Direct naar artikelinhoud
Ambtenaren

Amper één op de drie Franstalige leidinggevende ambtenaren slaagt voor verplichte taaltest

Federale ambtenaren aan het werk. Wie een leidinggevende functie heeft, moet een taaltoets afleggen.Beeld Photo News

Eén jaar na de invoering heeft 20 procent van de leidinggevende federale ambtenaren een verplichte taaltest afgelegd. Amper de helft slaagt. "De lage slaagpercentages moeten ons zorgen baren", zegt N-VA-kamerlid Brecht Vermeulen. 

Al sinds 2002 is er een wet die tweetaligheid verplicht voor federale ambtenaren. Niet dat ze perfect Nederlands en Frans moeten kunnen; het gaat om functionele tweetaligheid. Leidinggevende ambtenaren moeten naast de kennis van de eigen taal ook over voldoende spreek- en luistervaardigheid in de andere taal beschikken. Het heeft vijftien jaar geduurd om de wet in koninklijke besluiten te gieten.

Sinds 1 mei 2017 moeten leidinggevenden eerst als mondelinge proef een simulatie van een evaluatiegesprek voeren en vervolgens een proef begrijpend lezen afleggen. Wie een directiefunctie heeft, riskeert ontslag bij een onvoldoende, zoals begin maart effectief gebeurde bij een directeur bij de federale overheidsdienst Economie.  

Wie een andere leidinggevende functie heeft, mag geen personeelsleden evalueren in die taal tot hij geslaagd is. Ze hebben daarvoor 30 maanden de tijd, dus nog tot 1 november 2019.

Uitstelgedrag

Uit cijfers die N-VA-kamerlid Brecht Vermeulen opvroeg bij minister van Ambtenarenzaken Steven Vandeput (N-VA) blijkt dat er tot nu toe 474 een examen hebben afgelegd, of 20 procent van de leidinggevende ambtenaren. 

"Net zoals bij studenten, zien we dat veel ambtenaren enig uitstelgedrag vertonen", zegt Vermeulen. "Dat is niet zo erg, maar wat wel zorgen baart, zijn de relatief lage slaagcijfers."

Voorlopig hebben 148 Nederlandstaligen en 66 Franstaligen hun functionele tweetaligheid bewezen. Minder dan de helft van de deelnemers aan het examen slaagt dus (45 procent).

Franstaligen scoren slechter dan Nederlandstaligen. 52 procent van de Nederlandstaligen die deelnamen, waren geslaagd voor de beide testen. Bij de Franstaligen was dat 30 procent.

Nochtans beschikken  de ambtenaren die onderworpen zijn aan de taalexamens over voorbereidingsmogelijkheden via Selor, de HR-partner van de overheidsdiensten. Zo staat er een voorbereidingsmodule online en een syllabus met relevante woordenschat. De kandidaten kunnen ook kiezen voor individuele coaching.

"De lage slaagpercentages zijn zorgwekkend, want je kan ervan uitgaan dat wie nu al heeft deelgenomen aan de test, voldoende zelfzeker was over zijn talenkennis", zegt Vermeulen. "Leidinggevenden die niet slagen voor de test, kunnen geen evaluaties meer afnemen van personeelsleden van de andere taalrol. Maar hoe kan een leidinggevende nog gezag, leiding en toezicht hebben over een medewerker als hij er niet eens functioneel mee kan communiceren?”

'Hoe kan een leidinggevende nog gezag, leiding en toezicht hebben over een medewerker als hij er niet eens functioneel mee kan communiceren'
Brecht Vermeulen (N-VA), Kamerlid

Communautaire overwinning

Vermeulen wil daarom de wet op functionele tweetaligheid uitbreiden, zodat leidinggevenden zwaarder gesanctioneerd kunnen worden. Bovendien zijn er nu overheidsdiensten die niet onder de wet vallen, zoals de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid. "Het is niet onze bedoeling om voor ontslagen te zorgen, maar wel om de tweetaligheid te verhogen."

De functionele tweetaligheid is belangrijk voor N-VA omdat het een fris briesje is in de communautaire windstilte. Dat het hun minister Vandeput is die na vijftien jaar eindelijk de taaltesten kon regelen, is een kleine overwinning. 

"Wij kunnen niet meer schrijven dat de N-VA in deze regering niets communautairs heeft gerealiseerd", schreef de Vlaamsgezinde website Doorbraak. Hendrik Vuye, toen nog N-VA en nu in een fractie met Veerle Wouters, is degene die de functionele tweetaligheid naar eigen zeggen in 2014 in het regeerakkoord heeft gekregen, maar achteraf is hij er niet echt enthousiast over. 

"Het is het enige communautaire in dat regeerakkoord, maar eigenlijk is de functionele tweetaligheid een schijntweetaligheid", zegt Vuye. "De lat ligt erg laag en dan nog hebben de Franstaligen dit zo lang tegengehouden. Dat is omdat ze weten dat veel Franstalige kandidaten niet voldoen aan de vereisten. In die zin verbazen de lage slaagcijfers me niet."

'Eigenlijk is de functionele tweetaligheid een schijntweetaligheid en dan nog hebben de Franstaligen dit zo lang tegengehouden'
Hendrik Vuye (Vuye & Wouters)