Direct naar artikelinhoud
De passie van Devos

Socialisme als geuzennaam

Carl DevosBeeld Bob Van Mol

De politieke actualiteit volgens UGent-politicoloog en De Morgen-columnist Carl Devos.

Niet dat er een bewuste partijstrategie achter zat, maar er loopt een rode draad tussen het onvoorziene einde van Samen en de nieuwjaarsreceptie van sp.a: de socialisten zijn trots het te zijn. Willen niet meer met zich laten sollen. Op zulke feestjes tonen partijen zich immer strijdvaardig, optimistisch en eensgezind, maar veel kameraden menen het. Enkel wie in zichzelf gelooft kan dat ook van kiezers verwachten. Ergens is, na alle negativiteit, een mentale grens overschreden.

Achteraf moet blijken of het de moed der wanhoop was.

Het einde van Samen, en de manier waarop dat einde verliep, werkte bevrijdend. Als een catharsis. Geen enkel probleem is daarmee opgelost, wel de gedachte dat die oplossing er niet meer kan komen. Bovendien is ook de Gentse Ghelamco-aanval afgeweerd. Hoewel niet overal een antwoord op kwam, kon de paars-groene meerderheid deze kwestie vakkundig afvoeren. Het moment nadert waarop niet de beschuldigde, maar de beschuldiging steeds ongeloofwaardiger wordt.

Daarmee zijn Antwerpen en Gent van beklemming bevrijd. Ondertussen werkte ook de Grasmarkt (het sp.a-hoofdkwartier), uitgedaagd door zoveel vragen om een ‘nieuw verhaal’, aan een antwoord. Dat komt er in de vorm van een ‘nieuw socialisme’. Het inhoudelijke offensief dat moet tonen dat de partij niet enkel een verleden maar ook een toekomst heeft. Wie de partij kent moet onvermijdelijk denken aan de vele vorige herbronningsoefeningen. Zeker die ingrijpende van 2001.

De huidige inhoudelijke verdieping verloopt minder opzichtig dan de naamsverandering van SP naar sp.a in 2001. Aan de basis daarvan lag de zelfkritische nota ‘De nieuwe SP, een strategie voor partijvernieuwing’ uit november 2000, van toenmalig voorzitter Patrick Janssens. Die moest de werking en missie van de partij moderniseren, en zette zich met het gelijkekansen- en doelgroepenbeleid netjes in de Derde Weg. Die, zoals bekend, een tijdje naar electoraal succes leidde.

Zoals vandaag klonk ruim anderhalf decennium geleden dat de partij profiel miste en een ‘oubollig imago’ meedroeg. Bovendien waren de ‘affaires’ (Agusta/Dassault) nog niet vergeten. Maar, zo schreef de nota van 2001, er was een grote bereidheid tot verandering. Vertrekkend van de centrale socialistische waarden, verwijzend naar de sterke historische rol en expertise van het socialisme. Klinkt vertrouwd.

Mantelzorgers en appwerkers

Vandaag is de invalshoek anders. Geen doelgroepenbenadering meer. De partij, toen nog stevig in regeringen, fabriceerde geen voorstel zonder technische en budgettaire nota’s die de inspectie van Financiën moesten imponeren. Vandaag is de aanpak minder beleids- en meer behoeftegericht. Daarmee wil sp.a centrum-links én eigentijds socialistisch zijn. Dus zonder – zoals vakbonden en de PVDA veelal doen – allerlei veranderingen te betreuren en te bevechten. Een modernisering eerder dan een radicalisering. Volgens sommigen zal net daar de zwakte zitten. Volgens anderen net het herstel van de verloren band met zoveel modale mensen op zoek naar houvast bij oude en nieuwe risico’s.

Of deze zoveelste vernieuwing tot heropstanding leidt, is onzeker. Maar dat ze daartoe een noodzakelijke voorwaarde is, is wel zeker

De partij wil de nieuwe tijd niet meer in allerlei statuten van de oude wringen, maar er met haar expertise een aangepaste sociale bescherming voor vinden. Een die bijvoorbeeld de flexibiliteit en creativiteit van het nieuwe werken niet afbouwt in naam van de solidariteit, maar beide net combineert. Daarmee verwijst sp.a naar haar roots en expertise in de uitbouw van sociale zekerheid. Zo moet de ecologische transitie niet enkel overgelaten worden aan individuele ethiek, maar in collectieve macht en verantwoordelijkheid verankerd worden. En zegt sp.a dat haar nieuwe socialisme niet enkel voor de mantelzorger, maar ook voor freelancende app-werkers moet werken.

Dat is een inhaalbeweging ten aanzien van Groen, dat de nieuwe economie al eerder omarmde. Dat is voor groenen makkelijker. Zij zijn een ander soort progressieven, met niet enkel een verleden in de christelijke arbeidersbeweging, maar ook met liberale accenten – die van de opgeleide consultant die nieuwe mobiliteit, schone lucht en veel transparantie wil. Bij Groen spreken ze vurig over fiscale rechtvaardigheid, maar zelden staan ze zo achter vakbondsacties als de socialisten. Bij Groen willen ze liefst ook geen grote structuren rond allerlei sociale rechten uitbouwen. In het nieuwe socialisme van sp.a moeten alle losse Vlaamse zorgvoorzieningen samengebracht worden in een echte sociale zekerheid, met afdwingbare rechten en duidelijke plichten. Zodat niemand eruit valt.

Sp.a sukkelt met de perceptie een achterhaalde strijd te voeren. Die wil ze keren

Achterhaalde strijd?

Of deze zoveelste vernieuwing tot heropstanding leidt, is onzeker. Maar dat ze daartoe een noodzakelijke voorwaarde is, is wel zeker. Sp.a sukkelt met de perceptie een achterhaalde strijd te voeren. Die wil de partij keren. Op haar sociaal-economische corebusiness maakt ze dat goed. Maar ze zal die lijn moeten doortrekken naar sociaal-culturele kwesties, over identiteit en de grenzen daarvan. Ze zal daarvoor ook sterk personeel nodig hebben. En vechten tegen cynisme, fatalisme of desinteresse over de toekomst van sp.a. Socialisme als nieuwe geuzennaam, als verzetsbeweging eerder dan een systeemonderdeel.

Veel zal afhangen van de thema’s die de komende maanden centraal zullen staan. En van de geloofwaardigheid waarmee de socialisten, die de oude welvaartsstaat niet voor afbouw konden behoeden, nu de nieuwe kunnen heropbouwen.