Links: Sofie Joosen (N-VA): de nieuwe burgemeester van Duffel, rechts: Mien Van Olmen, de nieuwe burgemester van Herentals. © Chris Van Rompaey, Bert De Deken

Meer ‘burgermoeders’ in provincie Antwerpen: “Op een glazen plafond ben ik nooit gebotst”

Vanaf 2019 telt de provincie Antwerpen meer vrouwelijke burgemeesters dan in de huidige legislatuur: we gaan van 10 naar 13,5 procent vrouwen. Is vrouw zijn überhaupt nog een issue in de politiek? Mien Van Olmen, de nieuwe burgemeester van Herentals, vindt van niet.

Sylvia Mariën

Dat het er toch hard aan toegaat op sociale media, zegt de Herentalse schepen van Ruimtelijke Ordening, Milieu, Monumenten en Landschappen en Plattelandsontwikkeling Mien Van Olmen. Zij kreeg zondag bijna 1.900 voorkeurstemmen, iets meer dan Yoleen Van Camp, die haar N-VA wel de grootste partij zag worden. Herentals maakt dus een coalitiewissel door: van sp.a/CD&V naar N-VA/CD&V. “En daar komt natuurlijk ook kritiek bij kijken”, zegt Van Olmen, “maar ook ongenuanceerde insinuaties waar ook mijn kinderen mee te maken krijgen. Ik heb liever dat mensen mij rechtstreeks benaderen, dan kan ik de kritiek ook beantwoorden. Maar een dik vel heb ik wel.”

Van Olmen groeide op in een boerenfamilie die sociaal heel actief was. “Ik heb het met de paplepel meegekregen, mij inzetten voor de maatschappij.”

Van opleiding is ze burgerlijk ingenieur, en met haar ex-man runde ze een tijdlang een landbouwbedrijf. “Een zware stiel, daardoor stond ik in de gemeente ook bekend als een harde werker”, zegt Van Olmen. “Na de scheiding werd ik fulltime ingenieur, en in 2007 koos ik fulltime voor de politiek. In een schepenambt - dat ik combineerde met een zetel in de provincieraad - moet je volledig je tijd en energie kunnen steken.”

Van Olmen deed de eerste keer mee aan de gemeenteraadsverkiezingen in 2000. “Als jonge vrouw kreeg ik meteen een mooie vijfde plek op de lijst en werd ik gemeenteraadslid, toen in de oppositie - een goeie leerschool.”

Sinds 2006 moeten politieke lijsten de helft mannen en de helft vrouwen tellen. “Maar ik heb nooit het gevoel gehad dat ik mijn carrière aan een quotum te danken heb”, zegt Van Olmen. “Op een glazen plafond ben ik ook nooit gebotst.”

“Wel is het zo dat je vrouwen moeilijker kunt overtuigen om deel te nemen aan de politiek. Zelf vind ik het een heel mooie job, je kunt er echt je leven in leggen en mee essentiële zaken in onze samenleving sturen. Het is ook heel hard werken, en niet iedereen ziet dat zitten. Maar vrouwen die wíllen, voor hen is er geen drempel.”

Wat maakt het vrouw zijn in de politiek dan anders? “Enkel de stijl en de toon - die is toch zachter, merk ik bij besprekingen, en dat heeft ook effect op mannen. Maar in de besluitvorming is er geen verschil. Vrouw zijn is geen nadeel en geen voordeel.”

En dan runt Van Olmen samen met haar man ook nog een gezin. Vijf dochters heeft ze, van 20, 19, 15, 10 en 7 jaar. “Ik moet toegeven dat ik vaak een afwezige moeder ben”, zegt ze. “Maar we zijn daar allemaal aan gewend.”

“En ik vind het mooi om te zien dat mijn oudste dochter ook heel veel interesse heeft in de politiek. Aan haar heb ik de voorbije campagne veel steun gehad.”