Direct naar artikelinhoud
Muziek

Nile Rodgers: "Ik ben de hongerige vos, die de lekkerste kippetjes wil"

Nile Rodgers.Beeld Geert Braekers

Hij overleefde kanker én tal van zijn generatiegenoten. Daarom gunt Nile Rodgers (66) ook zijn groep Chic een nieuw leven met It’s About Time. “Alleen die titel kon de lading dekken. Er rest me vast niet zoveel tijd meer op deze wereld.”

Al een eeuwigheid noemt Nile Rodgers zijn gitaar liefkozend 'The Hitmaker'. Een bloemlezing uit zijn back catalogue legt ook meteen uit waarom. De New Yorkse topproducer is verantwoordelijk voor ontelbare classics die funk, soul, disco en r&b verenigen. Zesentwintig jaar na zijn laatste plaat met Chic brengt hij eindelijk nieuwe muziek uit onder diezelfde naam, die verantwoordelijk is voor hits als ‘Le Freak’, ‘Good Times’ of ‘I Want Your Love’. Op de nieuwe plaat slaat hij de handen in elkaar met artiesten als Lady Gaga, Elton John, Emeli Sandé en Craig David.

Heeft hij vandaag het gevoel nog steeds iets te moeten bewijzen? “Moeilijke vraag”, kijkt Rodgers bedenkelijk. “Het meest objectieve antwoord is waarschijnlijk: nee. Voor die arrogantie hoef ik mezelf trouwens niet eens te verantwoorden. Dat doet de popgeschiedenis wel voor me. (lacht) Al mijn singles waren goud tot drievoudig platina waard. 

"Maar tegelijk vind ik dat ik me wél nog moet bewijzen voor ik het loodje leg. Ik overwon twee keer kanker. Daardoor begon ik over mijn eigen sterfelijkheid na te denken. Ik wil niet vergeten worden, dus móét ik mijn relevantie bewijzen. Mijn goede vrienden Prince en David Bowie zijn veel te vroeg gestorven, terwijl ze nog zoveel magie te bieden hadden. Ik wil met It’s About Time aangeven dat een ouwe veteraan, die een paar keer door het oog van de naald is gekropen, nog steeds alive-and-kicking is.”

Jonge broekjes

Rodgers had altijd al een neus voor talent. Naast zijn werk met Madonna, Michael Jackson, Diana Ross, David Bowie of Daft Punk schreef hij ook vaak hits met onbekende artiesten, die dankzij hem konden opklimmen. Op zijn nieuwste plaat collaboreert hij alweer met jonge broekjes, zoals Mura Masa, Stefflon Don, Hailee Steinfeld en NAO. 

“Werken met opkomend talent heb ik nooit een risico gevonden. Ik heb nu eenmaal stijl en smaak. (schatert) Met de hand op het hart: ik heb nooit in een groep gespeeld die suckte, omdat ik steevast weigerde te werken met klungels. Zo zelfgenoegzaam ben ik wel: ik laat me alleen omringen door speciale artiesten, bij wie ik 'The Vibe' voel. Laurie Anderson of Peter Gabriel: ik voelde hen metéén aan. Sam Smith ook trouwens: die zat als een kneusje in een hoekje naar de grond te staren, terwijl ik met de jongens van Disclosure jamde. Zij vroegen me plots of ik het erg zou vinden als hun maatje zou meezingen. Toen Sam zijn scheur opentrok, voelde ik vanaf de eerste noot: “Fuckin’ wow! This guy is killing it!” Om die reden ben ik dus in de muziek gestapt: ik ben de hongerige vos die de lekkerste kippetjes wil.”

'In de jaren 90 heeft Michael Jackson me terug de muziekbusiness ingeleid. Hij éíste dat ik zou meespelen'
Nile Rodgers

Rodgers bezweert ons dat hij zijn naam en reputatie nooit in de strijd heeft gegooid om zijn zin te krijgen. “Ik ben een psycholoog, nooit een opportunistische eikel. De enige mensen die me een asshole zouden kunnen vinden, zijn de zusjes van Sister Sledge. Ik maakte ooit muziek met hen zonder hen daar écht bij te betrekken. Dat was niet erg netjes van me. (grinnikt) Maar ik denk niet dat ze daar achteraf nog lang over gestruikeld zijn (de single ‘We Are Family’ van Chic uit 1979 was zowat hun grootste succes; GVA)."

Opperqueen

Over zijn samenwerking met Diana Ross voor ‘I’m Coming Out’ bestaan wél nog wat indianenverhalen, die Rodgers graag wil rechtzetten. “Achteraf las ik dat ze zich beduveld voelde, omdat ik haar zo’n gay anthem had aangesmeerd, zonder dat ik haar vertelde wat mijn intenties waren. Maar zo zát het niet. 

"De waarheid is dat ik in de jaren 70 elke avond in een nachtclub bleef plakken. Vooral om in het toilet te gaan snuiven, eerlijk gezegd. (lacht) Maar goed: die ene avond ging ik gewoon naar de wc van een travestietenclub om te pissen. Daar zag ik drie Diana Ross-imitators, helemaal in drag. Zij schonken me het beste idee ooit: ik besefte plots dat Diana Ross de échte Queen was, lang voor de Beyoncés van deze wereld die titel zouden opeisen. 

"Ik belde Bernard (Edwards, zijn rechterhand in Chic; GVA) enthousiast wakker, en schreeuwde: 'Als ik Diana 'I’m Coming Out' laat zingen, zal dat even sterk zijn als James Brown die 'Say It Loud! I'm Black and I'm Proud' zong. Ik beval hem die zin op een papiertje te schrijven, omdat ik in een Fellini-film beland leek in die club, en wist dat de avond vermoedelijk weer in een dronken black-out zou eindigen. (lacht) 

Opperqueen
Beeld Geert Braekers

"En de rest is geschiedenis. Ik heb haar nooit een rad voor ogen gedraaid. Het was gewoon mijn ode aan Diana, the original queen! Vandaar ook de fanfare-intro. Het was over the top, maar ik zat toen natuurlijk ook wel zwaar aan de dope.”

Dank u, Michael Jackson

Over zijn drugsgebruik is Rodgers een open boek. Maar de schaamte blijft. “Ik heb heel veel goeie jaren verkwanseld. Vijf jaar geleden kreeg ik prostaatkanker en een jaar geleden moest ik nog een knobbeltje op mijn rechternier laten verwijderen. Bijna was ik eraan. Het besef dat ik al jaren eerder het loodje had kunnen leggen door mijn eigen domme verslavingen, hakte er toen serieus in. 

"Wist je trouwens dat Michael Jackson me uit die impasse heeft gehaald? We kenden elkaar al sinds The Jackson 5. Hij was die rare knakker die een solo-imperium wilde uitbouwen, en ik was die vreemde vogel uit New York: het was liefde op het eerste gezicht. (lacht) In de jaren 90 heeft hij me terug de muziekbusiness ingeleid. Ik kwam net uit rehab, en mijn hoofd stond niet naar muziek. Maar hij éíste dat ik zou meespelen op een van zijn platen, en toen laaide de liefde voor mijn gitaar weer op. Ik ben hem nog elke dag dankbaar om geen néé te willen horen. Zonder hem lag ik misschien in de goot.”

It's About Time van Nile Rodgers & Chic verschijnt op 28/9 bij Universal.