Direct naar artikelinhoud

Sercan Arslan heeft een fanshop van Galatasaray in Rotterdam. 'Wij doen alles op basis van emotie'

De liefde voor Galatasaray kreeg Sercan Arslan van zijn vader mee. Zo kon het dat hij in het Oude Noorden een fanshop van de voetbalclub begon. Maar: 'Ik voel me evenveel Nederlander als Turk.'

Sercan Arslan trekt de plooien in een shirt van Galatasaray strak.Beeld Marcel van den Bergh/de Volkskrant

'Deze verkopen we het meest.' Sercan Arslan (26) grijpt een voetbalshirt dat achter in de winkel aan een haak hangt. Liefdevol wrijft hij over de stof. 'Het is het thuisshirt: de ene helft rood, de andere helft geel.'

Hij wijst naar de vier sterren die op het shirt zijn geborduurd. Elke ster staat voor vijf kampioenschappen, zegt hij. Dan, trots: 'Galatasaray heeft de meeste sterren van alle Turkse clubs. Drie jaar terug verdienden we die vierde ster.' Hij lacht even. 'En daarna is het ook niet meer gelukt.'

Maar wacht, hij verkoopt nog meer in zijn winkel: uitshirts, trainingspakken, poloshirts, truien, petjes, sjaaltjes, rompertjes, sleutelhangers en armbandjes. Allemaal met het logo van Galatasaray.

Nee, we zijn niet in de wijk Galata in Istanbul, waar de club in 1905 is opgericht. En ook niet in Seyrantepe, de wijk waar Galatasaray tegenwoordig de thuiswedstrijden speelt. Nee, dit is de Zwart Janstraat, een wat rommelige winkelstraat in het Oude Noorden, waar vorig jaar veel stemmen naar Denk gingen.

Wat zegt het dat zo'n winkel - de enige in Europa (het Europese deel van Turkije daargelaten) - hier in Rotterdam blijkbaar bestaansrecht heeft? Dat hier jaarlijks duizenden shirts worden verkocht van een club die haar wedstrijden afwerkt in een stadion meer dan tweeduizend kilometer verderop? Waarom kopen die mensen geen shirts van Feyenoord, Sparta of Excelsior?

Verliezen we een wedstrijd, dan schelden we, dan huilen we, dan krijgen we ruzie met vrienden die voor een andere club zijn. Dat is de Turkse passie
Sercan Arslan

Ondernemen

Op naar het Oude Noorden dan maar, waar Arslan graag zijn verhaal doet. Onder het genot van een kop koffie (in een mok van Galatasaray) vertelt hij over zijn grootvader, die in de jaren zeventig naar Nederland kwam. En over zijn vader, die op zijn vijftiende ook hier arriveerde. 'Hij heeft overal gewerkt: bij de supermarkt, in de haven. En uiteindelijk begon hij een restaurant.'

Het ondernemen zit Arslan dus in het bloed. Een paar jaar geleden kreeg hij het idee voor deze fanshop. Hij verbaasde zich erover dat hij hier zo moeilijk een shirt van Galatasaray kon krijgen. Zou hij zelf geen winkel kunnen openen?

Turkse volksaard

Hij mailde de club en voor hij het wist zat hij in het vliegtuig naar Istanbul. Daar was de zaak snel beklonken. In de zomer van 2014 ging de winkel open. Tweeduizend man kwam erop af, schat hij. De rij voor de kassa slingerde door de winkel naar buiten, 'tot aan de ING verderop'. Van tien uur 's ochtends tot negen uur 's avonds verkocht hij honderden shirts. 'Toen ik thuiskwam, kon ik niet meer lopen.'

Maar wat maakt deze club (en de concurrenten Besiktas en Fenerbahçe) zo populair onder Turkse Nederlanders, van wie er veel hier geboren zijn? Arslan denkt dat het te maken heeft met de Turkse volksaard. 'Wij doen alles op basis van emotie. Verliezen we een wedstrijd, dan schelden we, dan huilen we, dan krijgen we ruzie met vrienden die voor een andere club zijn. Dat is de Turkse passie.'

Als ik zelf ooit een zoon krijg die niet voor Galatasaray is... Nee, dat is onmogelijk
Sercan Arslan

Vader en zonen

Zelf kreeg hij die passie mee van zijn vader, zegt hij. 'Het komt in Turkse gezinnen niet vaak voor dat vaders en zonen fan zijn van verschillende clubs. Dat gaat niet. Als ik zelf ooit een zoon krijg die niet voor Galatasaray is... Nee, dat is onmogelijk.'


De suggestie dat die liefde voor een Turkse club een teken zou zijn van mislukte integratie, zoals sommigen ongetwijfeld oordelen, wuift hij weg. 'Ik ben hier geboren, ik spreek de taal, ik heb gestudeerd, ik werk hier en ik probeer iets te doen voor de maatschappij', zegt Arslan, die sinds een klein jaar ook een voltijdbaan heeft als treindienstleider bij ProRail. 'Ik voel me evenveel Nederlander als Turk.'

Lang droomde ik ervan een keer naar een wedstrijd in Istanbul te gaan. Dat lukte pas toen ik achttien was
Sercan Arslan

En trouwens, vroeger had hij met zijn vader een seizoenkaart van Feyenoord. Van zijn zevende tot zijn veertiende zat hij elke twee weken in de Kuip.

Al die discussies over Nederlanders en Turken - hij is er ook wel klaar mee. Het wordt allemaal zo overdreven. De PVV die maar schreeuwt dat mensen terug moeten naar hun eigen land. En Denk dat daar steeds weer tegenin gaat. Dat gaat vervolgens allemaal via de sociale media rondzingen, waardoor de spanningen verder oplopen.

'Zo krijgen mensen het idee: ik ben Turk, ik moet achter Denk staan. Of: ik ben Nederlander, ik kies voor Wilders.'

Wie is het beste raadslid van Nederland?

In de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen organiseren de Volkskrant, campagnebureau BKB en omroep WNL de verkiezing van het beste gemeenteraadslid van Nederland. Ook een raadslid nomineren? Dat kan hier.

Verlangen

Het gevoel neemt te veel de overhand, wil hij maar zeggen, de emotie. En dat is niet goed. Ja, met voetbal wel: kies je favoriete club gerust met je hart. Maar een stem breng je uit met je hoofd. Zelf moet hij die keuze nog maken. Die keuze zal daadwerkelijk invloed hebben op je land, op je dagelijks leven.

Goed, nog even terug naar voetbal dan. Want wat gebeurt er als Feyenoord toevallig een keer tegen Galatasaray moet spelen?

'Dan juich ik voor Galatasaray', zegt Arslan beslist. 'Waarom? Misschien heeft het te maken met verlangen. Ik keek als jongen soms een wedstrijd in het café, samen met mijn vader. Lang droomde ik ervan een keer naar een wedstrijd in Istanbul te gaan. Dat lukte pas toen ik achttien was. Zoiets is toch specialer dan een club op de hoek, waar je elke twee weken heen kunt.'

Wat niet wegneemt dat hij ooit met zijn eigen kinderen ook een seizoenkaart van Feyenoord wil nemen. Zodat ze samen naar het stadion kunnen, gewoon om de hoek.

Aartsrivaal

De winkel van Sercan Arslan heeft in de Zwart Janstraat bijzonder gezelschap. Een paar deuren verderop zit een winkel van aartsrivaal Fenerbahçe. Opvallend: die is eigendom van zijn zus. Vanwege een brand was deze een tijd gesloten. Binnenkort gaat hij weer open. Arslan: 'Gaan ze eerst daarheen en dan komen ze hier.'


Rik Kuiper bericht tot aan de gemeenteraadsverkiezingen vanuit Rotterdam