Nederland moet winters weer altijd importeren
Utrecht
Wil het in Nederland koud worden, dan moet die kou van buiten komen, weet Aarnout van Delden. ‘In december leek het een koude winter te worden, met extreme sneeuwval. Er lag in de Alpen en de Pyreneeën ook bijzonder veel sneeuw.’ Maar de wind was westelijk, en dat brengt in Nederland geen kou.
Nu draait de wind naar het oosten, maar normaal gesproken zou het te laat zijn voor echt schaatsweer. ‘De echte kou wordt uit het oosten aangevoerd. Als het daar niet koud is, kan het hier ook nooit echt koud worden.’ In heel Rusland en Siberië ligt momenteel echter veel meer sneeuw dan normaal, wel een halve meter. ‘Dat zorgt voor een heel koude luchtstroom, en die krijgen we op ons af … Als het goed is ...’ De meteoroloog voelt zich niet zo senang bij een rol als profeet. Hij bestudeert liever de feiten.
Die zijn bijzonder genoeg. ‘Het lijkt erop dat het zelfs overdag onder nul gaat blijven. Dat gaat eind februari, begin maart helemaal niet meer zo makkelijk. De zon heeft al veel te veel kracht. Dus is dit echt een uitzonderlijk scenario.’ De kans op een ijsdag (waarop de temperatuur de hele dag onder nul blijft) in de eerste dagen van maart is drie procent.
geen Elfstedentocht
Een Elfstedentocht kunnen we gevoeglijk vergeten, zegt Van Delden. Maar hoezo? De Elfstedentocht van 1986 vond toch ook eind februari plaats? ‘Ja, maar toen kwam de echte winter pas laat, maar wel een maand eerder, namelijk eind januari. Op 26 februari, toen de Elfstedentocht werd verreden, was het dus al een hele maand erg koud. Op dit moment ligt er nog nauwelijks ijs, de vorming van de ijsvloer moet nog beginnen.’ Ook in 1986 was de zon eigenlijk al te sterk, merkt hij op: ‘Er lag toen al opvallend veel water op het ijs.’
Van Delden wil niet profeteren over de winters van de toekomst. ‘Het wordt warmer, dus de kans op een Elfstedentocht daalt, nogal wiedes. Maar verder? Ik vind het veel interessanter om naar alle nieuwe gegevens te kijken die we vandaag de dag binnenkrijgen over het weer.’
Volgens de meteoroloog zijn veel te veel van zijn vakgenoten bezig met klimaatontwikkelingen over vijftig of honderd jaar. ‘Terwijl we niet eens goed weten wat er op dit moment precies gebeurt. Ik probeer liever de dynamiek in de atmosfeer te begrijpen.’
Hij wijst op een bijzonder fenomeen in de ozonlaag, de stratosfeer. ‘Daar draait normaal gesproken in februari een vortex, een koude wervelwind, tegen de klok in. Die is deze maand echter ineens verdwenen, en vervangen door een vortex met warme wind, met de klok mee. Ik denk dat dit verklaart waarom de wind nu ineens toch oostelijk is geworden. Maar dit is een van de heel belangrijke fenomenen in de atmosfeer waar we nog lang niet genoeg van begrijpen.’ <