Het gaat om zogeheten zelfmelders. Dat zijn personen die worden veroordeeld tot een celstraf, maar zichzelf mogen komen melden bij de gevangenis op een tijdstip dat door het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) wordt bepaald. Deze mensen worden dus niet door de politie gevangengenomen om hun straf uit te zitten.
Eind vorig jaar besloot Weerwind om tijdelijk geen volwassen, mannelijke zelfmelders meer op te roepen vanwege personeelstekorten in de gevangenissen. Dat betekent niet dat hun straf komt te vervallen, maar dat die op een later moment zal worden uitgevoerd.
Medio februari lag het aantal zelfmelders dat in vrijheid wacht op hun celstraf nog op 1.800, zo zei Weerwind destijds in een debat in de Tweede Kamer. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft de demissionaire minister nu dat dat aantal is opgelopen tot 2.655.
"Dit cijfer is een momentopname", benadrukt Weerwind in de Kamerbrief. Maar hij erkent dat de "voorraad zelfmelders" die wacht op zijn of haar straf flink is toegenomen. Normaal gesproken zijn dat er namelijk elfhonderd. Wel is de druk op de capaciteit van gevangenissen tijdelijk wat afgenomen, schrijft de minister.
Meeste veroordeelden wacht relatief korte straf
Verreweg de meeste wachtende veroordeelden, zo'n 87 procent, kregen een gevangenisstraf van minder dan negentig dagen opgelegd. De kortste celstraf bedraagt één dag, de langste bijna 4,5 jaar.
Veel van de tien langste celstraffen (3,5 tot 4,5 jaar) betreffen drugsgerelateerde delicten. Het gaat in alle gevallen om mensen die buiten de Europese Unie zijn bestraft, maar aan Nederland zijn overgedragen.
Eén van hen is veroordeeld voor het onder invloed veroorzaken van een ernstig verkeersongeval met dodelijke slachtoffers.
Mede op verzoek van de Tweede Kamer gaat Weerwind bekijken of mensen die zijn veroordeeld tot delicten met een relatief zware maximumstraf, niet alsnog direct hun celstraf kunnen uitzitten.
NUjij: Uitgelichte reacties