Deze haan kraait 3.600 keer per uur. Toch worden de buren niet gek. Straffer nog: hij wint zelfs prijzen

© Foto Kurt

Ook al eens gezucht wanneer de haan van de buren ’s morgens voor de tiende keer kraait? Wat dan gezegd van die van Eddy Callewaert (61) uit het West-Vlaamse Wakken. Het dier won ­afgelopen weekend een kraaiwedstrijd, met 3.650 ‘kreten’ per uur. “Ik denk dat hij over de 4.000 kan”, zegt Eddy. Wat vinden zijn buren daarvan? “Hij kraait alleen als hij lawaai hoort.”

Chris Snick

Een naam heeft hij niet, maar kraaien kan de haan van Eddy als de beste. Dat bleek afgelopen weekend tijdens een wedstrijd hanenzetten in Waregem. Een oude volkssport die erkend is als Vlaams immaterieel erfgoed, maar op sterven na dood is. Op de wekelijkse wedstrijden die vooral in Oost- en West-Vlaanderen doorgaan, duiken nog amper twintig hanen op. In de jaren 50, 60 en 70 waren dat er nog honderden.

© Foto Kurt

Het principe is hetzelfde als bij vinkenzetten: je plaatst een haan in een kooi en turft een uur lang hoe vaak je die hoort. In plaats van suskewiet, is het in deze een kraai in drie letter­grepen. Ku-ke-luu. “Dit jaar won ik al drie wedstrijden”, zegt Eddy. “Hij kraaide al eens 2.400 keer, eens 3.200 en nu dus meer dan 3.600. Dat waren er veertien meer dan de nummer twee. Maar er ­waren ook deelnemers die maar 1.400 haalden, hoor. Begin volgend jaar is het Belgisch kampioenschap, ik denk dat hij wel kans maakt.”

Stil op hun eentje

Trainen doet Eddy niet met zijn haan. “Dat kun je ook niet. Je moet geluk hebben. En een goede kweek. Deze zijn nonkel was ook een straffe.”

Al is het nog maar de vraag of de buren in de kleine woonwijk in de Kraaistraat – geen grap – in Wakken ook zo onder de indruk zijn.

Eddy’s tuin is namelijk een paar vierkante meter groot. “Niet de ideale plek dus om een haan te houden”, vertelt hij. “Zeker niet één van dit kaliber. Daarom zit hij bij mijn zus, die iets landelijker woont. Maar haar buren klagen niet. Omdat ik er ook maar één heb. Dat is het voordeel van deze soort: krielhanen kraaien, los van de ochtendkraai, enkel als ze lawaai horen. Zet je er nog een haan naast, dan beginnen ze tegen elkaar op te kraaien. Om ter meest en om ter vlugst. Op sommige momenten tot zeventig keer per minuut. Zitten ze alleen, dan valt het al bij al nog mee.”

Eddy’s haan kreeg er wel al het gezelschap van een kip. “Ik kweek ermee. Een kraaihaan heeft maar een carrière van een tweetal jaar, daarna mindert het snel. Ik moet zien dat ik tegen dan een nieuwe kampioen heb.” Al moet hij het voor het geld niet doen. “Een haan die 3.000 keer kraait, is zo’n 100 euro waard. Deze zo’n 150 euro. De Chinezen azen er jammer genoeg niet op zoals bij de duiven. Rijk word je hier niet van. De eerste prijs bedraagt doorgaans 3 euro, het inschrijvingsgeld 2 euro.”