Volgens regeringsbronnen raakten premier Theresa May en haar belangrijkste ministers het maandag tijdens een vergadering in Downing Street eens om het Britse aanbod te verhogen. In de pers circuleren bedragen van 40 miljard Britse pond, maar dat bedrag wordt officieel niet bevestigd.

Tot dusver had May slechts ongeveer 20 miljard euro in het vooruitzicht gesteld. Daarmee wil ze de Britse netto bijdragen aan de Europese begrotingen voor 2019 en 2020 honoreren. Ook het Europese kamp bevestigde tot dusver geen bedragen, maar algemeen wordt aangenomen dat de Europeanen ervan uitgaan dat de Britten 50 tot 60 miljard euro moeten betalen om de rekeningen van meer dan 40 jaar lidmaatschap te vereffenen.

Akkoord over niets en alles

May staat onder zware druk om de Europese Unie tegemoet te komen. Zolang de onderhandelingen over de zogenaamde factuur niet voldoende opschieten, willen de Europeanen geen gesprekken opstarten over het vrijhandelsakkoord dat in de toekomst de economische relaties tussen het eiland en het vasteland moet organiseren.

Britse regeringsbronnen beklemtonen wel dat het financiële aanbod en het vrijhandelsverdrag voor Londen onlosmakelijk met elkaar verbonden blijven. “Er is een akkoord over niets zolang er geen akkoord over alles is”, beklemtoont een bron in Downing Street. “De premier heeft steeds gezegd (...) dat de Europese Unie en Downing Street samen vooruit moeten gaan.

Aan het overleg met May namen onder meer brexiteers als David Davis, Michael Gove en Boris Johnson deel. De krant The Mirror ziet het nieuwe aanbod al als “een capitulatie” van deze ministers, die tot dusver steeds terughoudend waren over de factuur. “De mensen worden gek als we aan het einde van de rit 40 miljard pond aan de Europese Unie moeten geven”, zei de vroegere conservatieve minister Robert Halfon op Sky News.

Europees president Donald Tusk heeft de Britse regering tot begin december de tijd gegeven om betere voorstellen te doen over de factuur en andere belangrijke elementen van de boedelscheiding. Midden december oordelen de Europese staatshoofden en regeringsleiders of er voldoende vooruitgang is geboekt om het licht op groen te zetten voor handelsgesprekken.