Direct naar artikelinhoud
WK voetbal

Panini-voetbalplaatjes: al vijftig jaar de bron van verstandsverbijstering bij jongetjes en volwassenen

Panini-voetbalplaatjes: al vijftig jaar de bron van verstandsverbijstering bij jongetjes en volwassenen
Beeld AFP

Als volgend weekend het WK voetbal begint, hebben miljoenen kinderen wereldwijd al gespaard, gekocht en geruild voor het voetbalplaatjesalbum van Panini. We bezochten de heilige grond van hun herkomst.

Vanuit het niets zwiept de arm van Fabrizio Melegari omhoog en heft hij drie vingers: zijn duim, zijn wijs­vinger en zijn ­middelvinger. "Er zijn drie cruciale momenten voor een verzamelaar", zegt hij, terwijl hij zijn duim aantikt. "Eén: het moment dat je een pakje gaat kopen en ziet dat de verkoper ­speciaal voor jou een nieuwe doos uit het plastic haalt. Dat geeft een tintelend, bijna gelukzalig gevoel. Je weet: ik ben de eerste, ik heb de grootste kans om precies de juiste plaatjes te ­vinden."

"Twee," en hij tikt hij zijn wijsvinger aan, "het openen van een pakje. Dat ­geluid – de muziek! – van het openscheurende papier: een rrrrrip die je gehoor streelt. En daarna die plots vrijkomende geur van vers gedrukte plaatjes, die je wilt opsnuiven als een drug. Ik ben van de generatie die nog lijm moest gebruiken om plaatjes in je boek te plakken. Die lijm heette ­Coccoina en had de spectaculaire geur van amandelen. Ik kon daar uren aan snuffelen."

'Het mooiste ­moment: heel langzaam de plaatjes van elkaar schuiven om te zien welke voetballers je in je handen hebt'
Fabrizio Melegari, directeur Panini Group

Melegari werkt al twintig jaar in de plakplaatjesindustrie, maar hij vertelt alsof hij voor het eerst in jaren terugdenkt aan zijn jeugd. "Drie," gaat hij verder, "en dit is het mooiste ­moment: heel langzaam de plaatjes van elkaar schuiven om te zien welke voetballers je in je handen hebt. Eindelijk wordt je wachten ­beloond, eindelijk weet je wie je kunt inplakken en wie je kunt ruilen met je vriendjes."

Melegari schudt het hoofd en is opeens weer terug op aarde: "Kom, we lopen verder."

Sjakie

Het is dat de Welshe kinderboekenschrijver Roald Dahl zijn boek al in 1964 schreef, zes jaar voor het eerste internationale Panini-album verscheen, anders had Sjakie weleens in een heel andere fabriek kunnen eindigen dan in een fabriek voor chocolade. Deze fabriek in Noord-Italië heeft ­alles in zich om in jongensdromen te figureren en om kinderboeken over te schrijven. Al ruim vijftig jaar is dit een bron van verstandsverbijstering bij jongetjes en volwassen mannen én de katalysator van een ontelbare hoeveelheid vechtpartijen op schoolpleinen wereldwijd. Deze fabriek in Modena maakt namelijk plakplaatjes met voetballers erop.

Als Roald Dahl in Italië was geboren, dan had Willy Wonka ongetwijfeld ­Fabrizio Melegari geheten, een kleine Italiaan met pretogen die het gouden talent bezit een onderwerp serieuzer te nemen naarmate het kinderachtiger wordt. 

Hij moet natuurlijk wel, want Melegari is directeur van de ­Panini Group, een Italiaanse multi­national actief in 120 landen met een jaaromzet van rond 800 miljoen euro en duizend man personeel. Het maakt van Melegari in plakplaatjeskringen verreweg de belangrijkste man ter wereld.

'Oprichter Umberto ­Panini zei ooit: ‘Het is een kansspel voor kinderen. Het gevoel bij het openmaken van het zakje is hetzelfde als het langzaam openen van een pokerhand''
Fabrizio Melegari, directeur Panini Group

Het principe is de laatste zestig jaar niet veranderd, vertelt hij terwijl hij in een moordend tempo door zijn fabriek snelt. "Je opent een pakje, plakt ze in je boek en ruilt de dubbele met je vriendjes. Oprichter Umberto ­Panini zei ooit: ‘Het is een kansspel voor kinderen. Het gevoel bij het openmaken van het zakje is hetzelfde als het langzaam openen van een pokerhand.’"

Een gokverslaving voor kinderen dus, die zo hardnekkig blijkt, dat ook veel volwassen mannen (meestal dan) nog dagelijks naar een kiosk gaan om besmuikt te vragen naar een pakje. Want bij de aanschaf van ­Panini-stickers geldt het omgekeerde condoomprincipe: hoe ouder je bent, hoe groter de schaamte aan de kassa.

Sjakie
Beeld Bart Leye

Kroeijf

Het lijkt soms of Melegari tijdens het praten willekeurige afslagen neemt – trap op, trap af, hoek om, deur door – maar iedere anekdote eindigt precies op de juiste plek. 

Net als Melegari het verhaal vertelt over Umberto Panini, een jonge Italiaan die na de oorlog in een krantenkiosk werkte waar veel klanten vroegen naar van die sportplaatjes die je gratis bij een pakje sigaretten kreeg, loopt hij langs een kast waarin het eerste album ooit staat: het Italiaanse voetbalseizoen 1961-1962. "Umberto Panini dacht: ik kan dit beter. En toen maakte hij dit album", zegt Melegari.

"Deze is ook belangrijk", wijst hij naar een tweede verzamelboek dat hij uit de kast trekt: Aerei e Missili (vliegtuigen en raketten) uit 1965, het eerste album met niet-voetbalplaatjes. "En deze natuurlijk." Hij pakt het album van het WK-voetbal 1974 met daarin het eerste Nederlandse voetbalteam dat het tot sticker schopte. "Ik wilde huilen tijdens de finale van 1974’, wijst hij naar het plakplaatje van ‘Kroeijf’. 

Bij de aanschaf van ­Panini-stickers geldt het omgekeerde condoomprincipe: hoe ouder je bent, hoe groter de schaamte aan de kassa

Melegari heeft een overweldigende hoeveelheid Panini-anekdotes in zijn repertoire, die hij allemaal lijkt te willen delen. Die over het boze jongetje, bijvoorbeeld, dat een brief schreef aan meneer Panini omdat er zogenaamd te weinig plaatjes in zijn pakje zaten. "Meneer Panini wist zeker dat dat gelogen was, maar zei: 'Stuur die jongen zijn stickers, hij zal voor eeuwig reclame blijven maken."

Even laat Melegari een stilte vallen, die hij vervolgens opvult met zijn eigen giechellach. "Prachtig toch? Hè? Prachtig! Kom, ik laat je zien waar dat gebeurd is." Terwijl hij het zegt, staat hij al voor de juiste deur: "Dit, mijn beste, is onze postkamer!"

Jukebox

Sjakie en de chocoladefabriek indachtig is dit de plek waar de Italiaanse arbeiders het meest op Oempa Loempa’s lijken, al was het maar vanwege de hoeveelheid werk die ze verzetten. 

"Wij helpen ongeveer vierduizend mensen per dag", zegt een van de veertien medewerkers in de zaal. Een WK-album telt 640 stickers, wat betekent dat je gemiddeld 899 pakjes à 0,60 euro moet kopen om het album vol te krijgen – een dure grap voor iemand met een wekelijks inkomen van 5 euro zakgeld. Daarom is het gemeengoed om ontbrekende stickers te ruilen met vriendjes, of om ze na te bestellen.

Fabrizio Melegari, directeur van Panini Group.Beeld BELGAIMAGE

"Hier komen rond een WK ongeveer een miljoen e-mails binnen over ontbrekende stickers", zegt een van de veertien. Ze wijst naar de zaal rondom haar, waar iedereen aan het bellen en typen is, en iedereen Google Translate heeft openstaan om jongetjes en meisjes in de hele wereld gerust te stellen: jouw plaatje is er, en we sturen het naar je op.

Dat gaat zo. Zodra een verzoek binnenkomt van een verzamelaar die zijn hele WK-album van 2010 compleet heeft, op de sticker van ­Wesley Sneijder na, loopt in ­Modena een vrouw richting een kolos van een machine waarin alle stickers zitten die Panini ooit heeft gemaakt. De vrouw drukt op wat knoppen, waarna het gevaarte – een soort gigantische jukebox – begint te piepen en te steunen en te draaien. Dan opeens opent een klep die toegang geeft tot een enorme laadbak met daarin de beste voetballers uit 2010. "Q, R, S", gaat de vrouw vliegensvlug langs de rijen stickers tot ze verrukt roept: "Sneijder!"

'Hier komen rond een WK ongeveer een miljoen e-mails binnen over ontbrekende stickers'
Medewerkster postkamer

Schudmachine

Melegari lijkt haast te hebben, want voor de vrouw de rest van haar routine kan laten zien, begint hij aan mouwen te trekken en zegt: "Kom, de Fifimatic. We gaan nu naar de Fifimatic."

De Fifimatic is een gigantische machine bedoeld om een euvel op te lossen dat voetbalplaatjesverzamelaars jarenlang teisterde: twee dezelfde plaatjes in één pakje. Melegrani opent een deur naar een fabriekshal met daarin Simona Spiagga, de productiedirecteur. "Vroeger", wijst Spiagga naar een muur, "werden de stickers met een schep tegen die muur ­gegooid om ze te husselen. Maar dankzij onze Fifimatic hoeft dat niet meer."

Nu schuiven arbeiders aan de ene kant stickervellen met tweehonderd voetballers op een lopende band. Meters verderop, nadat de voetballers allerlei snij- en schudmachines zijn gepasseerd, rollen er kant-en-klare stickerpakjes uit, geen van alle met dubbele Ronado's of Messi's erin.

'Onlangs liet een ­speler – ik noem geen namen – zijn vriendin bellen om te vragen waarom hij niet in het album zat'
Fabrizio Melegari, directeur Panini Group

Daaraan ten grondslag ligt een ingewikkelde rekenmethode, waardoor tussen twee Kroatische voetballers altijd een Australische en een IJslandse speler moet staan, tenzij de rij begint met een Zweed, want dan moet er een Marokkaan tussen, of een Rus.

Of zoiets tenminste, want voor ­Spiagga klaar is met haar uitleg, heeft Melegari het woord al weer overgenomen. "We draaien al sinds januari", roept hij boven het geluid van de machines uit. Sindsdien werken er 240 in plaats van 130 medewerkers in de fabriek, die verdeeld over drie ploegendiensten, van drie uur ’s ochtends tot acht uur ’s avonds, continu stickers drukken en snijden en husselen en verpakken. Op topdagen komt dat neer op 70 miljoen stickers.

Dat zijn niet alleen voetbalplaatjes. Panini maakt ook verzamelalbums over wielrennen, of over basketbal of over Harry Potter of de Disneyfilm Frozen. Maar de heilige graal van de fabriek blijft het WK-voetbal-album.

Daarvoor heeft Melegari een redactie van twaalf voetbalkenners – de heilige twaalf – wier baan het is de hele dag voetbal te kijken, uit alle denkbare competities wereldwijd. Dankzij hen zijn er altijd actuele lijsten van spelers die mogelijk/ waarschijnlijk/vrijwel zeker aan spelen toekomen, en dientengevolge tot sticker moeten worden verheven.

Dat gaat soms fout, want de eerste stickers worden al in januari gedrukt, terwijl de WK-selecties pas in mei rond zijn. "Er zijn weleens voetballers die zich beledigd voelen als we ze niet in het album opnemen", zegt hij. ­"Recentelijk liet een ­speler – ik noem geen namen – zijn vriendin bellen om te vragen waarom hij niet in het album zat. En weer een andere speler – dit hoorde ik van zijn coach – raakte in paniek toen hij zag dat hij geen sticker was geworden. Hij is naar zijn coach gegaan en vroeg: 'Coach, betekent dit dat ik niet meega naar het WK?'"

Het bestaat: een kolos van een machine waarin alle stickers zitten die Panini ooit heeft gemaakt