Proces ‘diaken des doods’: Poppe geeft maximum 20 feiten toe

© BELGA

‘Doorligwonden, een rochelende ademhaling, familie die niet meer afkomt. Noemt u dat leven?’ Ivo Poppe bekende op zijn assisenproces dat hij een twintigtal bejaarden liet inslapen. ‘Ik heb nooit willen doden. Ik wilde een waardeloos leven van een terminale patiënt inkorten.’

rdc, elb

Op het assisenproces tegen Ivo Poppe verhoort voorzitter Bart Meganck maandag de beschuldigde. Bij de start van het verhoor kreeg de ‘diaken des doods’ uit Wevelgem eerst de kans om zijn eigen levensloop te schetsen. Hij maakte daarbij een rustige, beredeneerde indruk.

Poppe had het vooral over zijn gehandicapte oudere zus. ‘Dat had toch grote gevolgen voor ons gezin. Ik heb geen opgewekte jeugd gehad. Vader kon niet om met die handicap, dat zorgde altijd voor spanningen.’ De vrouw stierf uiteindelijk aan een hersentumor. ‘Daar kan ik een boek over schrijven. Die operaties hebben ook een grote invloed gehad om mijn studententijd.’

God de schoolmeester

De 61-jarige beschuldigde werkte jarenlang als verpleger, maar werd in 1996 tot diaken gewijd. ‘Ik moet toegeven dat ik altijd te serieus was. God was voor mij een rechter, een schoolmeester die kijkt of je doet wat je moet doen. Nu ben ik veel milder geworden, zeker sinds mijn arrestatie is mijn geloofsbeleving veranderd. Die regeltjes en reglementen zijn bijzaak.’

Voorzitter Meganck ging vervolgens uitgebreid in op de bekentenissen die de beschuldigde aflegde bij zijn psychiater. ‘Ik ging om geholpen te worden voor mijn nachtmerries, ik zat in grote nood om gelijk welke therapie te ontvangen. Daarom zei ik dat het over tientallen gevallen ging, dat was bewust overdreven.’

De voorzitter merkte op dat één geval toch al ernstig genoeg was. ‘Inderdaad, ieder geval is een geval te veel. In het slotverhoor heb ik tien tot twintig naar voor gebracht. Het zijn er maximum twintig, iets van die grootteorde.’

Vuur aan de schenen

Behalve de feiten op zijn familieleden kon Poppe zich echter geen namen herinneren, nochtans legde de voorzitter hem urenlang het vuur aan de schenen. ‘Ik heb het direct verdrongen, ter zelfbescherming. Ik heb ook mensen geëuthanaseerd die ze “kwart voor dood” binnenbrachten in het ziekenhuis.’ De diaken bleef erbij dat hij goed wilde doen voor zijn patiënten en familieleden. ‘Ik heb nooit iemand willen vermoorden. Ik wilde een waardeloos leven van een terminale patiënt inkorten, om het lijden weg te nemen. Die mensen hadden geen leven meer.’

De voorzitter wees Poppe erop dat de slachtoffers niet zelf om hun dood gevraagd hadden. ‘Ik besliste inderdaad zelf om hen te helpen. Als je daar ligt met doorligwonden, rochelende ademhaling, familie die niet meer op bezoek komt, noemt u dat leven?’ De beschuldigde benadrukte dat hij slechts in uitzonderlijke gevallen ingreep. ‘Dan nam het gevoel de overhand op de rede. Nu heb ik daar enorm veel spijt van en kan ik niet meer achter die keuze staan. Nu zou ik beroep doen op een palliatief team. Maar ik heb verdorie veel stervensbegeleiding gedaan zonder die grens te overschrijden. U mag het vragen aan collega’s, stervensbegeleiding was mijn ding.’

Gestopt in 1996

Volgens Ivo Poppe zijn de feiten in 1996 gestopt, na zijn wijding tot diaken. ‘Daar wil ik mijn hand voor in het vuur steken. Ik achtte het niet mogelijk om zo’n dingen te doen als diaken.’ Toch bracht hij in 2011 wel nog zijn moeder om het leven. ‘Als je je moeder ziet afzien en weet dat ze zich gans haar leven gegeven heeft. Dan kun je niet verdragen dat ze moet lijden. Net als bij mijn schoonvader was dat een geval van overmacht.’

In zijn eerste verklaringen bij zijn psychiaters en de onderzoeksrechter sprak Poppe over luchtembolen en insuline. ‘Dat laatste is één van de domme dingen die geen steek houdt. Ik koos ervoor om lucht in de aderen te spuiten, om te zorgen dat er zeker geen lange doodsstrijd zou zijn.’