Direct naar artikelinhoud
Filmfestival Cannes

‘Parasite’ is een perfecte Gouden Palm (én een gemiste kans)

De Koreaan Bong Joon-ho wint de Gouden Palm voor ‘Parasite’.Beeld Photo News

Geen derde Gouden Palm, maar wel de regieprijs voor Le jeune Ahmed. De broers Dardenne mochten juichen in Cannes, al vonden ze hun meerdere in de Koreaan Bong Joon-ho. Zijn verrukkelijke zwart-komische satire Parasite is de meest onweerstaanbare Palme d’Or in jaren.

Na hun vorige Cannes-selecties met Deux jours, une nuit en La fille inconnue, waarmee ze telkens buiten de prijzen vielen, knoopten de broers Dardenne zaterdagavond weer aan bij het succes van weleer. Op hun palmares stonden al: een prijs voor beste scenario (Le silence de Lorna), één Grand Prix (Le gamin au vélo) en twee Gouden Palmen (Rosetta en L’Enfant). Nu mogen ze in hun prijzenkast ook plaats maken voor de regieprijs voor Le jeune Ahmed, hun pakkende relaas van een 13-jarige geradicaliseerde jongen. Met die onderscheiding beloonde de jury onder leiding van regisseur Alejandro González Iñárritu (The Revenant) de minimalistische maar uiterst efficiënte stijl die de Dardennes al hun hele carrière hanteren.

De Gouden Palm, die ging – zoals velen voorspeld hadden – naar de internationaal befaamde Zuid-Koreaan Bong Joon-ho (Snowpiercer). Zijn Parasite is sociale satire op zijn best: via een verrukkelijk verrassend verhaal over een arm gezin dat steeds dieper infiltreert in het leven (en de chique villa) van een steenrijke familie, fileert Bong de kloof tussen arm en rijk. Hij koppelt vlammende maatschappijkritiek aan vlijmscherpe humor en totaal onverwachte twists. Daarmee is Parasite de meest onweerstaanbare Palme d’Or in jaren. Geen sobere, delicate film die uitsluitend voor de grootste cinefielen gereserveerd is, maar een hyperintelligente publiekslieveling in spe. Dit najaar komt Parasite bij ons in de bioscoop: zet hem alvast bovenaan uw lijstje.

Geen tweede vrouw

En toch voelt deze Gouden Palm ook als een gemiste kans. Minstens even sterk als Parasite is Portrait de la jeune fille en feu van de Franse regisseuse Céline Sciamma. Een schitterend opgebouwd en diep ontroerend kostuumdrama over een schilderes die een portret van een jonge vrouw moet maken... zonder dat zij er iets van merkt. Sciamma kreeg zaterdagavond de prijs voor het beste scenario, maar het was zo veel mooier geweest als zij de Palme d’Or mee had ontvangen. Niet alleen omdat Portrait haar beste werk tot nu toe is – en na o.a. Tomboy en Bande de filles wil dat wat zeggen – of omdat de film over vrouwelijke zelfbeschikking erg actueel aanvoelt. Maar ook omdat het ronduit absurd is dat in 72 (!) edities van het Filmfestival van Cannes slechts één keer een vrouw de hoogste onderscheiding kreeg. Iñárritu’s jury had daar, zonder enige vorm van positieve discriminatie, verandering in kunnen brengen. Zo blijft Jane Campion (The Piano, 1993) zeker nog een jaar langer de enige vrouwelijke winnares.

De tweede plaats, de Grand Prix, ging wel naar een vrouw, en wel een debutante. De Franse met Senegalese roots Mati Diop verraste met Atlantique, een mysterieuze en poëtische fabel over een jonge vrouw uit Dakar. Zij blijft alleen achter nadat haar vriend in een bootje richting Spanje vertrekt, op zoek naar een betere toekomst. Diop mag zich gerust dé revelatie van de competitie noemen.

Debuutfilms deden het opvallend goed, want ook Les misérables kreeg een mooie plaats op het – erg sociaal geëngageerde – palmares. De Frans-Malinese regisseur Ladj Ly gaf gevestigde waarden als Quentin Tarantino, Terrence Malick en Ken Loach het nakijken: ondanks hun sterke films wonnen zij niks, terwijl de beginnende Ly de Prix du Jury (de bronzen medaille) deelde met de Brazilianen van Bacurau. Les misérables is geen adaptatie van het bekende boek van Victor Hugo, al focust het wel op de verschoppelingen van het hedendaagse Frankrijk: de inwoners (en de politiemannen) van de Parijse banlieue Montfermeil. Een bruisende, kwade film die wel eens kan uitgroeien tot de La Haine van 2019.

Alle winnaars op een rij:

Palme d’Or

Parasite (Bong Joon-ho)

Grand Prix

Atlantique (Mati Diop)

Prix du Jury (ex aequo)

Les misérables (Ladj Ly)

Bacurau (Kleber Mendonça Filho & Juliano Dornelles)

Beste regie

Le jeune Ahmed (Jean-Pierre & Luc Dardenne)

Beste scenario

Portrait de la jeune fille en feu (Céline Sciamma)

Beste actrice

Emily Beecham (Little Joe)

Beste acteur

Antonio Banderas (Dolor y gloria)

Caméra d’Or (beste debuut)

Nuestras madres (César Díaz)

Prix Un Certain Regard

A vida invisível de Eurídice Gusmão (Karim Aïnouz)