Henk Algra: Poetsweigeraars en hun smoezen
De meeste Nederlanders poetsen regelmatig hun tanden en kiezen. Zeker in de week voordat de halfjaarlijkse afspraak met de tandarts in de agenda staat, doen ze erg hun best.
Er zijn echter ook mensen die het poetsen zien als een zinloze vorm van tijdsbesteding. Ze bedenken allerlei manieren om aan het tandenpoetsen te ontkomen.
In mijn werk kom ik deze poetsweigeraars vaak tegen. Ze hebben me geholpen aan een breed scala aan argumenten waarom je niet je gebit zou hoeven te poetsen.
‘Ik poets mijn tanden niet, want ik ben de oplader kwijt.’
‘De tandarts zei dat ik goed moet poetsen. Ik heb iedere dag gepoetst en toch heb ik weer gaatjes. Poetsen helpt dus helemaal niet.’
‘Ik poets mijn tanden niet, want de wasbak lekt en dan krijg ik ruzie met de benedenbuurman.’
‘Als je nooit cola drinkt, hoef je ook niet te poetsen.’
‘Mijn moeder had met d’r achttiende al zo’n klapper en daarna nooit meer kiespijn. Geef mij ook maar zoiets, dan ben je voor de rest van je leven van al dat gedoe af. De tandarts moet gewoon alles trekken.’
‘Iedere keer als ik poets, breken er stukken van mijn tanden af. Dus poetsen is slecht voor mijn gebit.’
‘Ik heb geen tijd om te poetsen. Ik moet iedere dag naar mijn werk.’
‘Mijn vader had een slecht gebit en ik ook. Dat komt door de tandwolf. Die zit bij ons van vader op zoon in de familie.’
‘Ik poets mijn tanden niet, want daarna smaakt de cola zo vies.’
‘Ik woon in een verkeerd huis. De wasbak staat om de hoek. Die zie ik niet als ik naar bed ga. Dan denk ik er dus niet aan.’
‘Ik ben wel van plan te gaan poetsen, maar nu ben ik er nog niet aan toe.’
‘Ik poets mijn tanden niet, want dan raakt het ecosysteem van mijn gebit verstoord.’
‘Ik hoef dit jaar niet meer te poetsen. Mijn eigen risico is toch al op.’
Maar hebben niet alle mensen hun eigen redeneringen om een slechte gewoonte in stand te houden? Je zou er je tanden op stuk kunnen bijten.