De Vlaming heeft pendelpijn (maar niet genoeg om er veel aan te doen)

De gemiddelde verplaatsing naar het werk bedraagt 22 minuten. © ddl

We zijn onverbeterlijke kilometervreters, bleek deze week uit het eerste Ruimterapport. Maar ook al wordt er veel geklaagd over de file, de gemiddelde Belg wordt niet echt ongelukkiger van langer pendelen. De te lichte pijn van het onderweg zijn.

Sarah Vankersschaever

De Vlaming legt jaarlijks gemiddeld duizend kilometer meer af dan de gemiddelde Europeaan. Dat doet hij onder meer omdat hij vaak een bedrijfswagen heeft, omdat het woon-werkverkeer amper doorweegt in de zoektocht naar een woonplaats en omdat hij bereid is om ver te rijden voor sport, ontspanning en cultuur.

Die extra kilometers wegen behalve op het milieu en klimaat ook op ons welzijn, ontrafelden Ann Verhetsel en Toon Zijlstra van het Departement Transport en Ruimtelijke Economie (Universiteit Antwerpen). Voor hun complexe oefening koppelden ze heel wat gegevens aan elkaar: leeftijd, geslacht, opleiding en gezinssituatie, maar ook werksfeer, contract en de werkuren.

‘Pendelen is een alledaagse activiteit waar redelijk wat tijd aan wordt besteed, maar tot nu toe hadden we slechts twijfelachtige inzichten over de invloed ervan op ons geluk’, zegt Ann Verhetsel. ‘Velen zien het pendelen als een noodzakelijk kwaad omwille van de files of haperende en overvolle treinen. Anderen ervaren het dan weer als aangename ‘me-time’ of genieten zelfs van het autorijden of het fietsen.’ Dat maakt dat een halfuur pendelen voor de ene Vlaming een plezier kan zijn, maar voor de ander een helletocht. Geen eenvoudige oefening dus.

220 minuten

Gemiddeld pendelt de Belg 220 minuten per week, becijferden Verhetsel en Zijlstra op basis van de Europese enquête naar de arbeidsomstandigheden (2015) bij 30.000 werknemers in loondienst. Iemand met een werkweek van vijf dagen reist dan 22 minuten per woon-werkverplaatsing. Dat is veel, zeker voor een klein land als België: in de lijst van de 35 landen die bij de Europese enquête betrokken waren, belanden we op de negende plaats. De Cyprioten (35ste) besteden met gemiddeld 11,5 minuten het minste tijd aan pendelen. Maar wat wil je, als je op een eiland woont en werkt.

Maar wat als daar een uur pendeltijd per week bijkomt, zodat de Belg wekelijks gemiddeld 280 minuten onderweg is? De Belg blijkt daar licht gevoelig voor en strandt op plaats 16 van de 35: een uur extra pendelen doet iets meer pijn dan bij de gemiddelde Europeaan. De pendelpijn is het laagst in Hongarije, Roemenië, Duitsland en Oostenrijk. Polen, Turken, Zwitsers, Fransen en Spanjaarden zien het meest af bij extra wekelijkse pendelreistijd.

Verhuisvergoeding

‘Het is belangrijk om de pendelpijn van Belgen in te schatten omdat mobiliteitsmaatregelen die de reistijd van en naar het werk doen toenemen, weinig kans op succes zullen hebben’, zegt Ann Verhetsel. Maar dat geldt ook voor maatregelen die de reistijd doen afnemen. ‘Stel dat de overheid de Belgen via lagere registratierechten aanspoort om dichter bij het werk te wonen, dan zullen ook die zachte campagnes weinig uithalen. Simpelweg omdat Belgen niet erg gevoelig zijn voor de mogelijke, kleine bijdrage tot hun dagelijks geluk.’

Het wordt voor de overheid niet eenvoudig om de Belgen minder kilometers te laten vreten. Al ziet Toon Zijlstra nog wel wat ruimte. ‘Je zou langeafstandspendelaars in spe, voor het aangaan van een nieuw contract, eens moeten laten proeven van de reistijd in de spits’, vindt hij. ‘Zo krijgen ze een realistisch beeld van de impact op hun leven en welzijn.’ Werkgevers zouden bij de aanwerving ook een verhuisvergoeding kunnen geven, zodat de werknemer dichterbij kan komen wonen. De overheid zou die verhuisvergoeding dan fiscaal aantrekkelijker kunnen maken.