Jongerentop A1000 laat Antwerpse jeugd nadenken over stad van morgen: “We willen jongeren warm maken om politieke verantwoordelijkheid op te nemen”

Antwerpen -

Hoe moet Antwerpen er over tien jaar uitzien? Dinsdag verzamelden in HETPALEIS de leerlingen van het zesde jaar verzorging van het IMS in Borgerhout. Daar deelden ze hun beleidsvisie met schepen van Jeugd Jinnih Beels (Vooruit) en politicologe Samira Azabar.

Niels Delport

De A1000 is een initiatief van het HETPALEIS en Laika samen met de stad Antwerpen. Het project geeft een stem aan Antwerpse jongeren. Daarom gaan in HETPALEIS op het Theaterplein de zesdejaars verzorging van het IMS drie dagen lang aan de slag met onderwerpen als democratie, geld, samenleving, veiligheid… “We willen jongeren correct informeren over het belang van verkiezingen”, legt Beels uit. “Want we merken dat ook jongeren soms een aversie hebben tegen de politiek. Daarom willen we hen warm maken om politieke verantwoordelijkheid op te nemen en te gaan stemmen.”

Schepen van Jeugd Jinnih Beels (Vooruit).© BELGA

Dat maatschappelijke kwesties ook bij jongeren spelen, werd dinsdag meteen duidelijk toen er een opstoot ontstond tussen Beels en spreker Samira Azabar over de legitimiteit en het nut van de systematische identiteitscontroles in sommige Antwerpse buurten. De discussie ontstond nadat Nousria Chanouch (18) uit Borgerhout een vraag had afgevuurd op de Antwerpse schepen.

“We hebben het gevoel dat de politie mensen met een andere etniciteit vaker controleren en zelfs viseren”, zegt Nousria. “Mijn eigen vader werd zo al verschillende keren gecontroleerd terwijl hij gewoon op straat wandelde. Het lijkt of ze hem puur op basis van zijn huidskleur tegenhouden. Is dat dan geen racisme?”

“Die controles zijn wettelijk verankerd in tijd en ruimte”, antwoordt Beels. “Ik heb twintig jaar lang bij de politie gewerkt. Daarom weet ik dat de meeste agenten volgens de wet zullen handelen. Maar ik ben me ervan bewust dat bepaalde doelgroepen te vaak systematisch worden gecontroleerd. Dat zou kunnen wijzen op etnisch profileren. Maar dat valt niet noodzakelijk gelijk te stellen met racisme. Vaak ligt het aan de tunnelvisie die sommige agenten kunnen ontwikkelen.”

“In academische kringen stellen we etnisch profileren gelijk aan racisme”, werpt Azabar op, waarna er luid applaus klinkt van de leerlingen op de tribune. “Politie moet zich in haar werk baseren op wat iemand doet en niet omdat die een bepaalde etniciteit, huidskleur, nationaliteit of religie heeft.”

Daarop stoof Beels weg.

Politicologe Samira Azabar.© Christophe De Muynck

De workshops zijn een voortraject voor duizend leerlingen van het vijfde en zesde middelbaar uit veertien Antwerpse scholen. Op 3 oktober kunnen ze hun ideeën over het stadsbeleid afvuren op de kopstukken van de Antwerpse politiek. “Tijdens het eerste luik proberen we de jongeren politiek wakker te maken door experts uit te nodigen en een interactief debat te vormen. Daarna proberen we die prikkeling te vertalen naar kunstprojecten. Zo krijgen ook film- en fotoreportages, comedy en poetry-slam hun plaats in het programma”, vertelt Brechtje Van Bel van de organisatie.

“Uit die duizend leerlingen kiezen we een groep ambassadeurs”, vult Els De Bodt, directeur van HETPALEIS aan. “Dat zijn een tiental leerlingen die op 3 oktober in gesprek met de politici zullen gaan. Daarom krijgen ze extra workshops over debatteren en kunnen ze in gesprek gaan met journalisten. Op die manier bereiden we ze voor om op 3 oktober voor een zaal van duizend man de visies van de jongeren te verdedigen.”

© Niels Delport

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Jinnih Beels