België bij slechtste klimaatleerlingen van Europa

 “België haalt zeer wellicht zijn klimaatdoelen voor 2020 niet. Het heeft geen coherente klimaatvisie en in tegenstelling tot de buurlanden bepleit het geen ambitieuzere klimaatdoelen tegen 2030.”

Gebuisd

Zo luidt het ‘schoolrapport’ voor ons land van het Climate Action Network (CAN) Europe, een coalitie van klimaatorganisaties. Met een zestiende plaats op 28 lidstaten, ver achter de buurlanden, is ons land gebuisd. We krijgen het advies een visie voorop te stellen die een fossielvrije economie als wenselijk en rendabel ziet, samenwerking en bevoegdheden te vereenvoudigen en volop in te zetten op hernieuwbare energie.

In de studie legt CAN Europe alle 28 EU-landen voor het eerst tegen dezelfde lat: hoe sterk is het klimaatbeleid en is het land op weg om zijn doelen te halen? Zo wil het nagaan of landen de doelen die ze in het Klimaatakkoord van Parijs afspraken aan het bereiken zijn. Dat blijkt bij de meeste niet zo. “Het gebrek aan politieke wil is ontstellend”, reageert Wendel Trio, directeur van CAN Europe.

Te weinig actie in bouw en transport

Vijf landen krijgen wel goede scores omdat ze stevig beleid bepleiten: Zweden, Portugal, Frankrijk, Nederland en Luxemburg. Maar andere zakken weg: Denemarken, Duitsland, Groot-Brittannië en ook ons land. “Deze lidstaten zitten niet meer in de voorhoede en stellen lage doelen, ondanks hun relatieve rijkdom”, staat in het rapport. 

Onderaan bungelen Estland, Ierland en Polen, omdat die zich verzetten tegen meer klimaatambitie.

Erg verbazend is onze slechte score niet. Door te weinig actie in de bouw- en transportsector en de slechte coördinatie tussen de beleidsniveaus stijgt onze uitstoot de laatste vier jaar. Ook de doelstelling voor hernieuwbare energie lijken we niet te gaan halen.

Vorige week sloot ons land zich op EU-niveau aan bij de Oost-Europese ‘steenkoollanden’, die tegen de nodige grotere klimaatambitie zijn. Er kwam wel een akkoord waarin de doelstelling voor hernieuwbare energie tegen 2030 wat is opgekrikt, maar dus ondanks ons land. Dat lag vooral aan de houding van de N-VA en zijn Vlaamse minister-president Geert Bourgeois, die stelde "dat we realistisch moeten blijven".

Lees ook:

Hoeveel realistischer moet het eigenlijk nog worden?

Ambitieus plan

Nochtans is een meer trefzekere omschakeling naar een groene economie zeker haalbaar, reageert specialist Serge de Gheldere, zaakvoerder van het adviesbureau voor duurzame energie Futureproofed en voorzitter van Klimaatzaak.

“De kosten van hernieuwbare energie zijn spectaculair blijven dalen”, zegt hij. “Voor ons land is ook keer op keer berekend dat de nieuwe capaciteit voor zon en wind betaalbaar is. Hier is nog veel mogelijk. In de komende dertig jaar wordt wereldwijd tienduizend miljard dollar geïnvesteerd in energieopwekking. Bijna driekwart daarvan gaat naar zon en wind. Willen we die boot missen? Gelukkig ziet Vlaams energieminister Bart Tommelein (Open VLD) wel in dat een ambitieuzere omschakeling kan en goed voor de economie én voor de burgers.”

In een reactie zegt Tommelein (Open Vld): “We werken aan een ambitieus en betaalbaar plan tegen 1 juli dat bepaalt hoe en hoeveel Vlaanderen kan bijdragen. Als alle neuzen in dezelfde richting staan, kan Vlaanderen zelfs een voortrekker zijn. Het is inderdaad hoog tijd dat iedereen beseft dat hernieuwbare energie niet alleen goed is voor ons klimaat, maar ook voor onze economie.”