Optima Bank ging in juni 2016 failliet en voormalig topman Jeroen Piqueur, zijn zoon Ruben en dochter Rebecca werden in december 2017 door de onderzoeksrechter in Gent aangehouden. Jeroen Piqueur werd in verdenking gesteld voor misbruik van vennootschapsgoederen, witwasmisdrijven, bedrieglijk onvermogen en inbreuken op de bankwetgeving. De zaak voor de correctionele rechtbank werd op 20 februari ingeleid, maar hoofdverdachte Piqueur en zijn advocaat vochten de samenstelling van de rechtbank aan. De verdediging stelde dat ze op de griffie geen informatie kreeg over wie de rechters in deze zaak waren en sprak van een “onwettige beslissing”.

De rechtbankvoorzitter antwoordde toen met “u ziet ons zitten, dus u weet wie we zijn”, maar daar nam de verdediging van Piqueur geen genoegen mee. “We hebben uw banden (een eventuele voorgeschiedenis tussen de rechters en partijen in de zaak, nvdr.) niet kunnen controleren”, stelde advocate Manon Gutwirth van het kantoor van Rieder. De drie rechters beslisten dat “de rechten van partijen niet geschonden” waren en voegden de discussie daarover bij de grond van de zaak. Daardoor werd de zaak uitgesteld naar 26 maart voor herinleiding, maar Rieder diende een wrakingsverzoek in tegen de drie rechters. De rechters hadden beslist om zich niet terug te trekken, waardoor het Gentse hof van beroep zich moest uitspreken over de wrakingsverzoeken.