‘In essentie was ik erg bang van mijn mannelijke seksualiteit’

© Johan Dockx

Elf jaar was Leo toen zijn moeder hem seksueel begon te vernederen. Zeven jaar later was zijn seksualiteit geknakt, en het duurde meer dan tien jaar voor hij daaruit raakte. ‘Seksueel misbruikte mannen moeten zelf hulp zoeken.’

Peter Vantyghem

Het is geen nieuws dat ook mannen misbruikt worden, maar veel aandacht krijgen ze niet van de media of van het gerecht. In een dossier in dS Weekblad kunt u dit weekend lezen om hoeveel mannen het gaat, waarom hun misbruik een taboe is in de samenleving en hoe moeilijk het is om met het misbruik om te gaan. Eén van de getuigen, Leo, vertelt hier zijn verhaal.

Leo (40) was elf toen ‘het’ begon. Denkt hij. De grens tussen kind en jong volwassene begint dan te vervagen, en met mannelijkheid had zijn moeder een probleem. Ze begon ongepast seksuele toespelingen te maken op zijn geslacht, op zijn fysieke voorkomen. Ze liet hem (niet al te subtiele) pornofilms zien. ‘Ik denk dat ze al heel vroeg haar eigen verdrongen seksualiteit op haar zonen projecteerde’.

Rechttoe-rechtaan misbruik noemt hij het niet: liever spreekt hij van ‘grensoverschrijdend gedrag’.

‘Mijn moeder werd verscheurd door haat tegen alles wat mannelijkheid inhield en een onbewust verlangen ernaar.’

‘Geleidelijk aan werd het meer. Ze werd vervelend en opdringerig, gaf tongzoenen, kroop enkele keren naakt bij mij in bed, kuste me over mijn hele lijf en likte aan mijn lichaam.’

‘Ze had altijd al afgewisseld tussen twee extremen. Alles wat wij mogelijk als vrouwelijk schoon zouden kunnen zien, ging ze heftig demoniseren en bekritiseren. Ze zapte alle naaktscènes op tv weg, ze schold mooie vrouwen uit, ze maakte vaak onze vriendinnetjes op school uit voor hoer. Maar als ze gedronken had, leefde ze haar vulgariteit uit. Dikwijls deelde ze heel ongepast haar bedgeheimen, stalde haar seksuele fantasieën uit en sprak in erg grafische en vulgaire termen. Steeds vaker moest ik haar expliciete seksuele toenaderingen afweren.’

‘Ze werd blijkbaar verscheurd door haar haat tegen alles wat mannelijkheid inhield (mannen waren voor haar ‘verkrachters’) en een onbewust verlangen ernaar. Die analyse heb ik natuurlijk niet als tiener bedacht’, zegt Leopold. ‘Dit zijn bewustzijnsprocessen die de jongste jaren zijn begonnen.’

‘De seksuele kant van heel het verhaal vond ik minder pijnlijk of kwetsend dan haar haat en razernij.’

De fysieke grensoverschrijding stopte toen hij op kamers ging wonen en in het buitenland studeren. Ze vond hem niet meer aantrekkelijk, zei ze. Maar ze was ook vervallen in een zware depressie en lang veel in bed.

Besefte u als kind dat er iets niet klopte?

Leopold: ‘Besef zou ik het niet noemen. Ik heb heel lang gedacht dat gezinnen zo functioneerden. En als kind ben je loyaal. Het was pas toen ik bij andere vrienden thuis kwam (rond een jaar of 16-17) dat mijn ogen opengingen. En voor de buitenwereld waren we een normaal gezin. Ik vind het vreemd dat niemand aan ons iets merkte. Dat maakt het extra wereldvreemd voor mij, mijn broer en mijn zussen.’

En grensoverschrijdend.

‘Seksueel grensoverschrijdend gedrag van moeders naar zonen gebeurt volgens mij niet op dezelfde manier als van vaders naar dochters. Het moederlijke overschrijdende gedrag speelt veel slinkser in op de emotionele betrokkenheid van de zonen. Dat is niet alleen, zoals vaak bij mannen, direct seksueel op de genitaliën gericht. De grensoverschrijding bestond er bij ons in dat we jarenlang een moeder hadden die emotioneel helemaal desintegreerde, en haar steun en toeverlaat in steeds grotere mate zocht bij haar zoon, die een soort vervangman werd voor de vader, die vaak op reis was.’

Hoe voelde u zich in uw seksuele en in uw menselijke ontwikkeling, door deze gebeurtenissen?

‘De seksuele kant van heel het verhaal vond ik minder pijnlijk of kwetsend dan haar haat en razernij. Haar woede-aanvallen, haar vernederende opmerkingen en haar fysieke geweld waren beangstigend: die hebben meer littekens veroorzaakt.’

‘Toen ik 17 was, voelde ik me zo wanhopig dat ik met opzet tegen een boom ben gereden.’

‘In essentie was ik erg bang van mijn eigen mannelijke seksualiteit, en heb ik me tot een jaar of 27 onthouden van alles wat seks en vrouwen was. Ik was ervan overtuigd dat vrouwen mannen verschrikkelijk, gevaarlijk en vies vonden, en dus heb ik dat deel in mij heel ver weg geduwd. Pas in mijn late twintiger jaren ben ik in therapie gegaan en dat heeft geholpen. Vandaag spelen die herinneringen zeker nog af en toe op, maar ik voel me een veel vrijer mens.’

Hebt u nu een hekel aan vrouwen?

‘Nee, ook nooit gehad. Wel heb ik heel lang last gehad van extreem wantrouwen in relaties. Niet verwonderlijk, als je uit een gezin komt waar de persoon van wie je het meeste liefde en zorg nodig hebt, tevens de gevaarlijkste persoon in huis is. Door die onverwachte woedeaanvallen word je echt wel hyperalert. Dat kan ik vandaag, dankzij therapie, managen zonder dat het mijn intieme relatie in de weg staat.’

Hebt u voor uw 18de met iemand kunnen spreken over wat er gebeurde?

‘Nee. Ons moeder was als de dood dat de buitenwereld iets te weten zou komen en heeft ons meermaals bedreigd. Wij waren doodsbang, dus hielden we onze lippen op elkaar.’

Hebt u hulp gezocht, gevonden bij uw vader?

‘Niet echt. Hij was een zachtaardige man en nam het af en toe wel voor ons op, maar moeder was zo’n destructieve kracht dat ze hem letterlijk fysiek wegblies. Het lag niet in zijn aard om sterk tegen haar in te gaan. Als hij thuis was, deed hij altijd een halfslachtige poging om de vrede te bewaren, maar oog in oog met haar helse woede en geweld gaf hij het snel op en vertrok hij zo vlug hij kon naar zijn zaak. Ik heb mijn vader lange tijd door haar ogen, dus als een vijand, gezien. Ik dacht niet aan hem als hulpbron.’

Heeft u uw moeder geconfronteerd met de gevolgen voor uzelf?

‘Toen ik jong was, heb ik dat geprobeerd, ja. Als ze nuchter was, stond ze daarvoor open. Had ze gedronken, dan niet. Toen ik 17 was, voelde ik me zo wanhopig dat ik met opzet met een scooter tegen een boom ben gereden. In het ziekenhuis zag ik even medeleven en zelfs schuldbesef, maar een nanoseconde later werd dat allemaal weggeveegd door een golf van woede en kreeg ik nóg meer ruzie en slaag. “Hoe kon ik haar dat aandoen? Ondankbaar rotkind!” Enzovoort. Ik vermoed dat het te veel verantwoordelijkheid was om zoveel wanhoop bij mij te zien. Ze duwde dat weg door haar woede naar buiten toe te projecteren: dat was veel gemakkelijker.’

Moet of moest ze gestraft worden?

‘Ik geloof niet in straffen: dat leidt volgens mij alleen maar tot meer geweld. Door iemand te straffen, zeggen we eigenlijk: “jij hoort er niet meer bij”. En als ik naar het geweld om mij heen kijk, dan zie ik hoe mensen alleen die relaties, families, gemeenschappen kapotmaken waar ze zelf niet bijhoren. Als je mensen daarentegen binnensluit, dan gaan ze dat gevoel koesteren en liefhebben.’

Dat heeft uw moeder gemist.

‘Ja. Ze had volwassenen rond haar moeten hebben die haar steunden, bijstonden en de weg naar heling toonden. Ik had zulke mensen wel rond mij. Ze hebben me de weg naar vakbekwame therapeuten getoond, waar ik dan in een liefdevolle omgeving door mijn eigen pijn heen heb mogen werken. Dat had ik graag voor haar gewenst.’

‘Ze is zelf ook seksueel misbruikt geweest en heeft haar wonden niet kunnen helen. Ik wil de cirkel van geweld niet verderzetten.’

‘Ik spreek haar acties allesbehalve goed. Maar het is ook te makkelijk om mensen met een borderline-problematiek op de stapel van ‘onhandelbare’ patiënten te gooien. De waarheid is dat alle pijn en vernietiging die ze in hun omgeving zaaien, nog dubbel zo pijnlijk vanbinnen in hun laait en hun hele diepste wezen wegschroeit. Zij leed enorm vanbinnen. Ergens had ze niet de kracht om al dat leed en die pijn alleen te helen, en heeft ze die pijn op haar kinderen gericht.’

Welke relatie hebt u nu met uw moeder?

‘Ze is er niet meer. Enkele jaren geleden heb ik haar nog een laatste keer kunnen zien, met het doel om voor mezelf iets rond te maken en haar innerlijk te vergeven. En ik wilde mezelf toestaan om de liefde, die ze ook in zich had, weer een plaats te geven. Jarenlang had ik alleen op haar donkere kanten gefocust, en op al mijn leed en pijn. Ik kan daar nog steeds contact mee maken, maar er is ook meer ruimte gekomen om die liefdevolle kant van haar te zien.’

Uw moeder werd zelf ook misbruikt. Kunt u een bepaald begrip voor haar opbrengen?

‘Ja. Zij is zelf ook seksueel misbruikt geweest en heeft haar wonden niet kunnen helen. Ik wil de cirkel van geweld niet verderzetten, ik heb gekozen voor een leven waarin ik mijn eigen pijn en verdriet aanpak. Gelukkig ben ik mensen tegengekomen die me daarbij zijn gaan steunen. Alleen had ik dit nooit gekund.’

Slachtoffers worden soms zelf dader. Hoe hebt u dat vermeden?

‘Ik koester veel liefde voor het leven. Die innerlijke kern heeft de donkere kant in mijn moeder nooit kunnen vernietigen. In mijn eerste intieme relatie kwamen alle pijn en intense emoties naar boven, maar ik voelde dat ik niet geleid wilde worden door innerlijke demonen. Ik wilde mijn eigen verantwoordelijkheid nemen, maar ik wist intuïtief dat ik dit nooit alleen zou kunnen. Vrienden om hulp vragen was een grote en spannende stap, maar de hulp en steun die ik kreeg, was ontroerend. En heeft me gered, want alleen lukt het niet.’

Wat hebt u geleerd?

‘Dat er veel toegewijde en inspirerende mensen zijn die dit ook meegemaakt hebben. En dat je je niet moet laten leiden door wat de maatschappij zegt over schuld en boete. Veel mensen willen mij graag in de sensationele dader-slachtofferdynamiek duwen. Mij heeft het niets opgeleverd om zo te denken. Denk dieper, en ontwikkel de ruimte vanbinnen om al die tegenstrijdige emoties naast elkaar te laten bestaan. In mijn beleving is alles wat je uit je hart sluit een beperking van je eigen vrijheid en geluk.’

De naam van Leo is gewijzigd om zijn privacy te beschermen.