Wordt Sylvia eerste Belgische winnaar van Koningin Elisabethwedstrijd? Hen lukte het net niet: “Moordend”

Sylvia Huang (25) heeft vanavond een date met de geschiedenis. Hoort de jonge violiste haar naam als eerste in het Paleis voor Schone Kunsten, dan staat ze als eerste landgenoot op het hoogste schavot in de Koningin Elisabethwedstrijd. Al vier keer kwam een Belg dichtbij, maar bleef het bij een tweede plaats. Die runner-ups geloven in Huangs kansen, en weten als geen ander welke emotionele rollercoaster ze achter de rug heeft. “De Elisabethwedstrijd is een uitputtingsslag. Het zwaarste examen van je leven.”

Dennis Van Goethem

Ze heeft zo haar trucjes tegen stress, onze topvioliste Sylvia Huang. Yoga, bijvoorbeeld. Even mediteren. En net voor ze het podium opgaat een stukje chocolade eten. Bij voorkeur zwarte. Maar zelfs een hele reep zal vandaag de zenuwen niet drukken bij de Henegouwse. Als een van de grote favorieten staat Huang voor het spannendste moment van haar nog prille carrière: de prijsuitreiking van de Koningin Elisabethwedstrijd. De Olympische Spelen van de klassieke muziek, zeg maar.

Huang en haar elf medefinalisten gingen de voorbije week tot het uiterste in Bozar in Brussel, onder de arendsogen van een jury en meer dan tweeduizend liefhebbers. Vanavond horen ze wie van hen bij de beste zes hoort. En, vooral: wie wint. In de prijzenmand: 25.000 euro, vier jaar lang een eeuwenoude Stradivarius-viool in bruikleen, en die o zo begeerde eeuwige roem.

Een beetje sterven

Geen enkele landgenoot kon de Elisabethwedstrijd al winnen. Of toch. In 1961 en 1993 werden in een bijzaaltje twee Belgen gelauwerd als beste componist. Maar waar het om de knikkers gaat – in de categorieën viool, piano, zang en sinds twee jaar ook cello – kwamen we nooit verder dan een tweede plaats. Ons land telt wel vier zilveren medailles: de violisten Yossif Ivanov (2005) en Lorenzo Gatto (2009) en operazangers Thomas Blondelle (2011) en Jodie Devos (2014).

“Een avontuur dat in mijn geheugen gebetonneerd staat”, zegt Yossif Ivanov (32). “Een hele maand door voorrondes ploeteren, bij iedere proclamatie bang afwachten tot je naam valt, die priemende blikken in de zaal wanneer je op het podium staat… Het is een klein beetje sterven.” Op zijn 18de haalde Ivanov de finale en zette hij als jongste van het pak het Belgische record scherper. Dit jaar zit hij aan de jurytafel. “Maar als ik Sylvia bezig zie, dan leef ik weer mee. Ik weet hoe afmattend zo’n finale is. De druk is immens. Maar tegelijk is het iets uitzonderlijks. Het applaus in de zaal toen ik als Belg de tweede prijs won, dat maak ik maar één keer in mijn leven mee.”

Tenor Thomas Blondelle (36) weet even goed hoe zwaar de Elisabethwedstrijd weegt. “Het is een uitputtingsslag. Vooral psychologisch. Je krijgt amper tijd om te repeteren met het orkest, en het finaleconcert voelt als het zwaarste examen van je leven. Ik weet nog hoe ik bij de bekendmaking van de finalisten stond te daveren op m’n benen. Als Belg is die stress nog groter dan bij andere kandidaten, denk ik. Je speelt een thuismatch, dus er hangt een vergrootglas boven je hoofd. En haalt een Belg de finale, dan lijkt de Elisabethwedstrijd in de pers plots even sensationeel als het Songfestival. Dat werkt moordend. Gelukkig heb ik dat mediacircus niet van dichtbij meegemaakt. Tijdens mijn deelname bereidde ik me ook voor op een voorstelling van De toverfluit in Berlijn. Ik vloog op en af, kon de drukte ontlopen. Sylvia heeft minder geluk.”

Afgesloten van de wereld

Net als Huang leefde Yossif Ivanov tijdens zijn finaleweek in complete isolatie. Ieder jaar worden de laatste twaalf afgezonderd in de Muziekkapel Koningin Elisabeth in Waterloo. Geen stoffig kerkje, maar een oase van rust, zij het wel hermetisch afgesloten. Daar bereiden de finalisten zich voor op hun beslissende optreden. Sommigen oefenen tot tien uur per dag.

“Exact zeven dagen voor je eigen concerto kom je aan in de Muziekkapel”, vertelt Ivanov. “Telkens per twee, samen met de kandidaat die op dezelfde avond moet optreden. Enkel daar kan je de tegenstand inschatten. De prestaties op het podium krijg je niet te horen. En bij aankomst moet je álles afgeven. Je gsm, je laptop, je tablet. Om het even wat je in contact kan brengen met de buitenwereld. Je hebt geen idee hoe je ervoor staat, tot je na je eigen optreden weer naar huis mag.”

Binnen de muren van de kapel hebben de finalisten enkel toegang tot de leef- en repetitieruimtes. Overal lopen wachters. “Voor sommigen is die week claustrofobisch”, zegt Ivanov. “Mijn voordeel was dat ik de kapel ken als m’n broekzak. Ik deed er mijn studies, dus het voelde als thuiskomen. Maar anderen lopen na enkele dagen de muren op. Vandaag weegt dat wellicht nog harder door. Buitenlandse kandidaten communiceren met het thuisfront via sociale media. In de kapel kan dat niet. Je staat er alleen voor. Maar daar moet je tegen kunnen, vind ik. Je bent er om te oefenen, en niets anders.”

Vrienden of concurrenten?

In de Muziekkapel kan het er hartelijk aan toe gaan, zegt Ivanov. Zijn groep leefde samen als vrienden, hoorde elkaar repeteren. Lorenzo Gatto, onze zilveren plak van 2016, nam na zijn vertrek uit de kapel enkele van de medekandidaten een weekendje mee naar zee. Datzelfde jaar oefenden de finalisten zelfs samen, toen hun gemeenschappelijke opdracht aartsmoeilijk bleek. Maar andere jaren heerst er een koeler sfeertje.

“Tijdens de edities voor zang ben je niet verplicht om in de kapel te verblijven”, vertelt Thomas Blondelle. “Gelukkig maar. Zangers zijn een temperamentvol volkje. Steek ze in een afgesloten ruimte en er vallen bij wijze van spreken gewonden. Ik herinner me weinig contact, en eigenlijk hadden we daar ook geen behoefte aan. Het blijft een wedstrijd. Zingt de ene slecht, dan is dat goed nieuws voor de andere.”

© BELGA

“Violisten, pianisten en cellisten zoeken misschien wel toenadering”, zegt Blondelle. “Maar ik heb de indruk dat zij nu ook vaker afstand houden. Ze gaan geen spijkers in elkaars schoenen steken, maar blijven wel uit elkaars buurt.” Ivanov beaamt: “Ik kan me inbeelden dat het er niet ieder jaar even beleefd aan toe gaat.”

Niet laten ringeloren

Komt daarbij dat de laatste jaren almaar meer Aziatische kandidaten het tot de finaleweek schoppen. En zoals viooldocent Erik Sluys, commentator tijdens de Elisabethwedstrijd, deze week opmerkte: zij komen steevast voor niets minder dan de winst. Dit jaar hebben liefst negen van de twaalf finalisten hun roots in Azië. Ook onze Sylvia Huang: zij heeft een Chinese vader.

“Maar of Aziaten van nature competitiever of getalenteerder zijn? Neen”, zegt Ivanov, die ook lesgeeft aan het conservatorium van Brussel. “Iedereen in de finale is een potentiële winnaar. Kandidaten voelen zich niet meer bedreigd door iemand van Aziatische komaf dan door een Europeaan of Amerikaan.” De verhalen over een aangeboren fijnere motoriek bij Aziaten zijn dan ook een broodje aap, volgens geneticus Jean-Jacques Cassiman. “Afkomst bepaalt niet hoe goed je viool of piano speelt. Genetisch kan je dat niet vastpinnen. Wel heerst er een drang naar perfectie in de Aziatische cultuur. Kinderen worden er opgevoed om uit te blinken in één domein. Dus ja, ze doen er alles aan om hier te winnen.”

Sylvia Huang is alvast géén competitiebeest. Ivanov leerde haar kennen als “een eerlijke en serene muzikante”. En Katelijne Boon (54), radiostem bij Klara en presentatrice van de Elisabethwedstrijd, noemt haar “ingetogen en introvert, iemand die altijd de stilte zal opzoeken”. “Maar dat betekent niet dat ze zich laat ringeloren”, zegt Boon, die Huang de voorbije weken goed leerde kennen in de coulissen. “Sylvia is verstandig genoeg om al die druk en aandacht te plaatsen. Andere finalisten zullen teleurgesteld zijn als ze straks niet bij de beste zes horen. Voor Sylvia is haar missie al geslaagd: ze staat in de finale van de wedstrijd die ze al sinds haar kindertijd volgt. Bovendien speelt ze eerste viool bij het Koninklijk Concertgebouworkest van Amsterdam, een van de beste orkesten ter wereld. Eigenlijk heeft Sylvia al gewonnen.”

Paspoort naar internationale podia

Maar dat Huang straks de eerste plaats inpalmt, is geen verre droom. Muzikaal wordt ze tot de besten van deze jaargang gerekend, en ook emotioneel raakt ze de juiste snaren. Maandag, tijdens haar finaleconcert, verleidde ze zelfs een jurylid tot applaus, nochtans strikt verboden. “Sylvia heeft een goede beurt gemaakt”, zegt Blondelle. “Maar of ze kan winnen, valt niet te voorspellen. De finale is een loterij. Ieder jurylid geeft op eigen houtje punten, zonder debat. Als kandidaat ben je dus volledig afhankelijk van smaak. Zolang je geen wanprestatie neerzet, kan het alle kanten uit.” Katelijne Boon is minder voorzichtig: “Gaat de voorkeur dit jaar uit naar kracht en présence, dan wordt het nipt: Sylvia is geen tafelspringer. Maar kiest de jury voor muzikaliteit, dan zie ik haar in de top drie eindigen.”

Als chauvinisten duimen Blondelle en Ivanov mee voor Huang. “Laat haar ons maar voorbijsteken. Dat verdient ze. Maar eigenlijk begint de échte wedstrijd pas morgen, na de proclamatie. Dan moet Sylvia haar naam gaan waarmaken.” Voor Blondelle en Ivanov was de Elisabethwedstrijd een springplank: sinds hun tweede plaats zijn ze kind aan huis bij de grootste orkesten en operahuizen van Europa. “De Elisabethwedstrijd is een visitekaartje, een paspoort naar internationale podia. De winnaar wordt overal ter wereld geboekt, net als de laureaten die indruk maken. Sylvia heeft al voet aan wal in Amsterdam, maar straks gaan sowieso nog meer deuren open. Met of zonder winst.”

Lees meer

Hoofdpunten

Keuze van de redactie

Video