Direct naar artikelinhoud
reportage

Hoe 'Modehippies' de stad om te leven ontvluchten en werken op Loveland Farm

Koepelvormige shelters en tenten staan verspreid over het terrein van de ecologische glampingsite Loveland Farm in Devon.Beeld Hannes Vandenbroucke

Jeff en Karina Griffin hadden genoeg van de Londense modewereld. Ze kochten een boerderij aan de kust in Devon, startten er de ecoglampingsite Loveland Farm en doen enkel nog de modeprojecten waar ze écht zin in hebben. Een collab tussen hun eigen label Griffin en Woolrich bijvoorbeeld.

Een Teletubbies-park voor volwassenen. Daar moeten we spontaan aan denken, als we de Loveland Farm in North Devon oprijden. Koepelvormige shelters steken als psychedelische paddo’s hun kop boven het woeste landschap. Gelukkige gezinnen met kleine kinderen die rondhuppelen op het gras. Lammetjes mekkeren enthousiast, varkens rollen door de modder en de serre bulkt van de biotomaten. Zet er een hippiesoundtrack onder en in je verbeelding loopt iedereen hier naakt, met bloemen in het haar.

'De buffels waren het eerste wat ik kocht voor de farm. Het duurde lang voor ik mijn vrouw daarvan kon overtuigen'
Jeff Griffin

Anyone a pizza?”, roept een luide stem uit een houten schuurtje. De man klinkt niet als een hippie, maar als een woeste zeerover. En zo ziet Jeff Griffin er ook uit, als hij ons stevig de hand schudt. Legerbroek, hemd, wilde baard, truckerspet: de ‘Jack Sparrow van Devon’ ziet er allesbehalve uit als een succesvolle modeontwerper, die na zijn werk voor Ferré, Valentino en Fiorucci in 1994 zijn eigen modelabel Griffin oprichtte.

Trots toont hij ons zijn betonnen pizza­oven, die al even zelfgemaakt is als het deeg, de tomaten, het basilicum en de courgettes. Alleen de buffelmozzarella op de pizza is import. “Maar daar komt binnenkort verandering in: met Shaggy en Bella hebben we twee enorme buffels op ons domein rondlopen. Als je vee hebt, heb je mest, kaas, melk en boter. En mozzarella. Dat is het begin van alles”, lacht hij. “De buffels waren het eerste wat ik kocht voor de farm. Het duurde lang voor ik mijn vrouw daarvan kon overtuigen. En misschien had ze wel gelijk: ze zijn al twee keer ontsnapt.”

Het tweede wat Jeff deed: vijfduizend bomen planten. “Goed voor de biodiversiteit”, zegt hij. “Binnen 20 jaar is dit een prachtig gemengd bos met statige bomen, waarin we misschien wel een boomhuthotel uitbaten. Nu al komen er insecten, herten, fazanten en uilen op af. Hier op de Loveland Farm trachten we zo duurzaam en zelfvoorzienend mogelijk te leven. Morgen slachten we onze varkens en draaien we zelf worstjes. Je kunt je niet inbeelden hoe lekker die zijn van dieren die hier de hele tijd vrij kunnen rondlopen.”

Jeff en Karina Griffin overzien hun uitgestrekt landgoed.Beeld Hannes Vandenbroucke

Plaats voor varkens, bomen, buffels en zes koepeltenten is er meer dan genoeg op het enorme domein van zes hectare, dat Jeff en Karina in 2010 kochten. Zelfs hun ontwerpstudio verhuisde van Londen naar North Devon. In de boerderij woont het koppel zelf, de pods zijn de glampingverblijfplaatsen voor de gasten. Afhankelijk van het formaat, kun je in een koepeltent glampen met twee tot negen mensen. Dat gebeurt in stijl: Jeff en Karina decoreerden elke pod relax, surfy en modern. Zo’n dome heeft binnenin een eigen living met keuken én een private zone met slaapkamer, douche en composttoilet: een schepje aarde vervangt het doortrekken. Op het domein staan de pods ver genoeg uit elkaar om niet bij elkaar binnen te piepen. Ongegeneerd naar de sterren turen kan wél: de luchtpollutie is er nihil.

Her en der staan nu ook kleinere tipi’s op het domein, bedoeld voor gezinnen die liever kamperen dan ‘glamperen’. Het zalige is: je kunt zelf koken in je pod, maar je kunt ook homemade pizza’s en zelfs lams- of varkensgebraad bestellen bij Jeff en Karina. En als je het lief vraagt, mag je misschien wel groenten plukken uit hun moestuin.

“Gezinnen amuseren zich hier op het terrein. Maar er komen ook veel vriendengroepen voor een weekendje of een week. Recent ging hier zelfs een yogafestival door. Hier in de buurt kun je goed surfen, klimmen, zwemmen, kayakken of wandelen langs de kliffen. De natuur is hier woest, de uitzichten zijn fenomenaal. En wie cultureel wil doen, kan langs dorpjes zoals Clovelly of Hartland rijden. Of historische tuinen bezoeken, zoals Docton Mill & Gardens, Hartland Abbey & Gardens of The Lost Gardens of Heligan.

Her en der staan ook kleinere tipi’s op het domein, bedoeld voor gezinnen die liever kamperen dan glamperen.Beeld Hannes Vandenbroucke

In vergelijking met Cornwall, dat op anderhalf uur rijden ligt, is het hier niet toeristisch. Ons domein ligt afgelegen, je moet hier speciaal naartoe rijden”, zegt Karina, een Schotse met Italiaanse roots. Concreet ligt Loveland Farm aan de kust in Hartland, een dorpje op 2,5 uur rijden van Bristol: de bakermat van Massive Attack, Portishead en Banksy. “Die laatste ken ik persoonlijk”, zegt Jeff, wanneer hij ons onze slaapplek, de prachtige Stargazer Pod, toont. “Met ons merk Griffin deden we zelfs al een collab met hem. Banksy is erg lastig te pakken te krijgen. Hij verandert continu van mobiel nummer, omdat men hem altijd op de hielen zit.”

'Toen we de boerderij kochten, gaven we onszelf een jaar om te bekomen van de overprikkeling en te bedenken wat we met het terrein zouden doen'
Jeff Griffin

Ook Banksy’s goede vriend Damien Hirst heeft iets met de streek. De rebelse kunstenaar wou zelfs de lokale vuurtoren in Hartland opkopen. Hij woont nu in Combe Martin, een badplaats in North Devon. Wat verderop, in Illfracombe, staat zijn enorme sculptuur Verity, uitkijkend over het Kanaal van Bristol: een zwangere vrouw met een open buik en zwaard in de lucht. Wild, primitief, primair: het kunstwerk past hier perfect. De streek werd vroeger ‘The Badlands’ genoemd, omdat criminelen hier naartoe vluchtten, als ze in Londen betrapt waren. Ook boten hebben het hier knap lastig door de stroming: er crashten al talloze schepen tegen de kliffen. “Zie je dat eiland daar, 20 kilometer in zee?” wijst Jeff Griffin. “Op Lundy Island wonen nu vooral zeevogels, maar vroeger was het een piratenhol. Ze veroverden talloze boten, die hier in het gevaarlijke Kanaal van Bristol passeerden. Een van die amokmakers, William de Marisco, werd in 1242 opgehangen en gevierendeeld na een moordpoging op koning Henry III. De vier stukken van zijn lichaam werden naar de vier uithoeken van Engeland verstuurd, als waarschuwing.”

Lehman Brothers

Om maar te zeggen: ze zijn hier in de streek wel wat bruut (natuur)geweld gewoon. En dat is net wat Jeff en Karina hier zo aantrok. Toch blijft het bizar: de twee draaiden succesvol mee in de Londense modewereld met hun eigen merk Griffin en met Griffin Studio, dat vanaf 2001 design-consultancy gaf aan onder meer Hugo Boss, Kenzo, Converse, Iceberg en Baracuta.

Hun verhuis naar Hartland wijten ze zelf aan een onwaarschijnlijke samenloop van omstandigheden. “Ik leidde een ontwerpstudio met 14 mensen, die ik continu moest inspireren. Dat was zo ontzettend vermoeiend. Ik had het gevoel dat ik keihard moest werken, puur om hen te kunnen blijven betalen. Hoe meer Griffin groeide, hoe meer ik de man met de geldbeugel werd. Onze catwalkshow in Parijs kostte ons tussen de 40.000 en 70.000 euro. Dat is de prijs van één pod op de Loveland Farm”, zegt Jeff. “Ik snakte naar vrijheid. Door zoveel te managen, was ik het plezier van het ontwerpen verloren. Ik begon me af te vragen: waarom zit ik nog in deze industrie? Ik deed al lang niet meer waar ik sinds mijn 16de goed in was: kleren maken.”

Alles kwam in een stroomversnelling toen Jeff Griffin in 2008 voor een samenwerking naar het hoofdkwartier van Nike in Portland moest. De bank Lehman Brothers was net failliet, het hele banksysteem was aan het instorten. De gevolgen voor de wereldeconomie werden steeds duidelijker. “Ook bij Nike was de paniek compleet”, zegt hij. “Tijdens de terugvlucht naar Londen las ik toevallig een boek over het failliet van het kapitalistische systeem, de zelfvoorzienende economie, duurzaamheid en de work-life balance. Het zette me aan het denken.

Karina Griffin, de echtgenote van Jeff en de andere helft van het ontwerpersduo, en enkele van hun varkens.Beeld Hannes Vandenbroucke

“In diezelfde periode zag ik een televisieprogramma over Satish Kumar, de Indiase vredesactivist die in 1962 een vredeswandeling deed van India naar Moskou, Parijs, Londen en Washington. Hij bleek in Hartland te wonen, waar hij in 1982 The Small School startte: een middelbare school waar de natuur en de creativiteit van het kind centraal staan. De boerderij die Karina en ik op het oog hadden, heette Loveland Farm. Dat kon geen toeval zijn. Het logo van ons modelabel Griffin is een hart. En we ondertekenen onze post altijd met ‘love & peace’.

"Toen we de boerderij uiteindelijk kochten en verhuisden, gaven we onszelf een jaar om te bekomen van de Londense overprikkeling. Het gaf ons ook de tijd om onze levensstijl te evalueren. We kwamen tot het besluit dat we helemaal niet zoveel geld nodig hebben als we dachten. Het eerste jaar leerden we de buurt in Hartland kennen, wandelden we veel, praatten we met biologische boeren en bedachten we wat we met het terrein zouden doen. De buffel kwam eerst, daarna het plan om een ecologische glampingsite te beginnen. Hoewel het landschap hier UNESCO-beschermd is, kregen we er toch een bouwvergunning voor, omdat de pods niet permanent zijn: ze kunnen volledig afgebroken worden, zonder een spoor achter te laten.

'We functioneren nu meer als creatief labo dan als een machine die collecties produceert. Ik teken alles weer zelf'
Jeff Griffin

In Devon begrepen ze dat elk initiatief voor een hedendaagsere vorm van toerisme moest toegejuicht worden. Hartland needs new semen. De boeren in de buurt vinden ons nog altijd hippies, maar ze steunen ons ook. Toen we sukkelden om onze grootste pod op te bouwen, kwamen ze ons met acht sterke mannen én een kraan helpen.”

Woolrich meets Griffin

De verhuis, de verkleining van het ontwerpteam én het succes van de glampingfarm gaven hun leven een nieuwe vibe. En toch werken ze nog samen aan modeprojecten, zij het veel selectiever. “We functioneren nu meer als creatief labo dan als een machine die collecties produceert. Ik teken alles weer zelf. En ik kies de merken waarmee ik wil samenwerken. Enkel die met een hart én een sterk DNA komen in aanmerking. Geen bullshit-projecten meer met fake merken, die enkel om geld draaien”, aldus Griffin.

Toen Woolrich bij hen aanklopte, twijfelden Jeff en Karina niet. Woolrich stelde een samenwerking voor met Griffin, maar vooral met Loveland Farm: een project waarvan ze de authenticiteit en de ruwe outdoorsfeer apprecieerden. Vandaar ook dat Loveland op de rug van de capsulecollectie vermeld staat. “Woolrich is een iconisch heritage brand: het oudste outdoormerk van Amerika, opgericht in 1830”, zegt Jeff Griffin. “Ze zijn pioniers in workwear en outdoorkledij in de States. Hun buffalo check, een grafisch ruitmotief, is misschien wel hun meest herkenbare element: Woolrich gebruikte het al op wollen oorlogsdekens tijdens de Amerikaanse burgeroorlog. Griffin verwerkt al tien jaar wol van Woolrich in verschillende collecties. Dat triggerde de samenwerking.”

Twee Woolrich-klassiekers, de Arctic-parka en de Smock-anorak, kregen intussen een Griffin-update. Ze worden verkocht in een limited edition van 1.830 stuks, verwijzend naar het ontstaansjaar van Woolrich. “De snit van de laatste Woolrich-collecties was meer en meer tailored en Italiaans, maar wij wilden terug naar de originele Amerikaanse pasvorm: heel rechttoe rechtaan, met uitsluitend praktische details. We verhoogden de techniciteit van de jas, door bijvoorbeeld met performante waterbestendige legerstoffen te werken. De jassen zijn lichtgewicht, maar kunnen toch je leven redden. Dat kun je niet van elk fashionitem­ ­zeggen.”

Een van de Woolrich-klassiekers, de Arctic-parka, kreeg een Griffin-update: rechttoe rechtaan, met uitsluitend praktische details.Beeld Hannes Vandenbroucke

De grote steekzakken verwijzen dan weer naar vintage jagersvesten, waarin plaats moest zijn voor kogels of dode konijnen. De jassen zijn ook compleet omkeerbaar: ontwerptechnisch heel complex, maar heel praktisch. De uniseks samenwerking blendt Griffin met Woolrich, in al hun contrasten: mannelijk-vrouwelijk, outdoor-urban, functioneel-modieus, traditie-innovatie, blank-zwart. “Al die ingrediënten zitten in de cake, die we samen bakten. Het leuke is: Woolrich gaf ons de ultieme vrijheid. We kozen zelf de modellen én het decor voor de foto- en videoshoot: de Loveland Farm en de woeste kustlijn errond. En weet je wat we in ruil voor de collab gevraagd hebben? Een John Deere Tractor, voor op onze Farm.”

Woolrich flagshipstore, Schuttershofstraat 39, Antwerpen. 

loveland.farm