik kan niets beloven voor zondag in Luik. Het is goed, maar het kan nog steeds beter.”

Laurens De Plus (15e): “Dat ik zelf mijn weg moest zoeken, kostte krachten”

“Vijftiende. Vooraf had ik gehoopt op top 10, maar hier moet ik tevreden mee zijn”, reageerde Laurens De Plus. “Ik had een hele dag een goed gevoel en voelde na de tweede keer De Muur van Hoei dat er nog dash op zat. Op de slotklim zat ik iets te ver gepositioneerd aan de voet, ik was in de laatste lus ook de enige van onze ploeg. Dat ik zelf mijn weg moest zoeken, kostte krachten. Ik heb nog een paar renners opgeraapt, maar moet toegeven dat ik iets te veel klimmer ben en iets te weinig explosiviteit heb voor zo’n steile klim als de Muur van Hoei. Ik probeer heel de tijd tempo te rijden, maar ik kan niet ontploffen zoals Bjorg Lambrecht wel kan. Kwam de Waalse Pijl niet aan op de Muur van Hoei maakte ik meer kans, dus zondag in Luik zal ik nog beter voor de dag komen. Ik ben nog maar sinds vrijdag terug van hoogtestage in functie van de Giro en zal pas zondag echt van dat effect kunnen profiteren.”

Tim Wellens (17e): “De bedoeling was om de koers hard te maken”

Tim Wellens begon zij-aan-zij met Jelle Vanendert aan de laatste keer Muur van Hoei maar zakte er finaal door met een 17e plek als resultaat: “De bedoeling was om de koers hard te maken en altijd in de aanval te rijden, Jelle zou dan de Muur beginnen met Bjorg (Lambrecht) en mij in het wiel. Dat is goed gelukt en Bjorg heeft nog een heel mooie eindsprint neergezet. Superknap, hij is supergoed bezig en ik denk dat hij er in Luik ook dichtbij zal zijn.”

“Onderweg was het redelijk lastig met die wind, er werd een paar keer geprobeerd waaiers te trekken maar dat mislukte maar die wind maakte het wel erg lastig. Marczynski viel perfect volgens plan nog aan in de finale, waardoor wij in een zetel zaten. Ik heb even getwijfeld om mee te gaan maar vond het iets te ver, daarom heb ik gewacht op de Muur van Hoei. Ik voelde me wel goed, ik wilde ook nog aanvallen op de Côte de Cherave maar met de wind tegen zou dat weinig hebben uitgehaald.”