Archiefbeeld ter illustratie
Foto: Belga

Is een gezonde brooddoos het allerbelangrijkste? "Laat ons niet met de vinger wijzen naar ouders"

Kinderen goed leren eten, gaat om veel meer dan alleen een gezonde brooddoos. Dat zegt An Vandeputte van vzw Eetexpert als aanvulling op de berichtgeving over het onderzoek van de UGent en het Vlaams Instituut Gezond Leven. Ze vindt het belangrijk om niet te snel te oordelen over het eten dat ouders aan hun kinderen meegeven. "De meeste kinderen haperen wel eens in het ontwikkelen van hun eetvaardigheden en in zo'n periode kan het een heel wijze beslissing zijn om een beetje lager te mikken."

Vandeputte vindt het een goede zaak dat uit het onderzoek blijkt dat de brooddozen van Vlaamse lagereschoolkinderen bijna nooit leeg zijn, al voegt ze daaraan toe dat ook achter gevulde brooddozen kwetsbare gezinnen kunnen schuilgaan. 

Daarnaast stelden de onderzoekers dat de inhoud van deze brooddozen erg vaak ongezond is, maar Vandeputte pleit ervoor om niet te snel te oordelen over 'ongezonde' brooddozen. 

Wat is ongezond?

De onderzoekers beoordeelden de inhoud van de brooddozen op basis van de voedingsdriehoek van het Vlaams Instituut Gezond Leven en deelden die in op basis van 3 categorieÍn.

Voorkeursmiddelen: bijvoorbeeld bruin en volkoren brood, de meeste fruit- en groentesoorten, platte kaas, pindakaas...

Geen voorkeursmiddelen: bijvoorbeeld wit brood, kaas, yoghurt...

Te vermijden voedingsmiddelen: bijvoorbeeld chocoladepasta, confituur, koffiekoeken, worstenbrood...

Vandeputte gelooft dat ouders zelf het beste zicht kunnen hebben op wat hun kind nodig heeft in de groei naar evenwichtig eten. "Daarom is het belangrijk dat we niet te snel met de vinger gaan wijzen naar ouders over 'slechte dingen' die er in een brooddoos zouden zitten."

"Het is niet gemakkelijk om dat eetmoment tussen 2 intensieve dagdelen als ouder te begeleiden zonder dat je zelf aanwezig bent", gaat ze verder. "Bovendien ontwikkelen niet alle kinderen de nodige eetvaardigheden op hetzelfde tempo. Ouders helpen kinderen daarbij in stapjes."

De 4 G's

Vandeputte haalt 4 pijlers aan die internationaal naar voren worden geschoven wanneer het over eetvaardigheden gaat: de 4 G's. "'Gezonde variatie' is belangrijk, maar dat is maar 1 van die pijlers. 'Genoeg', 'geregeld', en 'genieten' zijn even belangrijk. Kinderen moeten de tijd krijgen om die 4 factoren in evenwicht te ontwikkelen."

De vier G’s van evenwichtig eetgedrag

'Gevarieerd': Gaat over gezonde gevarieerde voeding en nieuwe dingen verkennen. Nieuw voedsel schrikt niet af en je durft proeven.

'Genoeg': Zelf leren luisteren naar je lichaam als je eet: hebben we genoeg of nog honger?

'Geregeld': Gaat over structuur en het plannen van maaltijden, tussendoortjes en wat er gegeten wordt.

'Genieten': Voeding mag ook lekker zijn. Genieten van eten en van de gegeten hoeveelheid mag.

"De meeste kinderen haperen wel eens in het ontwikkelen van hun eetvaardigheden", zegt ze. "In zo'n periode kan het een heel wijze beslissing zijn als ouder om een beetje lager te mikken, in functie van een andere pijler."

Je kan die brooddoos niet loskoppelen van de hele ontwikkeling van jongeren

An Vandeputte, vzw Eetexpert

"Dat kan bijvoorbeeld door tijdelijk op 'genoeg' in te zetten bij een slechte eter, op 'genieten' bij een gespannen eter, of op 'een andere samenstelling' bij een selectieve eter", verduidelijkt ze. "Het gaat dus niet om 'slechte keuzes', maar om een veel ruimer verhaal. Je kan die brooddoos niet loskoppelen van de hele ontwikkeling van jongeren."

"Als je te veel uitsluitend op die gezonde voeding gaat focussen, riskeer je misschien zelfs om eetgestoord gedrag uit te lokken."

"Iedereen kan het goede voorbeeld geven"

Verder zegt Vandeputte dat het belangrijk is om ook zelf na te denken over hoe je kinderen kan helpen "in een omgeving vol voedselprikkels". "Dat is niet alleen een kwestie van ouders, maar we kunnen allemaal heel hard inspireren tot die gezonde variatie door het goede voorbeeld te tonen."

"Leerkrachten kunnen het voorbeeld geven door zelf op gezonde variatie te letten bij hun middagmaal", stelt ze. "Maar je kan er ook aandacht voor hebben tijdens tussendoormomenten in de sportclub, samen eten op jeugdkamp…"

Ook het beleid kan mee bijdragen volgens Vandeputte. "De hersenen van kinderen onder de 16 zijn eigenlijk nog niet voldoende ontwikkeld om weerbaar te zijn voor alle marketing die er is rond ongezonde voeding", zegt ze.

"Kunnen we afspraken maken over het bannen van reclame voor ongezonde voeding onder de 16 jaar? Kunnen we frisdrankautomaten in alle leefomgevingen van jongeren vervangen door gratis waterkraantjes?"

Meest gelezen