Brussel geeft het voorbeeld voor afbouw dierproeven

© shutterstock

Het aantal proefdieren neemt niet meer af. De Brusselse regering eist 30 procent dieren minder in laboratoria tegen 2025.

Myrte De Decker

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werden vorig jaar 92.292 dieren gebruikt voor proeven. Ter vergelijking: in Vlaanderen waren dat er 245.758 en in Wallonië 197.779. Toch gaat het Brussel gewest nu een voortrekkersrol spelen om deze praktijk significant af te bouwen. Tegen 2025 moeten er dertig procent minder proefdieren zijn. Dat keurde de Brusselse regering donderdagochtend goed.

Proefdieren worden op vier domeinen gebruikt. Voor twee daarvan, de veiligheidstesten en het onderwijs, moet het mogelijk zijn om die tegen 2025 helemaal zonder proefdieren te doen. ‘Veiligheidstesten voor bijvoorbeeld cosmetica of voedselingrediënten kennen al veel alternatieven’, zegt bevoegd staatssecretaris Bianca Debaets (CD&V).

De staatssecretaris erkent dat de afbouw moeilijker ligt in het onderwijs. ‘Die dieren worden gebruikt voor dissecties of trainingen in omgaan met proefdieren. De vorming van studenten en personeel blijft essentieel.’

Valabele alternatieven

Voor onderzoek naar ziektes bestaan nog geen valabele alternatieven. ‘Uiteraard blijft onderzoek naar geneesmiddelen voor therapieën voor ziektes al kanker, Parkinson of Alzheimer noodzakelijk’, zegt Debaets. ‘Dat domein krijgt daarom uitstel tot 2045. Ik verwacht echter nu al overleg over hoe ze de doelstelling zullen halen.’

Dat overleg zal nodig zijn. Het Brussels gewest heeft vijf erkende instellingen die werken met proefdieren. Dat zijn vooral laboratoria van universiteiten zoals de ULB, UCL en VUB. Die laatste raakte eind 2016 nog in opspraak toen undercoverbeelden opdoken (DS 29 november 2016) waarop te zien was hoe pasgeboren babymuisjes levend in een diepvriezer werden gestoken of de kop werd afgeknipt.

‘We ondersteunen dit actieplan voluit en willen zo snel mogelijk samenkomen om het uit te werken’, zegt woordvoerder Sicco Wittermans. ‘Wij kunnen dit alleen realiseren binnen het haalbare, bijvoorbeeld bepaald door nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen. In september hebben wij het Innovation Centre 3Rs opgericht om het onderzoek naar alternatieve onderzoeksmethoden nog te versterken.’

‘Ik ben erg verheugd met deze beslissing’, zegt Brussels parlementslid Annemie Maes (Groen). Zij diende begin januari al een resolutie in om een tijdschema op te stellen. ‘Brussel durft beslissingen te nemen. Maar we moeten waakzaam blijven. De regering moet grondig controleren of alle onderzoeksinstellingen deze doelen halen.’

Toch reageert niet iedereen onverdeeld gelukkig. ‘Dit is weer een willekeurige beslissing om de sympathie van mensen te winnen’, zegt professor Bart De Strooper, die vaak met proefdieren werkt. ‘Wij ijveren natuurlijk voor zo weinig mogelijk dierenleed. Wij doen dat ook niet voor ons plezier. Vooralsnog kunnen alternatieven nog altijd niet alle brein- of hartfuncties nabootsen. Het zou schandalig zijn als het onderzoek naar bijvoorbeeld alzheimer hierdoor in het gedrang zou komen.’