De verkiezing van Lipszyc lijdt weinig twijfel, want er is geen tegenkandidaat. Maar bij de oppositie is er wrevel. ‘Iemand die rechtstreeks van op een kabinet geparachuteerd wordt naar het comité dat de inlichtingendiensten moet controleren, dat is niet gezond’, zegt Stefaan Van Hecke (Groen), lid van de parlementaire begeleidingscommissie van het comité I.

Van Hecke staat niet alleen met zijn kritiek. ‘Ik ben zeer ongerust’, zegt Kamerlid Georges Dallemagne (CdH). ‘De inlichtingendiensten controleren is geen gemakkelijke taak. Hoe geloofwaardig is het om die controle te laten gebeuren door iemand die zo dicht bij de premier staat? Meneer Lipszyc is niet neutraal.’ De oppositie vreest dat hij schatplichtig blijft aan de premier, in plaats van zijn werk te doen als onafhankelijk controleur.

De benoemingen bij het Comité I en het Comité P hebben sinds jaar en dag een politieke kleur. Zo is de afscheidnemende voorzitter van het comité I, Guy Rapaille, van PS-signatuur. Maar hij kwam uit de magistratuur en niet van een politiek kabinet. De opvolger van Rapaille moet opnieuw een Franstalige zijn, omdat de Franstaligen vandaag ondervertegenwoordigd zijn in de wereld van de inlichtingendiensten.

Het is hoogst uitzonderlijk dat er maar één kandidaat is. Verscheidene bronnen bevestigen aan De Standaard dat enkele potentiële tegenkandidaten afhaakten omdat ze beseften toch geen kans te maken. Voor hij aan de slag ging op het kabinet-Michel, werkte Lipszyc op het kabinet van de toenmalige minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD). Daarvoor was hij procureur in Aarlen.

De benoemingen aan de top van het Comité I en het Comité P, dat de politiediensten controleert, gebeuren meestal in consensus over de grenzen meerderheid-oppositie heen. Ditmaal zal dat dus waarschijnlijk niet zo zijn.