Direct naar artikelinhoud
sociale media

Nepnieuws was vooral effectief op Instagram

Amerikanen zagen minder Russisch nepnieuws op Instagram, maar ze reageerden er wel meer op
Beeld AFP

Wie nepnieuws zegt, denkt Facebook. Maar nu blijkt dat ook de tijdlijn van het hippe zusje Instagram een belangrijke drager is voor Russische nepnieuwscampagnes. Sterker zelfs: “Instagram was misschien wel het meest effectieve platform.”

Hoe ging het Russische trollenleger, dat de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 probeerde te beïnvloeden, nu precies te werk? Die vraag houdt de Verenigde Staten al meer dan twee jaar in de ban. Deze week werden twee onderzoeken gepubliceerd die meer inzicht bieden in de tactieken van het Internet Research Agency (IRA). Die Russische organisatie zette in opdracht van het Kremlin desinformatiecampagnes op om onrust te veroorzaken in de VS.

Opvallend aan het rapport van sociaalmediabedrijf New Knowledge, in samenwerking met Columbia University and Canfield Research, is dat de rol van Instagram in de nepnieuwscarrousel tot nu toe onderbelicht bleef. In hoorzittingen en rapporten over de verspreiding van nepnieuws lag de focus altijd op Facebook en Twitter. Maar in de nieuwe studie, op basis van duizenden berichten die gedeeld werden op Facebook, Instagram, Google en Twitter tussen 2015 en 2017, staat letterlijk dat “Instagram misschien wel het meest effectieve platform voor het Internet Research Agency was”.

Op het eerste gezicht klinkt dat tegenstrijdig. Zo staat in het rapport te lezen dat het IRA 126 miljoen Amerikanen wist te bereiken met nepberichten via Facebook, tegenover ongeveer 20 miljoen op Instagram. 

Betere graadmeter

Maar in het economische aandachtsspel, waar onze aandacht omgezet wordt in advertentiegelden, is bereik maar één parameter. Steeds meer adverteerders kijken naar engagement. Lees: delen, liken of reageren mensen op bepaalde berichten? In de reclamesector wordt ervan uitgegaan dat engagement een betere graadmeter is om te kijken of mensen een bepaalde boodschap effectief gezien, gelezen of bewust tot zich genomen hebben.

Wat blijkt? Op Instagram reageerden gebruikers 2,5 keer meer dan op berichten van het IRA dan op Facebook. In absolute cijfers toont het rapport dat er op Facebook-berichten van IRA 76,5 miljoen gereageerd werd met likes, commentaar of door het bericht te delen. Op Instagram ging het om 187 miljoen likes en reacties. Op Instagram is er geen manier om berichten van anderen in een persoonlijke tijdlijn te delen.

Toch verbaast die vaststelling uit het onderzoek niet helemaal. 

In oktober bevestigde Facebook zelf al dat 5 procent van de advertenties waarvan het zeker wist dat ze aangekocht werden door het IRA niet alleen op Facebook, maar ook op Instagram verschenen. Daarnaast was in haast alle pr-berichten van Facebook over het verwijderen van malafide accounts sprake van Instagram-accounts. Op 13 november verwijderde Facebook naar eigen zeggen bijvoorbeeld 36 Facebook-profielen, 6 pagina’s en 99 Instagram-profielen die meer dan verdacht gedrag toonden. Het waren vooral de Instagram-profielen die ervoor zorgden dat racistische en discriminerende boodschappen door meer dan 1,2 miljoen mensen gezien werden.

In het economische aandachtsspel is bereik maar één parameter. Steeds meer adverteerders kijken naar engagement

Niet stemmen

Nog opvallend in het 100 pagina’s tellende rapport is de gerichte manier waarop het IRA campagne voerde voor de presidentscampagne. Zo pompte het een groot deel van zijn budget in berichten die de zwarte gemeenschap moest overtuigen om niet te gaan stemmen. Berichten in de trend van “Sinds het vertrek van Obama is de VS geen land voor zwarten meer”, “Hillary Clinton verdient de zwarte stem niet” of “Blijf thuis, deze twee presidentskandidaten geven niet om de rechten van zwarten”, werden enkele dagen voor de stembusslag massaal in de zwarte gemeenschap gemikt.

Hier speelt niet Instagram, maar YouTube, het videoplatform van Google, een essentiële rol. Van de 1.107 video’s die aan het IRA gelinkt konden worden, ging 96 procent van de inhoud over Black Lives Matter en politiegeweld.

We krijgen dankzij dit soort rapporten steeds meer inzicht in de manier waarop desinformatie-organisaties zoals het Internet Research Agency te werk gaan. Maar wat de impact van dit soort campagnes effectief was op de verkiezingen in de VS blijft onduidelijk.