© Frederik Beyens

Op stap in Antwerpen met Felix van Groeningen: “Na Los Angeles valt het bruisende van deze stad weer op”

Tussen de internationale filmfestivals en de vertoningen van zijn eerste Amerikaanse film Beautiful Boy door, vinden we regisseur Felix van Groeningen nog eens in zijn thuisstad Antwerpen. “Toen ik uit het Centraal Station kwam, besefte ik pas hoe kleurrijk en divers het hier wel niet is. Ik had dat verblijf in Amerika precies nodig om dat weer te kunnen appreciëren.”

Sandra Gasten

Na een jaar in Los Angeles te hebben gewoond, is Felix van Groeningen (41) weer thuis. In zijn appartement in Antwerpen-Noord, waar hij met zijn lief en actrice Charlotte Vandermeersch en de kleine Rufus tafel en bed deelt.

Het is nog vroeg, 9 uur, en dus spreken we met hem af in de koffiebar vlak bij zijn woning: Crumbles & Beans in de Lange Dijkstraat, waar uitbaatster Jenny ons een koffietje serveert. Felix zit al in de auberginekleurige chesterfield tegen de muur en begroet ons met een brede glimlach. “Ja, hier kom ik wel vaker ontbijten of lunchen”, vertelt hij. “Dicht bij huis, net zoals ik voor veel zaken in deze buurt blijf. Ik kom zelden in andere wijken. Omdat ik vaak in het buitenland vertoef, heb ik me nooit helemaal ingenesteld in deze stad en blijf ik in Antwerpen-Noord hangen.”

(Lees verder onder de foto’s)

© frederik beyens

© Frederik Beyens

De regisseur, bekend van onder meer het met lof overladen The Broken Circle Breakdown, werd geboren in Gent, maar verhuisde ruim elf jaar geleden naar Antwerpen. In het kielzog van de liefde? “Eigenlijk niet”, vertelt hij. “Ik was bezig aan de postproductie van mijn tweede film Dagen zonder lief. Enkele mensen waar ik nog altijd graag mee samenwerk, zoals monteur Nico Leunen, woonden in Antwerpen. Ik logeerde in Nico’s huis op de Paardenmarkt. Ook Valentijn Dhaenens, met wie ik later De helaasheid der dingen heb gedraaid, heb ik in die periode leren kennen. Door die entourage was ik meer en meer aan het denken om hier te komen wonen.”

Verliefdheid in de kroeg

Geen evidente keuze voor een Gentenaar. “Nog altijd denken mensen dat ik ooit nog eens naar Gent terugkeer, wellicht omdat ik zo’n uitgesproken accent heb. Mijn vrienden waren er zelfs een beetje door gechoqueerd. (lacht) Maar ik werd dertig en het was tijd voor een keerpunt in mijn leven. Ik woonde al jaren in hetzelfde huis in Gent en er moest iets veranderen. Dus heb ik de stap gezet.”

Het heeft nog even geduurd voor hij met Charlotte een koppel werd. “Zij woonde aan de overkant van de Paardenmarkt. Ik voelde toen al dat ik haar echt een toffe griet vond. In de begindagen trokken we vaak samen op kroegentocht en gaandeweg is de liefde ertussen geglipt. Maar dat was niet meteen. Ik was net in Antwerpen aangekomen en wou niet te hard van stapel lopen. Bij mij is de vonk overgeslagen toen ze in een café auditie deed voor een rol. Ik was meteen verkocht door het zelfvertrouwen waarmee ze voor het hele café begon te roepen. En elf jaar later wonen we hier dus, met Rufus.”

Rufus – vijf maanden is hij intussen – is geboren vijf weken nadat Beautiful Boy was afgewerkt. Na de Oscar-nominatie voor The Broken Circle Breakdown stroomden de aanbiedingen vanuit de States binnen. “Veel projecten spraken me niet aan. Ik wou niet eender wat aannemen. Uiteindelijk hebben de producent (Plan B, het bedrijf van Brad Pitt en Dede Gardner, red.) en de boeken me over de streep getrokken.”

De film Beautiful Boy, die vanaf 21 november te zien is in de Vlaamse bioscopen, is gebaseerd op de memoires van journalist David Sheff en zijn tienerzoon Nic, die worstelt met een drugsverslaving. De vader besluit om alles in het werk te stellen om zijn zoon te redden en te begrijpen. “De reacties en bezoekersaantallen zijn voorlopig goed. De film zal in duizend zalen in Amerika te zien zijn. Gigantisch.”

Op de Hollywood Film Awards sleepte Beautiful Boy al twee prijzen in de wacht, maar Felix blijft nuchter. “De film komt uit over de hele wereld en zal waarschijnlijk nog tot nieuwe zaken leiden. We zien wel, ik pin me nog nergens op vast. Ik wil alles in eigen handen houden en vooral eigen keuzes blijven maken. Het verhaal moet juist zitten, en dus kan het de volgende keer weer een Vlaamse film worden.”

Tijd om naar onze tweede halte te vertrekken, op wandelafstand trouwens: het Sint-Jansplein. “Hoewel ik dat dorpsgevoel in Gent net ben ontvlucht, vind ik het toch fijn dat Antwerpen-Noord een beetje een dorp is. Iedereen kent hier iedereen en is lief voor elkaar. Een gezellige gemeenschap. Ik haal mijn groenten in het kleine familiezaakje Mersin om de hoek of op de markt. We gaan eten in De Rode 7 en halen onze krant bij Fonny van ’t Gazetje. Het is hier de jongste jaren hipper geworden, maar de buurt zit wel aan haar limiet. Het gaat nooit het Zuid worden, maar dat hoeft niet.”

(Lees verder onder de foto)

© Frederik Beyens

Pleingevoel

Er heerst een gezellige drukte wanneer we om halftien op het plein staan. “Ik denk dat het hier vroeger veel chaotischer was dan nu”, zegt Felix. “Wij wonen hier alleszins supergraag en kijken ernaar uit om met ons kindje de speeltuin te verkennen. Wellicht heeft dat met het pleingevoel te maken. Dat geeft ruimte en tegelijk verbondenheid aan mensen.”

Het grote plein is wel één grijze vlakte. Maar het groen is niet ver weg. Felix haalt snel zijn vouwfiets van stal en hop, we vertrekken richting Park Spoor Noord. Vlak voor de nieuwe fiets- en voetgangersbrug over de Leien houden we even halt. “Hier komen we vaak met vrienden of met zijn tweeën op het gras zitten. Als Rufus wat groter is, wordt dit absoluut een favoriet plekje”, zegt hij onderweg. “Dit park is trouwens het startpunt van mijn fiets- en looptochten richting haven, Merksem of zelfs Ekeren.”

Fietsen naar het Noordkasteel

Sportieve Felix, dat wisten we nog niet. “Vroeger deed ik vaker aan sport, nu lukt het moeilijker. (lacht) Maar ik heb het wel nodig. Van zodra ik tijd heb, begin ik er weer aan. Alleen wanneer ik een stressperiode doormaak, lukt het me echt niet om het vol te houden.” De regisseur blijkt zelfs een arsenaal aan fietsen te hebben: een koersfiets, een mountainbike, een vouwfiets en sinds kort een fietskar voor de baby. “Tochtjes van één tot drie uur. Een natuurlijke uitlaatklep. Een van mijn favoriete routes is die langs de Schelde naar het Noordkasteel. Of naar de haven, hoewel dat minder gezond zal zijn. Geen lichten en gewoon doorrijden zonder te stoppen. Zalig!”

(Lees verder onder de foto)

© Frederik Beyens

En dus racen we in sneltempo van het Eilandje via een omweg – de Noordkasteelbrug staat net omhoog en mijn gezelschap is ongeduldig – naar onze vierde halte: het Noordkasteel. “De ontwikkeling van het Eilandje is prachtig. Hoe de Schelde een deel van de stad en haar bewoners is geworden”, vertelt hij. “Af en toe kom ik hier naartoe om te werken, omdat thuis de afleiding vaak te groot is. Ik heb een klein busje waarin ik kan werken. Zelfs mijn telefoon zet ik dan uit.”

Aan de plek waar deze zomer nog Café Le Tour was, een zomerbarretje aan het water waar je tot vroeg in de ochtend kon nachtbraken, stuurt onze fotograaf Van Groeningen het riet in. De regisseur die geregisseerd wordt. Het is eens wat anders, maar Felix laat het zonder veel protest toe. Een reiger vliegt op uit zijn schuilplaats, terwijl de man in beige mantel tussen het gras poseert. “Misschien volgen hier nog wel andere opdrachten uit”, zegt hij wanneer hij de foto’s inspecteert. “Voor Natuurpunt”, polsen we voorzichtig. “Eigenlijk dacht ik meer aan Louis Vuitton.” (schaterlacht)

(Lees verder onder de foto’s)

© Frederik Beyens

© Frederik Beyens

Café De Klok

Eindigen doen we in café De Klok, het volkse cafeetje op een hoek in de Pelikaanstraat, waar Chantal al meer dan twintig jaar de plak zwaait en waar we even op adem kunnen komen. Een vaste waarde, want we vernemen dat de bruine kroeg hier al meer dan honderd jaar is. “Sinds onze Rufus vlakbij in de crèche zit, kom ik hier vaker”, vertelt Felix. “Een van de meest authentieke cafés van ’t Stad, zoals De Duifkens of De Kat. Toen ik hier pas woonde, vond ik die de max. Ik vind trouwens dat er in Antwerpen meer van die authentieke, bruine kroegen zijn dan in Gent.” Bijna een échte Antwerpenaar dus.

Buiten drie man en een paardenkop aan de toog en een ouder koppel dat geniet van de ‘bollekes’ aan een tafeltje, is hier om halfelf ’s ochtends nog niet veel rumoer. Het is er alleszins veel rustiger dan in het nachtcafé Charlatan, dat Felix’ vader op de Vlasmarkt in Gent opstartte en waar hij zelf in opgroeide. Twee jaar geleden baseerde hij er zijn film Belgica op. “Op mijn zestiende werkte ik al in de Charlatan. Ik ging in die jaren ook veel uit. Onder meer naar Antwerpen, naar Café d’Anvers, de place to be toen. We kwamen met de trein aan en trokken ’s ochtends weer huiswaarts. Een magische plek, vind ik. Zeker op zondagavond was het speciaal, maar die tijd is dus voorbij. Intussen ben ik niet meer zo’n nachtbraker als vroeger. Ik hou het liever rustig. Een koffietje drinken, werken, een krantje lezen... daarom kom ik hier zitten. Voor mij geen wilde feestjes meer.”

Over één ding is de regisseur wel zeker: “Ik keer niet meer terug naar Gent. Ik heb me in Antwerpen als het ware een beetje bevrijd van dat kleinschalige dorpsgevoel, wat ik niet negatief bedoel. Ik vond het belangrijk om uit mijn vertrouwde milieu te breken, maar ik weet niet of ik hier per se blijf wonen. Door mijn verblijf in Amerika is mijn wereld weer wat groter geworden. Wat ook niet wil zeggen dat ik permanent in de Verenigde Staten wil gaan wonen. Charlotte heeft in België trouwens haar leven en werk.”

“Wel bekijk ik Antwerpen nu door andere ogen. Los Angeles is groot, maar alles lijkt er op elkaar. Hier in Antwerpen zijn zo veel buurten met een eigenheid en specifieke sfeer, met kleine straatjes en mooie huizen. Toen ik met mijn koffers uit het station kwam en op de De Keyserlei wandelde, merkte ik weer het kleurrijke en exotische van deze stad op. Na Los Angeles viel me het bruisende van Antwerpen weer op, prachtig om die mengelmoes weer te herontdekken.”