Direct naar artikelinhoud
Opinie

"Bert, wat vind jij van dit nieuws?"

Frank Heinen.Beeld RV

Frank Heinen schrijft voor verschillende kranten en tijdschriften over sport, media en literatuur. Daarnaast is hij tv-recensent voor de Volkskrant. Zijn favoriete Bert en Ernie-lied is 'Ik ben een kerstbal'.

In mijn stripboekenkast staat, een beetje bleekjes ingeklemd tussen De sigaren van de farao en Gummbah's Net niet verschenen boeken, een klein bundeltje dat ooit aan mijn ramsjhengeltje is blijven hangen.

Het heet Kuifje in de echte wereld. Het staat vol met ernstige beschouwingen over de figuur Kuifje. Zo is er een chirurg met een beschouwing over de onvoorstelbare hardheid van Kuifjes schedel en zet een Amerika-deskundige zijn teleurstelling over Kuifje in Amerika bezield uiteen: "Eenmaal een valluikscène is tot daaraan toe in een stripverhaal, maar driemaal is een teken van geestelijke armoede." Een columnist  vraagt zich in zijn bijdrage af of Kuifje eigenlijk wel een mens is. Hij heeft vrienden over de hele wereld, maar nimmer een love interest, informeert nooit waar het toilet is en hij schrijft nooit iets op – opvallend, voor een reporter. Nee, een mens is Kuifje niet. Kuifje is een paar (klare) lijntjes. In tegenstelling tot een echt mens kan de 'Kuifmeister' zijn wat je wil dat hij is.

Lees ook:

Waarom Bert en Ernie geen homo mogen zijn: Scenarioschrijver beweert dat beroemd poppenduo de lakens deelt, tot woede van productiehuis

Dinsdag las ik dat Bert en Ernie verkering hebben. Met elkaar, dus. Daar keek ik van op. Ik ben nogal een Bert en Ernie-autoriteit, en mij was niets verteld. Maar goed: als Mark Saltzman, een van de schrijvers van de sketches, het zei, dan had ik dat maar aan te nemen. Saltzman vertelde in een interview dat hij de twee altijd zo had bekeken. En trouwens: zijn vriend heette Arnie. Dus we begrepen wel waar hij de inspiratie haalde.

De tijden dat de auteur dood was en zwijgend en licht gefrustreerd moest toezien hoe zijn publiek er aan de hand van zijn verzinsels maar wat in het wilde weg op los genoot, die zijn voorbij.

En hoewel Sesamstraat (het bedrijf) zelf alles meteen weer ontkende, wijdde elke krant ter wereld een beschouwing aan de coming-out. De cover van The New Yorker uit 2013, waarop Bert en Ernie tegen elkaar aan op de bank tv-kijken, dwarrelde weer eens over het net en Bert zelf belde in, in de talkshow van Twan Huijs, die deze zomer door RTL werd aangekocht om een journalistieker programma op de late avond te maken.

Huijs: "Bert, wat vind jij van dit nieuws?"

Op de achtergrond zag je een foto van Bert die in een banaan sprak.

Voor Bert was het geen nieuws, hij wist al lang hoe de vork in de steel zat en met een schrijver had hij niets te maken. Hij wilde er nog wel dit over kwijt: "Als Ernie mij plaagt, is hij de hele nacht bezig het goed te maken." En daarna die lach. U weet wel. Doet u hem gerust even.

Lucht op, niet?

Zelf heb ik me eigenlijk nooit het hoofd gebroken over de seksuele oriëntatie van Sesamstraat-bewoners. Elmo, Pino, Grover, Kermit, Sien; ik wist niet beter of het was één grote blije bende vrijgezelle aseksuelen bij elkaar. Ze worstelden met verjaardagen, met letters en cijfers, met de komst van Sinterklaas en met opruimen, maar hun voorkeuren binnen de slaapkamer werden vaag gehouden. De kijkertjes konden dat vast zelf wel invullen. Daarin ben ik als kleuter enorm tekortgeschoten.

Voor het eerst dacht ik aan Berts paperclipverzameling en zag plots de dwangneurose. Rijp voor een inrichting, die vent. En Ernie, is die niet manisch? Of aan de pillen? En wat doen ze eigenlijk voor werk? Verven ze hun haar? Hebben ze tattoos op hun onderarmen met elkaars geboortedatum? Hoe veel boeken zijn er eigenlijk over Zipje en Zopje verschenen? Leeft oom Rudolf nog? Wat stemmen Bert en Ernie eigenlijk? En hoe zat het met andere jeugdhelden? Werd Samson wel voldoende uitgelaten? En het inktvlekkenmeisje uit Tik Tak? Vast aan lagerwal of zo.

Elmo, Pino, Grover, Kermit, Sien; ik wist niet beter of het was één grote blije bende vrijgezelle aseksuelen bij elkaar

Zelf luister ik nog altijd weleens naar Bert en Ernie, als ik opgebeurd wil worden. Gisteren nog. Het was nog allemaal even grappig en slim. Dat is het beste nieuws: wat je ook wilt dat Bert en Ernie zijn of waren of zullen worden; onnavolgbaar goed blijven ze.

Lees ook

Geselecteerd door de redactie