Direct naar artikelinhoud
onderwijs

Pas afgestudeerde leerkrachten krijgen nauwelijks voltijdse opdrachten

Pas afgestudeerde leerkrachten krijgen nauwelijks voltijdse opdrachten
Beeld belga

Slechts een op de drie startende leerkrachten in het kleuter- en lager onderwijs kan voltijds of bijna voltijds aan de slag. Het Christelijke Onderwijzersverbond (COV) trekt aan de alarmbel.

Ook volgend schooljaar zullen veel startende leerkrachten korte en al dan niet deeltijdse opdrachten aan elkaar rijgen. Wie tijdens de zomervakantie geen voltijdse job voor een heel schooljaar aangeboden kreeg, zal de rest van het schooljaar deeltijdse jobs bij elkaar moeten sprokkelen, afgewisseld met periodes van werkloosheid. 

Het Christelijk Onderwijzersverbond (COV) vraagt aan de vooravond van een nieuw schooljaar meer werkzekerheid voor starters en jonge leerkrachten in het kleuter- en het basisonderwijs en pleit voor het poolen van opdrachten. "We willen absoluut dat er maatregelen worden genomen, zodanig dat het werkaanbod en het aantal uren dat er gepresteerd worden beter op elkaar worden afgestemd", reageert Marianne Coopman, algemeen secretaris van het CVO aan de VRT.

Uit cijfers voor het schooljaar 2013-2014 bleek dat in het kleuter- en het lager onderwijs respectievelijk 35 procent en 36 procent van de starters over een heel schooljaar een opdracht heeft van minder dan een derde van een voltijdse baan. Nog eens 30 procent werkt meer dan een derde maar minder dan twee derde. Ten slotte kan 33 procent terugvallen op een opdracht die groter is dan twee derde. Vaak hebben jonge starters door het schooljaar zowel opdrachten in het kleuter- als in het lager onderwijs.

Het is belangrijk jonge leerkrachten meer stabiliteit en werkzekerheid te geven, "want die startende jongeren hebben net zoals zoveel anderen geen recht op werkloosheidsvergoeding tijdens het eerste jaar. Men moet al heel wat dagen presteren vooraleer je een inkomenszekerheid hebt."