Dit wandelpad kost miljoenen: “Maar je zal hier dan ook op de schouders van reuzen staan”
© if
Natuur en Bos van de Vlaamse overheid wil een boomkruinenpad bouwen tussen de beroemde beukenkathedralen van het Zoniënwoud in Groenendaal. Toerisme Vlaanderen steunt deze ambitie met een subsidie van bijna 3 miljoen euro.
Regiobeheerder van het Zoniënwoud Patrick Huvenne en projectverantwoordelijke Werner Van Craenenbroeck waren vroeg van de partij om het project uit de doeken te doen aan Vlaams minister Ben Weyts (N-VA).
De feeërieke rijmlaag beloofde een mooi winters uitzicht over Vlaanderens groene long. De ‘canopywalk’ of het boomkruinenpad zal één kilometer lang zijn en op een hoogte van twintig meter kronkelen tussen de boomtoppen. Je zal er als het ware op de schouders van reuzen staan. Het hoogtepunt van dit pad wordt een uitkijktoren van ongeveer vijftig meter hoog. Om een ‘preview’ te krijgen van het uitzicht, liet de minister zich ophijsen in een kraan van gelijke hoogte.
Aanleg een uitdaging
Weyts dronk zijn koffie snel op, trok zijn veiligheidsharnas aan en klom dan in de gele kraan die hem van de grond naar de hemel en weer terug zou brengen. “Een prachtig uitzicht”, aldus de miniser. “De autostrade ligt weggestopt achter de boomkruinen. Het enige dat je ziet, zijn de spoorlijn, bos en velden. Dit zal van het Zoniënwoud een nog grotere toeristische trekpleister maken.”
Hoe de uiteindelijke toren er zal uitzien, is nog niet bekend. “Het wordt een uitdaging om ze op een ecologisch verantwoorde manier aan te leggen”, zegt projectleider Van Craenenbroeck. “Voor de fundering zal beton wellicht nodig zijn, maar de eigenlijke constructie moet er zo natuurlijk mogelijk uitzien. Hout is een optie, maar in een loofbos kan ook een slanke constructie van zwart staal mooi ogen. Dat laatste is niet minder duurzaam. Hoe dan ook wordt de aanvoer van het materiaal een van de grootste uitdagingen: er mogen uiteraard geen bomen sneuvelen om de zware machines aan te voeren.”
Het agentschap Natuur en Bos doet een open oproep via het Team Vlaams Bouwmeester, waar gerenommeerde ontwikkelaars hun ontwerp kunnen indienen voor het project.
“Onze grootste uitdaging is om mensen te laten genieten van de natuur, zonder dat ze verstoord wordt”, zegt Tom Embo, directeur van Natuurinvest. “Daarvoor gebruiken we dezelfde aanpak als in het Meerdaalwoud: door de aanleg van aantrekkelijke toegangspoorten en wandelwegen, blijven de bezoekersstromen geconcentreerd. Zo worden de flora en fauna buiten deze gebieden niet verstoord.”
Normaliter wordt tegen de zomer een projectontwikkelaar aangesteld. De opening zou plaatsvinden in 2020.
