Direct naar artikelinhoud
Taalcolumn

Voor het eerst weet ik wat de liefde voor een huisdier betekent

Ann De Craemer.Beeld Eric de Mildt

Elke week kiest onze taalcolumniste Ann De Craemer het #WoordVanDeWeek. Dat kan een actueel woord zijn, een hip nieuw woord, een woord dat een snaar raakt, een totaal vergeten woord of een woord dat allang had moeten bestaan. Deze week: katterap.

Katterap. Het woord staat niet in het woordenboek, wat me enigszins verbaasde, maar het blijkt dus dialect te zijn. Ik ken het in elk geval al van kindsaf, en de eerste keer dat ik me herinner het te horen, was toen ik bij mijn grootmoeder een Rachel-koekje uit een blikken doos nam, en er op het moment dat ze even niet keek snel nog een tweede uit griste. Maar grootmoeder had het gezien en zei lachend: ‘Katterap ben jij.’

Sinds een paar maanden weet ik pas echt wat het woord ‘katterap’ betekent. Voor het eerst in mijn leven heb ik een huisdier, en u raadt het al: het gaat om een kat. Toen vorig jaar naast mijn appartement zo’n dertig serviceflats werden gebouwd, doken er plots katten op: waarschijnlijk kwamen ze af op de etensresten die de bouwvakkers er hadden achtergelaten.

Instant verliefd

De katten waren schuw, schichtig en mager. Geen van hem kwam dichterbij, tot op een dag een zwartwitte kit die zichtbaar zwanger was wel de stap waagde. Maar zich aaien liet ze niet: zodra ik mijn hand uitstak, rende ze weg.

In juni verscheen ze op het dak achter mijn terras plots met een jong. Ik was instant verliefd. Ik zette nog meer eten dan voorheen op mijn terras en de jonge kat durfde wat haar moeder niet durfde: ze kwam heel dichtbij en liet zich na een paar weken aaien.

Ik heb een zware periode achter de rug en slaag er soms nog altijd niet in de schoonheid van een regenboog te zien, maar mijn kat weet me altijd op te beuren

Om een lang verhaal kort te maken: met engelengeduld heb ik de kat in zes maanden weten te temmen. Wanneer ik met haar speel en ze me steeds te snel af is, denk ik terug aan het woord van mijn grootmoeder: katterap. Als ‘rap’, maar dan in een andere betekenis, klinkt ook het geluid wanneer ze haar krabpaal tekeergaat of de plastic muis die ik voor haar kocht achternazit.

Vroeger begreep ik het nooit goed: mensen die zo gehecht waren aan hun huisdier dat ze het bijna als een mens beschouwden. Ik lachte daar zelfs wat meewarig om, waarvoor ik nu mea culpa sla: ik weet voor het eerst hoeveel voldoening en warmte de liefde voor een dier kan geven.

Beestig fijn

Vandaar dat ik het nieuwe initiatief Villa Samson zo toejuich: een “beestig fijn” gebouw, klinkt het op de website, naast het UZ Brussel, waar huisdieren en patiënten elkaar onbezorgd kunnen ontmoeten. Dat huisdieren de genezing, zeker mentaal, kunnen bevorderen, kan ik goed geloven, en heb ik zelf aan den lijve ondervonden. Ik heb een zware periode achter de rug en slaag er soms nog altijd niet in de schoonheid van een regenboog te zien, maar mijn kat weet me altijd op te beuren – beter zelfs dan mensen dat met woorden kunnen doen.

Vorige week ben ik met de kat voor het eerst naar de dierenarts geweest. Ik wist zelf niet wat het geslacht was, maar nu het een vrouwtje blijkt te zijn, heb ik niet lang hoeven na te denken: ze heet Rachel, naar de koekjes die zij mezelf zoveel katterapper weet te ontfutselen dan ik dat bij mijn grootmoeder kon.