Op de Dag van Europa wilde de socialistische partij de nood aan een sterk sociaal beleid en armoedebestrijding op Europees niveau aankaarten. Kopstukken Bruno Tobback en Kathleen Van Brempt kregen daarbij de steun van een aantal andere kandidaten voor de Europese lijst.

“Zo’n 21 miljoen kinderen in de Europese Unie groeien op in armoede,” zegt Van Brempt. “Dat is één op de vijf. Dat Europa aan de ene kant miljarden blijft pompen in de vervuilende olie-industrie van het verleden, maar langs de andere kant geen werk maakt van een sterker beleid om armoede bij kinderen aan te pakken, is onbegrijpelijk. Het minimuminkomen is in de Europese Commissie nooit verder gekomen dan een aanbeveling. Wij willen nu ook op Europees niveau werk maken van een richtlijn rond adequate minimuminkomens.”

Volgens Vooruit zou dat betekenen dat het minimuminkomen in alle lidstaten wordt opgetrokken tot 60% van het gemiddelde inkomen. “In heel wat lidstaten blijft het minimuminkomen onder de armoedegrens liggen. De bestaande lonen blijken in de praktijk onvoldoende om mensen tegen armoede te beschermen. Daarom moet er bindende wetgeving komen.”

Daarnaast wil Vooruit ook de bestaande Europese kindgarantie versterken. “De nationale actieplannen tegen kinderarmoede blijven ontoereikend en weinig ambitieus,” zegt Bruno Tobback (Vooruit). “We willen de Europese lidstaten stimuleren om elk kind de garantie te bieden op goede en toegankelijke zorg, sterk onderwijs met voldoende leerkrachten voor de klas en een plek in de kinderopvang. Investeren in de eerste 1.000 dagen van het leven van een kind loont,” zeggen de socialisten. “Het heeft een grote invloed op de latere gezondheid en zelfs op de kansen op de arbeidsmarkt. Investeren in de kinderen is dus ook investeren in de toekomst van de hele welvaartsstaat.”