Kees van der Staaij voert balanceeract uit tijdens Nashvilledebat
Den Haag
Alle ogen waren gericht op SGP-leider Kees van der Staaij, tijdens het Nashville-debat, donderdag in de Tweede Kamer. Kamervoorzitter Khadija Arib voelde aan dat Van der Staaij, met zijn ‘vermeende handtekening’ onder de omstreden verklaring, de ‘uitverkorene’ van zijn collega’s zou zijn om hem de nieren te proeven. Die voorspelling kwam uit. Meer dan een halfuur werd Van der Staaij zeer kritisch bevraagd.
Eerst mocht hij zijn inbreng leveren. Daarin probeerde hij een evenwicht te zoeken tussen begrip voor de personen die zich in hun geaardheid gekwetst voelden door de Nashvilleverklaring, én vasthouden aan bijbelse noties. Met daarin een visie op het huwelijk van man en vrouw en seksualiteit als beleving bínnen het huwelijk. De SGP’er vertelde dat hij, na de ophef over de verklaring, veel gesprekken met lhbti’ers heeft gevoerd. Wat hem daarin raakte, was de gekwetstheid van sommigen. ‘Die ontmoetingen waren ook om een andere reden waardevol. Ik leerde ervan hoezeer echte zelfaanvaarding, het er mogen zijn zoals je bent, voor velen een enorme opgave is.’
Reden om nog zorgvuldiger je woorden te kiezen, zei hij. Van der Staaij erkende dat de tekst van de verklaring ‘hier en daar niet helder’ was. Bijvoorbeeld over de indruk dat homoseksuele geaardheid ‘genezen’ kan worden.
Bij de Kamerleden van andere fracties was voor zijn balanceeract niet veel begrip. Vera Bergkamp (D66) wierp de SGP’er voor de voeten dat hij, met zijn visie op de Bijbel, tegen jonge homo’s zegt dat ze geen uiting mogen geven aan hun geaardheid.
‘Dat is kwetsend en beschadigend, vooral voor jongeren, want je mag dan niet zijn, wie je bent.’ Volgens Van der Staaij mag het feit dat iemand zich gekwetst voelt geen argument zijn bepaalde religieuze ‘opvattingen de mond te snoeren’. Het feit dat ’seksuele begeerten en verlangens niet altijd verwezenlijkt hoeven te worden, ook niet door ongetrouwde mannen of vrouwen, is niet per se kwetsend’, verweerde Van der Staaij zich. Bergkamp wees hem op de nood van christelijke lhbt-jongeren, die ‘de zonde van zich af moeten werpen. Waarom laat u die jongeren niet met rust?’
grote moeite
VVD-Kamerlid Dilan Yesilgöz-Siderius hield Van der Staaij voor dat opkomen voor gelijke rechten iets anders is dan het uiten van een visie. ‘Ik verwacht van u dat u de rechten van anderen respecteert. Ik heb grote moeite met uw betoog.’ Een bijbelse visie die het homohuwelijk afwijst, is volgens haar ‘per definitie anti-homo’.
Femke Merel van Kooten-Arissen (PvdD) kon er met haar verstand niet bij dat de opvatting dat je wel lhbti mag zijn, maar het niet mag doen, strijdig is met de gedachte dat God liefde is en niemand uitsluit. Van der Staaij: ‘Ik onderschrijf van harte dat God liefde is, maar ontken dat dat in strijd is met mijn betoog. God heeft de mens ook leefregels gegeven, waar hij gelukkig van wordt’, zei de SGP’er. Minister Ferdinand Grapperhuas (Justitie) zei dat hij ‘als christen zich aangesproken voelde’ door Van Kooten-Arissen.
Minister Ingrid van Engelshoven (Emancipatie) zei dat ze in gesprek is geweest met christelijke lhbti’ers. ‘Ik merkte daar de geraaktheid door de Nashvilleverklaring. In veel kerken is er een goede dialoog gaande, die moeten we door die verklaring niet laten verstoren.’ Van Engelshoven zei dat ze ‘alert’ zal zijn op een eventuele jongerenversie van de Nashvilleverklaring. <