Direct naar artikelinhoud
Albumrecensie

'Lithopédion' van Damso: androïde met gewetenscrisis

DamsoBeeld Romain Garcin

Damso dropt zijn derde album bij de start van het WK in Rusland. Da's clever. En een tikkeltje diabolisch. De Brusselse rapper graaft er hoe dan ook dieper en naarstiger dan ooit. 

Lithopédion begint zoals de voorganger Ipséité eindigde: met Damso op een ziekenbed, onder een ruisend zuurstofmasker, vastgeklonken aan akelig piepende ziekenhuisapparatuur. De arts die hem op de vorige plaat probeerde te reanimeren (“Je suis content de vous dire qui votre flow vous a sauvé la vie”) maar uiteindelijk een hartstilstand niet kon voorkomen, is er opnieuw bij. 

En kijk, Damso lééft, zo blijkt. De droge dokterspraatjes desintegreren in schelle echo’s en Damso schiet overeind in paniek, vol razernij. We krijgen een ziedende tirade over ons heen die racisme en white prejudice in vlammende spotlichten zet. “Niquer des mères, bosser dur, c'est la procédure / T'es dans les flyers, j'suis dans les journaux / Des chaînes d'esclaves aux chaînes en or / Click, click, bang, bang, comme ça qu'nègro s'en sort”. Dems is terug en hij speelt het spel nog steeds op zijn manier, wars van courtoisie of etiquette.

Tegen de stroom in

Had u iets anders verwacht van de 26-jarige Brusselaar William Kalubi? Toen de Voetbalbond het in zijn broek deed na kritiek op de beslissing om “een misogyne rapper als Damso” het WK-lied te laten schrijven en de samenwerking schoorvoetend stopzette, reageerde hij laconiek. “Mijne dames, mijne heren, mannenhaters en feministen, ik vergeef jullie en dank jullie voor de verwarring die ik heb gezaaid”, Twitterde hij na de mediarel. “Deze promo is precies wat ik nodig had voor mijn nieuwe album”. Nee, wij gaan niet opnieuw de discussie oprakelen over Damso’s teksten. Dat de rapper geen doetje is en in zijn lyrics een bepaald vrouwonvriendelijk personage neerzet, staat buiten kijf.  Of hij daar de grenzen van de welvoeglijkheid mee overschrijdt, laten we in het midden.

DamsoBeeld Romain Garcin

Het is voer voor een maatschappelijk debat dat hopelijk sereen wordt gevoerd en waar de vrije meningsuiting hopelijk niet bij inschiet. ’t Is een heikel thema, dat spreekt. Feit is: dankzij voornoemde voetbalrel heeft Damso zich bij zijn achterban tot in de perfectie kunnen profileren als een notoire dwarsligger die lak heeft aan autoriteit en die radicaal tegen de mainstream durft oproeien. Dat die mainstream nog eens voornamelijk blank is, is marketinggewijs mooi meegenomen, zeker nu de publieke opinie erg vatbaar is voor raciale profilering. Slimme jongen, die William. Daarmee insinueren we geenszins dat zijn verontwaardiging niet authentiek zou zijn.

Meesterlijke schets

Wie de controverse opzij schuift, hoort tragikomisch genoeg muziek die allesbehalve tegen de mainstreamstroom ingaat. Damso eigent zich een erg hedendaagse, oer-Amerikaanse stijl toe die elk hitparade-kanon - van Migos, Gucci Mane, Rae Sremmurd tot zelfs Childish Gambino - heeft uitgewoond. Het is bijgevolg niet zo vreemd dat wij pas naar het puntje van onze stoel schoven bij songs die afwijken van die rotcommerciële productiestijl. Het verrukkelijke ‘Même Issue’, bijvoorbeeld, waarin flukse gitaartjes tussen Hi-life en Malinese vibes  twijfelen. Of het superbe, door Londense 2Step-ritmes gestutte ‘Aux Paradis’: dichter bij Vince Staples komt Damso niet. 

‘Dix Leurres’ doet met zijn in Afrikaanse texturen gewikkelde hiphopvibe denken aan Stromae. Het bitterzoete sprookje dat ‘Silence’ heet, werd geproduceerd door de Belgische popnimf Angèle, die er ook meezingt, frêle en ultramelancholisch, comme d’habitude. Damso toont zich er meesterlijk in het schetsen van verzuurde liefdesrelaties en de clichés waarin die zich wentelen. “Vous les femmes, c’est toujours pareil, quand le drame s’abat, vous pleurez / Vous les hommes, c’est toujours pareil, quand le drame s’abat, vous courez”, klaagt hij er, met die pakkende melodieuze rapstijl die onverrichterzake tegen metalige AutoTune-wanden schuurt. Een androïde met een gewetenscrisis.

Meesterlijke schets
Beeld rv

Pedofilie

‘Julien’, nu al het meest controversiële nummer van deze plaat, ziet Damso in de huid van een pedofiel kruipen. De backingtrack doet eerst zorgeloos aan en gaandeweg lichtjes sinister. Damso performt de tekst op grandioze wijze, beheerst en griezelig meevoelend. “Y'a-t-il une médecine, une science pour c'que l'on rejette ? / Y'a-t-il une vitrine, une fente ou un bout d'fenêtre? / Personne se connait mais tout l'monde prétend connaître l'autre / Une erreur de la nature, à qui la faute?”  Wij horen er MC Solaar en Serge Gainsbourg in. Damso is er groot, groter, groots. Dit soort gedurft spul mag hij vaker van ons maken. Je hoeft heus niet aan de lopende band als een misogyne klootzak uit de hoek te komen om efficiënt tegen de haren in te strijken, Dems.

Damso blijft een ongemeen boeiend, complex personage. Dat de albumtitel verwijst naar een zeldzame aandoening waar bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap de foetus verkalkt, wijst op poëtische verbeeldingskracht, evenals op een intrigerende fascinatie voor het groteske. Het verklaart de grimmigheid en de horror onder de poriën van Damso’s rhymes. Zijn teksten zijn gelaagder dan ooit op Lithopédion. Zijn beats, hoe generisch ook, zijn stuk voor stuk fantastisch geproduceerd, met diepe basdrums en voortreffelijke elektronische aardbevingbassen.

Een ster is hij nu al. Of hij als vernieuwer de muziekgeschiedenis zal ingaan, hangt af van zijn discipline. Hij is hoedanook intelligent genoeg om bakens te kunnen verzetten. Wat wordt het, maître Dems?

Lithopédion is nu uit op Capitol/Universal.