Radicale partijen zetten meer nieuwe kandidaten op hun lijsten dan de traditionele partijen.
Foto: AFP

Ruim helft van kandidaten voor verkiezingen staat voor het eerst op een kieslijst

Meer dan de helft van de kandidaten op de lijsten van Vlaamse politieke partijen waren nog nooit eerder kandidaat. Dat blijkt uit onderzoek van de kieslijsten door de KU Leuven. Vlaams Belang is de partij met de meeste nieuwe gezichten. Vooruit telt van alle Vlaamse partijen het kleinste aantal nieuwe kandidaten.

Het gemiddelde aantal kandidaten op de lijsten van Vlaamse partijen dat voor het eerst verkiesbaar is op nationaal, regionaal of Europees niveau ligt op 54,2 procent. Dat cijfer ligt iets lager dan in 2019, toen het gemiddelde nog 57,6 procent bedroeg.

De partij met de meeste nieuwe gezichten is Vlaams Belang (58,7 procent), gevolgd door N-VA (55,5 procent). CD&V ligt met 54,2 procent pal op het gemiddelde, net daaronder komt Groen (53,4 procent). Bij Open VLD (52,6 procent) en Vooruit (50,3 procent) ligt de vernieuwingsgraad het laagst.

Een opvallende afwezige in het rijtje is de PVDA. Dat komt omdat het onderzoek data heeft verzameld van partijen die sinds 1981 zetels behaalden in het federaal parlement. PVDA heeft pas sinds de verkiezingen van 2014 voor het eerst zetels in het federaal parlement. Desondanks bedraagt de vernieuwingsgraad bij de partij wel 68,2 procent.

De radicale partijen hebben de wind in de zeilen, zij nemen meer risico

Bart Maddens, politicoloog KU Leuven

Wat opvalt is dat de partijen aan de uiterste zijden van het politieke spectrum (PVDA en Vlaams Belang) meer nieuwe kandidaten op hun lijsten zetten dan de traditionele partijen. Voor politicoloog Bart Maddens (KU Leuven), die het onderzoek mee voerde, is dat geen verrassing.

"De radicale partijen hebben de wind in de zeilen, zij nemen meer risico. Natuurlijk moet er bij de PVDA wel een slag om de arm gehouden worden, omdat er enkel vergeleken kan worden sinds 2014. De traditionele partijen spelen het meer op veilig en zetten vooral gevestigde waarden op de lijsten."

De kandidatenlijsten voor de verkiezingen van juni zijn definitief afgesloten. Het ligt nu officieel vast welke kandidaten voor de partijen opkomen bij de verschillende verkiezingen. Bekijk hier de definitieve kieslijsten.

Electorale ervaring

Uit het onderzoek blijkt verder dat de gemiddelde kandidaat al 1 keer eerder opkwam, en dat nu dus voor een 2e keer doet.

"Electorale ervaring is een belangrijk gegeven", aldus Maddens. "Aan de ene kant is het goed dat er nieuw bloed komt in de parlementen, maar het is ook niet slecht dat kandidaten ervoor al verschillende keren kandidaat zijn geweest, zodat ze kunnen groeien."

Vervolgens is er gekeken naar het aantal kandidaten dat zich in de vorige eeuw ook al verkiesbaar stelde (tussen 1981 en 1999). Die groep - die in het onderzoek wordt bestempeld als 'eeuwige kandidaten' -  bedraagt gemiddeld 5,9 procent.

Het aandeel is het grootst bij het Vlaams Belang (7,3 procent), gevolgd door Vooruit. Vlaams Belang is dus de partij met de hoogste vernieuwingsgraad, maar ook met de grootste aanwezigheid van oudgedienden.

N-VA is met iets meer dan 4 procent de partij met het kleinste aantal kandidaten dat in de 20e eeuw ook al verkiesbaar was. CD&V, Groen en Open VLD schommelen tussen 4 en ruim 6 procent. 

Is de mix tussen zowel een groot aantal oudgedienden, als nieuwe gezichten een bewuste strategie? "Ik denk het wel", zegt politicoloog Bart Maddens. "Zo hebben we bijvoorbeeld ook vastgesteld dat de kandidaten van Vlaams Belang relatief oud zijn."

Volgens Maddens heeft de partij gezocht naar een middenweg. "Enerzijds wil Vlaams Belang substantieel vernieuwen, maar de partij wil ook oude gevestigde waarden aanhouden. Belangrijk daarin is ook de normalisering bij Vlaams Belang. Door de populariteit van de partij outen mensen zich sneller als Vlaams Belanger, en is de vijver van kandidaten automatisch groter geworden."

Aandeel nieuwe vrouwelijke kandidaten niet hoger dan mannelijke

Ten slotte wordt in het onderzoek gekeken naar de verhouding tussen mannen en vrouwen. Daaruit blijkt dat over het algemeen het aandeel nieuwe kandidaten niet veel hoger ligt bij vrouwen (55 procent) dan bij de mannen (53,4 procent). Het onderzoek toont dus aan dat vrouwen niet beduidend meer worden vervangen dan mannen.

Vrouwelijke kandidaten worden herhaaldelijk op lijsten gezet waardoor ze kunnen doorgroeien, en dat is een positieve vaststelling

Bart Maddens, politicoloog KU Leuven

Er zijn wel verschillen te zien tussen de partijen, staat in het onderzoek. Terwijl bij Open VLD, Groen, en nog meer bij N-VA en Vlaams Belang de vernieuwingsgraad hoger is bij vrouwen dan bij mannen, is dat omgekeerd bij CD&V en Vooruit. Het zijn dus vooral de twee rechtse partijen die de vrouwelijke kandidaten meer vervangen.

Wat ook blijkt uit dieper onderzoek is dat vrouwen meerdere verkiezingen op rij kandidaat zijn. Dat is een positieve vaststelling, aldus Maddens. "Vrouwelijke kandidaten die op een lijst zijn gekomen sinds 2003 (de invoering van een strengere pariteit, red.) hebben een grote staying power. Zij zijn herhaaldelijk kandidaat, waardoor ze kunnen doorgroeien, en dat is positief."

Pariteit beoogt een gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in alle politieke besluitvormingsorganen. Sinds 2003 is het in ons land bij wet verplicht om evenveel mannen als vrouwen als kandidaten op kieslijsten te zetten.

Meest gelezen